Tweede Kamer wil frauderapport serieus nemen, maar moet ze daar álle aanbevelingen voor overnemen?

Alle politieke partijen willen ze serieus nemen: de negentien aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie die onderzocht hoe het fraudebeleid van de overheid heeft kunnen ontsporen. Maar moet de Tweede Kamer al die aanbevelingen ook direct overnemen?

In het Tweede Kamerdebat over het enquêterapport, dat dinsdag begon en donderdag wordt afgemaakt, waren partijen als GroenLinks-PvdA en de SP het meest uitgesproken. Zij wilden dat de Tweede Kamer zich committeert aan álle aanbevelingen van de commissie. „Er ligt hier een rapport van vijfhonderd pagina’s, er is twee jaar aan gewerkt van links tot rechts”, zei Tweede Kamerlid Luc Stultiens (GL-PvdA). „Dan is toch een no-brainer om te zeggen: in principe is dit de basis voor de komende tijd?”

Als je het rapport serieus neemt, zei Ines Kostic (Partij voor de Dieren), dan moet je niet „doorpraten”, maar „doorpakken”.

De partijen die nog níét alle aanbevelingen konden omarmen, vonden dat zíj het rapport het meest serieus nemen. De enquêtecommissie drukte de Tweede Kamer op het hart om nieuwe wetten zorgvuldiger te behandelen.

„We doen geen recht aan de aanbevelingen”, zei Roelien Kamminga (VVD), „als we nu zeggen: ‘zo maar doen’, terwijl nog niet van alles duidelijk is hóé we dat moeten doen.”

Zo beveelt de commissie aan om nieuwe wetten beter te toetsen aan de grondwet. Een vergaand voorstel, vindt Kamminga, waarvan nog onduidelijk is op welke manier je dat het beste kunt vormgeven.

Ook zijn lang niet alle partijen ervan overtuigd dat de Raad van State moet worden opgesplitst. De commissie noemt het „staatsrechtelijk onzuiver” dat de ene afdeling de regering adviseert, en de andere rechtspreekt in zaken tegen de overheid. Maar wat is het concrete nut van opsplitsing, willen D66, BBB en SGP donderdag van de commissie horen.

Fraudeurs ‘keihard aanpakken’

De nu formerende partijen PVV, VVD en BBB waren het minst happig op het rechtstreeks overnemen van alle aanbevelingen. Maar waar de VVD zich nog vindt in „de geest van de aanbevelingen”, nam PVV’er Edgar Mulder daar meer afstand van. Hij miste aandacht voor het „keihard aanpakken” van „echte fraudeurs”. „Die hoeven er wat de PVV betreft niet met een zwak taakstrafje vanaf te komen.”

De vierde formerende partij, NSC kwam in een spagaat door de reserves van haar formatiepartners. Kamerlid Nicolien van Vroonhoven zei zélf alle aanbevelingen te steunen. Maar of ze ook bereid is om een motie hierover te steunen? Dat wilde ze niet toezeggen, hoelang andere partijen daar ook op bleven aandringen. NSC vindt dat de PVV als grootste partij moet proberen een gezamenlijke Kamermotie op te stellen, met een tekst waar álle partijen zich in kunnen vinden.

Zo ging het debat vooral over hoe de Tweede Kamer nú moet reageren. En veel minder over de ingewikkelde politieke dilemma’s voor de komende jaren. De grotere dilemma’s die schuilgaan achter aanbevelingen van de enquêtecommissie.

Zoals het afschaffen van het toeslagenstelsel, met zijn onzekere systeem van voorschotten die daarna weer gecorrigeerd moeten worden. Daar is politiek lef voor nodig zei, D66’er Mpanzu Bamenga. Want hoe simpeler een nieuw stelsel wordt, hoe minder het is toegesneden op de behoeften van het individu. „Durven we dat aan”, vroeg hij, „zelfs als dat betekent dat er geld gaat naar mensen die dat niet nodig hebben?”

De enquêtecommissie schrijft in haar rapport dat de politiek hier nu een knoop over moet doorhakken, omdat het voorwerk al gedaan is. „De alternatieven en afwegingen liggen klaar.”

Maar wat de vier formerende partijen hiermee willen is onduidelijk. Alle vier waren ze er weinig concreet over in hun verkiezingsprogramma. De PVV had er helemaal niets over opgeschreven. De VVD schreef een „eenvoudiger” stelsel te willen, maar werkte dat niet uit. En NSC wil dat een speciale parlementaire commissie hiernaar gaat kijken.