Probeer je hoofd boven water te houden. Laat je in je onpeilbare verdriet niet meesleuren door de onderstroom van gedachten. De graphic novel Onderstroom, oorspronkelijk uit 2017, is het eigen verhaal van de Franse scenarist en kinderboekenschrijver Ingrid Chabbert die haar ongeboren kind verliest. Ze vond de kracht om het verhaal te vertellen, met de onvoorwaardelijke steun van haar partner. Zij, zegt Chabbert, heeft ervoor gezorgd dat het schrijven voor mij een noodzaak werd, vooral omdat ze een fantastische moeder zou zijn geweest. Met deze verdrietige en tegelijk lieve woorden begint het verhaal.
In Onderstroom ontmoeten we een jong lesbisch stel dat na veel pogingen dan toch zwanger is. De blijdschap en het ongeloof zetten meteen de toon. Eindelijk, het lieve spel van de rompertjes, de echo en de vrolijke vooruitzichten begint. Maar er is iets van een angstig voorbehoud, dat al in de raadselachtige openingsscène wordt uitgebeeld.
En dan ineens zijn er hevige complicaties.
Het heeft Chabbert jaren gekost om het verlies van haar ongeboren kindje te verwerken. Steeds opnieuw probeerde ze haar gedachten en herinneringen te ordenen, maar even zoveel keer strandden die pogingen. Een zo belangrijk en ingrijpend verhaal vertellen, dat ook nog eens het eigen verdriet overstijgt, is een hele opgave, gaf ze in interviews toe.
Geven en gunnen
Toch zette ze zich aan het verhaal, samen met de Franse stripmaker Carole Maurel. Chabbert was gecharmeerd van haar visueel krachtige werk – en terecht. Maurel heeft een snelle hand, haar ongepolijste penseelvoering is trefzeker. Ze kan er prachtig en invoelend emoties mee overbrengen. Maurel heeft met Onderstroom naam gemaakt, naderhand werkte ze vaker met Chabbert (Wachten op Bojangles, over een bipolaire vrouw die haar gezinsleven uit haar handen ziet glippen). Met Mariko Tamaki maakte ze de schitterende, helaas nog niet vertaalde queer coming-of-age-strip Luisa.
Waar Onderstroom voluit slaagt, is als Chabbert en Maurel de veelzijdigheid van het medium optimaal benutten: als er wordt gezwegen nemen de beelden het over, soms pagina’s lang. Die stilte is er niet als het te moeilijk of abstract wordt, maar als het visuele de leidende rol kan overpakken. Dan wordt zien voelen. Het is een spel van geven en gunnen, en lijkt er vooral te zijn om te voorkomen dat er moet worden gesproken over gevoelens. Dat blijft voorbehouden aan de scènes waarin de twee met lotgenoten spreken tijdens een praatsessie – en waaruit de goedbedoelde onbeholpenheid van alles blijkt.
Bijvoorbeeld: net als Chabbert is het naamloze personage uit Onderstroom kinderboekenschrijver. In het verhaal werkt ze aan een manuscript. Het is verleidelijk om dat manuscript richting de gebeurtenissen te sturen, maar dat gebeurt niet. In plaats daarvan ligt de subtiele nadruk op de opschrijfboekjes die haar geliefde haar steeds cadeau doet, om een nieuw hoofdstuk in te luiden. De exemplaren worden steeds mooier.
Intuïtief verhaal
Dit soort beelden worden sterker doordat Maurel grote delen van het tragische verhaal in grijstinten uitwerkt, soms met een accentje in kleur: dan gaat het om de warmte van een sjaal of een koffiebeker. Is het leven dat volgt de kleur en de gebeurtenis het grijs? Moeten we de steeds kleuriger opschrijfboekjes in dat licht bezien?
Met slechts 86 pagina’s is het verhaal aan de korte kant. Toch wordt er niets afgeraffeld, er is geen haast. Chabbert en Maurel hebben gekozen om veel bij de lezer te laten: genoeg blijft onuitgesproken. De lezer mag de verbindingen zelf leggen. Zo wordt het een intuïtief verhaal met handvatten en dat is precies wat nodig is om het particuliere van de vertelling te overstijgen.
Meer strips
Kansberekening
Met nog maar drie maanden te leven probeert Martin alles uit de hem resterende tijd te halen. Hij wil per se nog een keer naar de walvissen kijken en vertrekt met zijn vrouw naar Canada. Onderweg gaat alles mis en lijkt het noodlot het op hem gemunt te hebben. De ene onwaarschijnlijkheid volgt op de andere, tot het niet gekker kan. En Martin? Die blijft opgewekt, totdat ook hij moet bekennen dat het allemaal wel heel raar wordt. Geestige komedie in sneltreinvaart.
Rock!
Eerste deel van een tweeluik waarin het werk van de Franse stripstilist Serge Clerc centraal staat, zichtbaar met liefde samengesteld en vormgegeven. Een feest van herkenning voor liefhebbers van new wave, punk en ska uit de eindjaren 1970, met veel iconische (cover)illustraties uit NME, The Face, Rock & Folk en Metal Hurlant. Clerc begeleidt de lezer met opmerkingen bij zijn werk. Een fraai inkijkje geven de studies op overtrekpapier, die volgens Clerc een zoektocht zijn naar de perfecte plooi in de broekspijp of mouw.
Belevenissen van de Stripmaker des Vaderlands
Traditiegetrouw sluit de Stripmaker des Vaderlands diens driejarige ambtsperiode af met een publicatie. Herman Roozen (bekend van de strip ‘Opa’ uit het vakblad Boerderij) maakte tussen 2021 en 2023 iedere maand een klassieke ‘centsprent’ over een actueel onderwerp: op rijm en in een antieke vormgeving gegoten. Alle prenten zijn gebundeld en voorzien van een toelichting, in een vrolijk boek dat ook een mooi beeld geeft van de vaderlandse stripcultuur.