Zo kan het woonbeleid direct beter

Wooncrisis Stop met het slopen van sociale huurwoningen en bouw in elk dorp een straat erbij. Zo los je het woningtekort op, zegt Armanda Govers.

Een sloopproject in een arbeiderswijk in Zaandam, om ruimte te maken voor nieuwbouwwoningen.
Een sloopproject in een arbeiderswijk in Zaandam, om ruimte te maken voor nieuwbouwwoningen.

Foto Kim van Dam / ANP / Hollandse Hoogte

De huizenprijzen dalen, maar er is nog steeds een tekort aan woningen. Duizenden Nederlanders willen verhuizen, maar kunnen geen woning vinden. Er moeten dus snel woningen bij. Dat kan. Door sociale huurwoningen te verkopen in plaats van te slopen en door in ieder dorp een straat erbij te bouwen.

Ondanks het woningtekort worden jaarlijks 10.000 woningen gesloopt, met name oudere sociale huurwoningen verdwijnen. Ter vergelijking: in 2021 werden 69.000 nieuwe woningen gebouwd.

Een belangrijke reden dat woningbouwcorporaties kiezen voor deze kapitaalvernietiging is dat op nieuwe plekken bouwen niet zomaar wordt toegestaan. In de wet staat dat alleen gebouwd mag worden als het echt nodig is. Dat leidt tot vertraging bij het aanwijzen van nieuwe bouwlocaties.

Ten tweede is het verplicht bebouwd gebied nog voller te bouwen, tot het echt niet meer gaat. Bouwen in het weiland is in principe uit den boze, terwijl dit relatief makkelijk gerealiseerd kan worden.

Boeren kunnen helpen door kleine stukjes grond te verkopen om een straat bij te laten bouwen voor jonge dorpsbewoners. Een gemiddelde boer heeft 60 hectare grond, een straat past al op 2 hectare. Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw is in elk dorp een straat erbij bouwen de snelste, meest haalbare manier om het woningtekort op te lossen. We moeten niet langer straten slopen en herbouwen, maar verkopen en bijbouwen.

Karakterloze nieuwbouw

Een politiek argument tegen de verkoop van corporatiewoningen is dat het sociale huurders zou benadelen. Dus stuurt men bewoners weg met een verhuisvergoeding (die ze via huurverhoging in korte tijd terugbetalen) en het recht om terug te keren in de nieuwe bebouwing. Waanzin. Het is beter voor hen en voor de woningvoorraad als ze de keuze krijgen te blijven door te kopen.


Lees ook: Afgunst en marktideologie zijn niet de oplossing voor betaalbaar wonen

Een andere reden dat gemeenten sloop aantrekkelijk vinden, is een smalle blik op cultuurhistorie versus andere waarden, zoals duurzaamheid. Kunststof kozijnen en zonnepanelen passen vaak niet in een historisch karakter. Hierdoor ontstaat terughoudendheid in het aanwijzen van monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten. Het gevolg: karakteristieke straten uit de wederopbouwperiode worden ingeruild voor karakterloze nieuwbouw. Bebouwing uit de decennia daarna maakt al helemaal geen kans om behouden te worden. Daar kunnen we spijt van krijgen.

Dit besefte men al in de jaren zestig toen de visie van PvdA’er Joop den Uyl (destijds wethouder) om de Amsterdamse binnenstad te moderniseren gelukkig niet werd gerealiseerd. Het is beter om te kiezen voor én-én: cultuurhistorische woningen die verduurzaamd mogen worden én nieuwe klimaatneutrale wijken. Zo krijgen we een rijk en divers woningaanbod.

Bekwame politici moeten het woningtekort snel oplossen door alle middelen en kennis in te zetten. Niet meer slopen, maar behouden en verduurzamen. In elk dorp een straat erbij. Wanneer het woningtekort slim wordt opgelost, kunnen die duizenden woningzoekende Nederlanders vrij van woonstress hun leven verder opbouwen.