Renate Jansen (33), een van de meest ervaren en succesvolle voetbalsters van Nederland, had een doelpunt nodig om haar twijfel over haar interlandloopbaan weg te nemen. Op 26 september 2023 zit ze op de reservebank als Oranje voor eigen publiek een Nations League-wedstrijd speelt tegen Engeland. Nederland lijkt te blijven steken op 1-1, totdat Jansen, net ingevallen, vlak voor tijd de bal voor de voeten krijgt. Randje strafschopgebied, weinig ruimte. Ze aarzelt niet en jaagt de bal met de wreef in de rechterbovenhoek.
Het is een belangrijk doelpunt voor Nederland, dat een zege nodig heeft om groepswinnaar te worden en zo zicht te houden op plaatsing voor de Olympische Spelen, komende zomer.
Maar het is vooral ook een belangrijk doelpunt voor Jansen. Al sinds het EK van 2017 maakt ze vast deel uit van de selectie van Oranje, maar ze moet bijna altijd genoegen nemen met een plek op de reservebank.
Het WK afgelopen zomer, in Australië en Nieuw-Zeeland, verliep teleurstellend voor haar. Ze maakte minder minuten dan gehoopt, en begon te twijfelen of ze nog wel voor het Nederlands elftal wilde uitkomen. Die twijfel viel weg door het doelpunt tegen Engeland, vertelt ze. „Als je nodig bent en dan zo de winnende maakt, dan weet je weer waar je het voor doet.”
Het typeert Jansen. Andere speelsters met zo’n staat van dienst zouden misschien al lang hebben geprobeerd hun positie op te eisen – of hebben bedankt voor de eer. Jansen is een teamspeler bij uitstek, ze is veel bezig met hoe anderen zich voelen. Door teamgenoten bij Oranje wordt ze wel de ‘moeder’ van de groep genoemd, een typering die ze overigens niet volledig omarmt. „Ik snap wel dat meiden het zo verwoorden, maar uiteindelijk voetbal ik daar ook voor mezelf.”
De volgende stap
Nu kiest Jansen na zestien jaar Eredivisie ook in haar clubcarrière voor zichzelf. Ze is aanvoerder van FC Twente, dat dit weekend kampioen had kunnen worden maar het feest uitstelde door gelijk te spelen tegen FC Utrecht (2-2). Met meer dan 240 wedstrijden en 130 doelpunten geldt ze als boegbeeld van de club. Jansen, die het EK in Zwitserland volgende zomer ziet als logisch sluitstuk van haar loopbaan, wil nog een keer op avontuur. Het liefst naar een mooie club in het buitenland. „Als ik nog wat wil dan moet het nu,” beseft ze.
Het is niet de eerste keer dat het buitenland lonkt voor de Noord-Hollandse. In 2017, toen Jansen met Oranje de Europese titel pakte, was er al eens interesse, zegt ze. Ze zat destijds net twee seizoenen bij FC Twente, en vond dat ze er nog niet klaar voor was. Een paar seizoenen later, toen ze vond dat ze wel klaar was voor die stap, zat de coronapandemie in de weg.
Het contrast met Oranje-speelsters en mede-aanvallers als Lieke Martens (FC Barcelona, nu Paris Saint-Germain), Vivianne Miedema (Arsenal) is groot, ook financieel. Toch is Jansen er niet verbitterd over dat ze niet bij een grote club in het buitenland speelde. Ze doet met Twente elk jaar mee om de prijzen. Belangrijker, zegt ze, ze is helemaal op haar plek in Enschede. „Ik ben hier gekomen als een meisje dat de kat uit de boom kijkt, en ik ben hier uitgegroeid tot een volwassen vrouw met aanvoerderscapaciteiten.”
FC Twente is de beste club van Nederland. Volgens Jansen heeft de club het vanaf de start van de Vrouwen Eredivisie (2007 ) goed voor elkaar. Altijd een sterke selectie, en een goede begeleiding. Maar dit seizoen is de meeste aandacht uitgegaan naar concurrent Ajax, dat onder aanvoering van Sherida Spitse de kwartfinale van de Champions League bereikte. Twente verloor in de voorronde van het Zweedse BK Häcken. Is dat niet vervelend? „Totaal niet”, zegt Jansen. Ze hebben de aandacht zelf verdiend. „Alleen,” vervolgt ze, „naar mijn weten staan wij vanaf dag één al op nummer één . Prima als de pers de druk lekker bij Ajax legt. Wij doen gewoon wat we moeten doen.”
Regie opeisen
Zo vult ze ook haar rol als aanvoerder in. Een leider die het voorbeeld geeft en oog heeft voor wat er leeft in de groep, geen dominante captain. Dat laatste past niet bij haar persoonlijkheid, zegt ze. „Ik ben niet iemand die in de spotlights gaat staan of keihard schreeuwt over het veld. Natuurlijk, af en toe moet dat wel even om de scherpte te krijgen of te coachen, maar dat zit eigenlijk niet in mijn karakter.” Ze heeft de aanvoerdersband dan ook niet opgeëist, de rol is haar toegekomen door haar groei en prestaties binnen het team.
In Oranje speelt ze met rugnummer 13. Jansen wist dat de eerste elf nummers naar basisspeelsters zouden gaan, en nummer dertien kwam in haar op. „Dus ik had ’m opgeschreven, en uiteindelijk heeft het me veel meer gebracht dan ik had durven dromen.” Het nummer, dat haar vanwege beperkte interesse bij de andere spelers is gegeven, is haar geluksgetal geworden, zegt ze.
Nu neemt Jansen zelf de regie in handen. Ze verlaat FC Twente en wil haar carrière afsluiten in het buitenland. Of dat ook lukt, is onzeker. Bij tegenvallende interesse wil ze nog een seizoen bij een andere Nederlandse club spelen. „Dromen mag, en natuurlijk hoop ik op een mooi buitenlands avontuur, maar als dat er uiteindelijk niet in zit, vind ik het nog steeds heel mooi om in Nederland te voetballen.”