Opinie | Maak de publieke omroep weer publiek en journalistiek

In de discussie rond het voortbestaan van de publieke omroepen, staan twee extreme standpunten tegenover elkaar. Geert Wilders wil ze opheffen, Hans Laroes, voormalig hoofdredacteur van het NOS Journaal, beschouwt, in de Volkskrant, „slopen en vanaf de grond opbouwen de beste remedie”. Aangezien beide standpunten onhaalbaar zijn, kunnen we ons beter afvragen welke oplossing wel het gewenste effect zou kunnen sorteren.

Na de komst van satelliettelevisie in de jaren tachtig hebben de Nederlandse publieke omroepen een verkeerde afslag genomen. In plaats van zich te concentreren op haar kerntaken, het derde net te sluiten en reclame te weren, besloot de publieke omroep met de commerciële omroep te gaan concurreren. Om daarin succesvol te zijn en de eigen reclame-inkomsten te vergroten, moest het aantal kijkers toenemen. Dat betekende nieuwe populaire formats introduceren en bestaande formats populariseren. Daarbij dienden de commerciële omroepen als voorbeeld.

Popularisering en trivialisering

Een voorbeeld dat in verschillende vormen navolging zou krijgen was Barend & Van Dorp, een begin jaren negentig uit een voetbalprogramma voortgesproten tv-talkshow op de commerciële zender RTL4 dat nieuws, politiek, sport en amusement als gelijkwaardige onderdelen presenteerde.

Die gelijkschakeling van serieuze met minder serieuze onderwerpen zou je kunnen beschouwen als een eerste voorbeeld van de latere popularisering en trivialisering van veel tv-programma’s. Het voor Nederland nieuwe format scoorde hoge kijkcijfers, wat de publieke omroep ertoe deed besluiten met een vergelijkbare show te komen; Pauw & Witteman.

Hoewel journalistiek van opzet, viel dat programma door de mand toen op een gegeven moment om de haverklap de populistische politicus Hero Brinkman en de al even naar publieke aandacht hunkerende advocaat Bram Moszkowicz aanschoven. Onmiskenbaar met de bedoeling de kijkcijfers aan te jagen. De trivialisering die zowel bij de publieke als bij de commerciële omroepen in gang was gezet, heeft haar zenit bereikt met het programma Vandaag Inside, een eveneens uit een voetbalprogramma voortgesproten talkshow, waar slechte smaak gecombineerd met onbeschoft gebral tot een eigen genre is verheven. Een genre waar miljoenen mee wordt verdiend, zowel door de producent als door de talking heads.


Lees ook
Wat blijft er nog over van de NPO als de formerende partijen hun drastische bezuinigingen mogen doorvoeren?

Hoofdgebouw  op het Media Park   in Hilversum waar veel televisie- en radioproducties worden gemaakt.

Wat de publieke omroep betreft, is de weeffout om publiek met privaat te vermengen terug te voeren op de invoering van de STER (Stichting Ether Reclame) in 1967. Omdat de Nederlandse overheid het bedrijfsleven geen eigen omroeplicentie gunde, maar toch de roep om televisiereclame tegemoet wilde komen, bedacht ze dat een klein beetje reclame op de publieke omroep het beste van twee werelden zou opleveren. Enerzijds behoud van volledige controle over de omroepen en anderzijds toch meeprofiteren van het verdienvermogen. Aanvankelijk werd reclame alleen voor en na het nieuws toegestaan. Die (morele) beperking kwam in het gedrang toen commerciële omroepen in de loop van de jaren tachtig veel vrijer met reclame omgingen en met zwevende reclameblokken en product placement veel meer geld uit de markt haalden.

Geld verdienen met reclame is geen kerntaak van de publieke omroep

De publieke omroep – lees de politiek – meende niet te kunnen achterblijven en begon meer en meer reclame toe te staan, ook rond kinderprogramma’s. Sportprogramma’s leken bij het optimaliseren van reclame-inkomsten helemaal de vrije hand te krijgen. Tot op de dag van vandaag wordt daarover mondjesmaat informatie verschaft, uit angst dat de waanzinnige bedragen aan belastinggeld die voor het uitzenden van sport en sporttoernooien worden betaald tot flinke protesten zullen leiden. Terwijl in ons omringende landen sport al lang naar de commerciële omroepen is verwezen. Logisch, zou Johan Cruijff zeggen.

Pervers beleidsvoornemen

De overheid kwam pas weer in beweging toen reclame begon weg te lekken naar nieuwe media als Facebook (opgericht in 2004), Twitter (2006) en TikTok (2018). De schuld voor het afkalven van reclame-inkomsten werd de publieke omroep in de schoenen geschoven die als straf hiervoor verlaging van hun budgetten in het vooruitzichtwerd gesteld. Een pervers beleidsvoornemen, het genereren van reclameopbrengsten behoort niet te worden gerekend tot de kerntaken van publieke omroep. In de vorige eeuw werden programma’s van de publieke omroep nog op twee manieren beoordeeld: het aantal kijkers en de waardering van de kijkers. Het laatste cijfer gaf, terecht, de doorslag maar onder druk van de commerciële ontwikkelingen werd het bijhouden van waarderingscijfers begin 2002 stopgezet, zogenaamd omdat dat te ingewikkeld was geworden.

Maar door zich te beperken tot kijkcijfers werd de publieke omroep verder uitgehold, moest Op1 beter scoren dan Jinek, en zag je overal dezelfde mix van publiekstrekkers onder de gasten.

Afschaffen is natuurlijk uit den boze, afbreken en opnieuw beginnen te omslachtig. Om de publieke omroep in staat te stellen haar onafhankelijke journalistieke taak ten volle te benutten en een geloofwaardige bijdrage te leveren aan het democratisch debat in Nederland, een van de kerntaken, zal men er niet omheen kunnen de NPO ver terug te snoeien, een van de drie netten op te heffen, waarderingscijfers terug te halen en reclame uit te sluiten.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’