N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Syrische oppositie In het oppositiegebied in noordwestelijk Syrië wordt met vrees gekeken naar de Turkse toenadering tot Assad. Onder Syrische vluchtelingen in Turkije is de angst voor deportatie groot.
Alsof je in een kooi zit die ieder moment in brand kan vliegen. Zo voelt het leven in het laatste stukje van Syrië dat nog in handen is van de oppositie tegen het regime van president Assad, vertelt Maisa al-Mahmoud, een Syrische vrouw in de noordwestelijke stad Azaz. „We zitten hier bij elkaar gepropt op een klein stukje land omdat we weigeren onder Assad te leven”, zegt ze via de telefoon. „Maar als het regime ons aanvalt, kunnen we geen kant op, want de Turkse grens zit dicht.”
In noordwest-Syrië wonen zo’n vier miljoen mensen, van wie bijna drie miljoen ontheemden. Turkije heeft militaire observatieposten in het gebied en houdt er een Syrisch rebellenleger op de been dat eerdere offensieven van het Assad-regime wist af te slaan. Maar nu de Turkse president Erdogan om de tafel zegt te willen gaan met Assad, vrezen Syriërs zoals Maisa voor het ergste.
Lees ook: Erdogan wil oude band met Assad herstellen
„We verkeren in groot gevaar”, zegt de 49-jarige vrouw, moeder van vijf kinderen. „Ik ben emotioneel uitgeput, ik maak me voortdurend zorgen over mijn kinderen.” Hoewel ze niet verwacht dat Turkije Syrië abrupt verlaat, is ze bang dat Ankara het gebied stapsgewijs zal afstaan aan het regime. Door haar eerdere activisme zou dat haar in groot gevaar brengen. „Als het regime me te pakken krijgt, ben ik dood.”
En dus is Maisa weer aan het demonstreren geslagen. Iedere week na het vrijdagmiddaggebed gaat ze de straat op om te protesteren tegen Turkije’s toenadering tot Assad. „We dachten dat Turkije onze vriend was”, zegt ze. „Maar nu zeggen we tegen de Turken: jullie hebben niet het recht om namens het Syrische volk te spreken. Alleen wij bepalen of er vrede komt met Assad.”
Gedwongen terugkeer
Ook Syriërs binnen Turkije hebben reden tot zorg. Het land telt maar liefst 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen en president Erdogan laat er geen twijfel over bestaan dat het contact met Damascus hun terugkeer moet faciliteren. Turkije beweert dat die terugkeer alleen vrijwillig zal plaatsvinden, maar in de praktijk worden Syriërs gedwongen formulieren voor ‘vrijwillige’ terugkeer te ondertekenen en zijn honderden van hen tegen hun wil gedeporteerd.
De angst voor deportatie leeft sterk binnen de gemeenschap, vertelt Hamzeh Almustafa, de directeur van het Syrische televisiekanaal SyriaTV vanuit zijn kantoor in Istanbul. „We hebben er vandaag nog een item over gemaakt”, zegt hij. „Gelukkig heeft mijn personeel een werkvergunning, dus lopen ze minder risico. Maar als Syriër maak je je altijd zorgen.”
Almustafa – 38 jaar, casual chic gekleed en gepromoveerd aan een Britse universiteit – geeft een rondleiding door de glimmende studio’s van SyriaTV. De zender heeft twee miljoen abonnees op YouTube en bedient Syriërs over de hele wereld.
„We zijn in 2018 begonnen, precies op het moment dat de Syrische oppositie politiek en militair verslagen leek”, zegt Almustafa. „Het hele idee achter SyriaTV is dat we ondanks die nederlaag het discours van onze revolutie voortzetten en de versplinterde Syrische gemeenschap bij elkaar houden.”
Istanbul leek daar destijds een ideale uitvalsbasis voor. De Turkse metropool groeide na het falen van de Arabische Lente uit tot dé uitvalsbasis van gevluchte Arabische oppositiebewegingen en telt meer dan 25 Arabische televisiezenders. „We kunnen hier vrij opereren”, zegt Almustafa. „De Turkse autoriteiten hebben nog nooit geprobeerd om onze berichtgeving te beïnvloeden.”
Komt daar nu ineens verandering in? Almustafa vermoedt van niet. Hij denkt dat de Turkse toenadering tot Assad vooral een show is om Turkse kiezers gerust te stellen. „In het ergste geval zullen we onze missie elders voortzetten. Wij Syriërs weten hoe we ons moeten aanpassen.”
Anti-Turkse demonstraties
Ook Hadi al-Bahra, oud-president van de Syrische Nationale Coalitie, een in Istanbul gezeteld Syrisch oppositieorgaan, probeert rust uit te stralen. „Toen we onze revolutie begonnen, hadden we ook alleen onszelf”, zegt hij. „Wat Turkije en andere landen ook doen, onze strijd gaat gewoon door.”
Toch valt het op dat Bahra al te felle kritiek op Turkije uit de weg gaat. Gevraagd naar de anti-Turkse demonstraties in Syrisch oppositiegebied zegt hij dat hij de woede van zijn landgenoten begrijpt, maar als politicus voorzichtiger te werk moet gaan. „We proberen vooral de schade te beperken”, zegt hij. Liever herinnert hij de Turken aan de gedeelde belangen. „We willen allebei dat vluchtelingen terug kunnen, maar dat gaat pas gebeuren wanneer er politieke verandering komt in Syrië.”
Wat Turkije en andere landen ook doen, onze strijd gaat gewoon door
Hadi al-Bahra oud-president van de Syrische Nationale Coalitie
Bahra zegt van zijn Turkse contacten te hebben begrepen dat Turkije de Syrische oppositie niet in de steek zal laten. „De Turken staan nog altijd achter resolutie 2254” zegt Bahra, verwijzend naar een VN-revolutie uit 2015 die oproept tot politieke verandering en vrije verkiezingen in Syrië.
Maar Maisa al-Mahmoud in Azaz reageert cynisch. „Wonen deze politici soms op een andere planeet?”, zegt ze. „Niemand gelooft nog in resolutie 2254. Deze zogenaamde vertegenwoordigers van de Syrische oppositie vertegenwoordigen ons niet. Ze zien heus wel wat er gebeurt, maar durven geen kritiek te uiten op Turkije omdat ze bang zijn dat ze het land worden uitgetrapt.”
Wat Maisa betreft is het glashelder: iedereen heeft de Syrische opstand verraden. Niet alleen Turkije, maar ook de Arabische wereld, het Westen en zelfs Syrische oppositieleiders.
Is het dan niet beter om de handdoek in de ring te gooien en toch maar vrede te sluiten met Assad? „Dat nooit”, zegt Maisa. „Assad heeft onze geliefden opgesloten, gemarteld en vermoord. Hij heeft onze huizen verwoest en ons leven kapot gemaakt. Zo’n monster schud je nooit meer de hand.”