De lange strijd van journalist Jeroen Akkermans: ‘Gerechtigheid voor Stan Storimans gaat ons allemaal aan’

Het was een oorlogsmisdaad, zegt Jeroen Akkermans. En ook al gebeurde het zestien jaar geleden, hij laat het er niet bij zitten.

Dinsdag 12 augustus 2008, halverwege de ochtend. Ruim een uur later zal de korte oorlog tussen Rusland en Georgië voorbij zijn. RTL-journalist Akkermans en zijn cameraman Stan Storimans maken een reportage op het grote centrale plein van de Georgische stad Gori, de geboorteplaats van Stalin.

Veel mensen zijn er niet meer. Russische eenheden hebben de stad in de dagen ervoor gebombardeerd. De Georgische troepen hebben zich voor het oprukkende Russische leger teruggetrokken. En ook het merendeel van de bevolking heeft een goed heenkomen gezocht naar het zuid-oosten, in de richting van de hoofdstad Tbilisi. Er zijn nog hoofdzakelijk ouderen, invaliden, mensen die op zoek zijn naar benzine.

Storimans maakt opnamen van het Stalin-beeld op het plein. Opeens slaat er vanuit het noorden een raket in, vinden er verspreid over het plein explosies plaats en schieten er honderden metaaldeeltjes in het rond. Storimans is op slag dood. Ook elf Georgiërs komen om. Allemaal burgers. Een Israëlische journalist, Zadok Yehezkeli, krijgt tientallen kogeltjes in z’n lijf, maar zal uiteindelijk overleven. Nadat hij de zwaargewonde Zadok in een ambulance heeft geholpen, blijft Akkermans bij Storimans. Hij weet te ontkomen naar Tbilisi. „Dat is niet zo eenvoudig, met een lichaam.”

Stan Storimans in Afghanistan in 2006. Foto ANP/Hennie Keeris

Akkermans is lichtgewond geraakt. Een kogeltje in zijn linkerbeen herinnert hem nog altijd aan die dag, „al heb ik daar dat kogeltje niet voor nodig”. Om één ding is hij blij, zegt Akkermans tijdens een gesprek in een Amsterdams café. Dat hij bij Storimans bleef, en niet eerder wegging. „Stan alleen laten, alleen al de gedachte daaraan doet pijn. Dat was voor mij ook meteen duidelijk. Ondanks alle ellende, de hel waar ik toen in terecht gekomen was.”

Sinds die dag zet de journalist zich onvermoeibaar in voor berechting van degenen die verantwoordelijk waren voor de aanval. „Het is wel erg lang geleden, zeggen mensen. En dat klopt. Maar ik vind dat gerechtigheid geen vervaldatum heeft, het is geen pak melk. Dit gaat niet meer over persoonlijke rouw, maar over recht en gerechtigheid. Je hebt videobewijs, fotobewijs, forensisch bewijs, je hebt ooggetuigen – en uiteindelijk gebeurt er niks, heeft geen rechter zich erover gebogen. Dat vind ik onacceptabel.

„Gori was door het Georgische leger geëvacueerd en daarmee geen militair doelwit meer. Dat maakt de aanval tot een oorlogsmisdaad.”

Berechting van Rusland lukte niet bij het Europees Hof voor de Rechten voor de Mens in Straatsburg, ook niet bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Deze week heeft hij zijn laatste poging ondernomen om gerechtigheid te krijgen voor Storimans en de elf Georgische slachtoffers. Met weduwe Marjolein Storimans deed hij aangifte bij het Openbaar Ministerie in Den Haag tegen zes Russische militairen, die volgens hen de raket met clusterbomlading hebben afgevuurd, zo werd vrijdag bekend.

In het proces over het neerhalen van MH17 heeft de rechtbank in Den Haag na acht jaar uiteindelijk drie mensen tot levenslang veroordeeld. Voel je je daardoor gesterkt, ook al is er niemand uitgeleverd en achter de tralies verdwenen?

„Ik hoop dat met dat vonnis is afgerekend met het argument ‘we kunnen ze toch niet pakken’. Want dat is nog maar de vraag. Misschien zijn er mensen die wij verdenken nu actief in Oekraïne en kunnen ze toch nog worden gepakt. Een arrestatiebevel betekent ook dat je bewegingsvrijheid zeer wordt beperkt. Maar wij willen vooral dat een rechter een oordeel velt.”

Hoe heb je achterhaald wie de raket afgevuurd zou hebben?

„Als je een aanklacht wil doen heb je verdachten nodig. Vanaf 2018 zijn we in openbare bronnen onderzoek gaan doen met een groep OSINT-experts (die gespecialiseerd zijn in het verzamelen en analyseren van gegevens uit openbaar toegankelijke bronnen, red.). Dat is puzzelen, en zwaar. Ook al lagen de bewijzen er al sinds 2008.”

Geen bewijzen tegen specifieke personen.

„Maar wel tegen de enige brigade die over dit soort Iskander-raketten beschikte: de Iskander-brigade. Zij hebben de raketinstallatie overgevlogen naar Noord-Ossetië (de Russische deelrepubliek die aan Georgië grenst, red.). En ja, toen ze hem daar eenmaal hadden, wilden ze hem ook inzetten. Het werd duidelijk dat er vrede aankwam, dus hebben ze gedacht: nu moeten we snel zijn.”

Dat vermoed je. Waar baseer je dat op?

„Dat is de logica van het slagveld. Bij een overwinningsparade in 2009 hebben de Russen gezegd dat het nieuwe wapen met succes is ingezet. Ze wilden het testen. In een intern Russisch document wordt de aanval beschreven, met uitspraken van betrokkenen. Zo zijn we bij de verdachten gekomen.” Meer wil Akkermans daar niet over zeggen, want „ik wil de Russen niet wijzer maken dan ze zijn.”

Akkermans was in de jaren negentig correspondent in Moskou. Sindsdien heeft hij veel gereisd door de landen van de voormalige Sovjet-Unie. Hij versloeg oorlogen in Tsjetsjenië, Abchazië en Oekraïne. Hoewel hij nu correspondent in Berlijn is, doet hij sinds de massale Russische inval in februari 2022 regelmatig verslag uit Oekraïne. „We hebben het opgeteld: de afgelopen twee jaar ben ik er samen met cameraman Han Pannevis alles bij elkaar twaalf maanden geweest”, vertelt hij.

Rusland, en wat het land aanricht, laat Akkermans niet los. Net zo min als de gebeurtenissen op het plein in Gori. „De feiten staan nog nét zo overeind als in 2008. Maar het vreemde is: het verwatert als het ware. De tijd werkt in het voordeel van de verdachten. Mensen haken af. Ik neem dat niemand kwalijk. Maar ik neem het wél de institutionele organen kwalijk die zijn opgericht om de slachtoffers van oorlogsmisdaden enige bescherming te bieden.

Een Nederlandse onderzoeksommissie van het ministerie van Buitenlandse Zaken stelde al in 2008 na onderzoek ter plaatse vast dat het ging om „een clusterwapen met een twintigtal exploderende sub-munities, die grote aantallen kleine kogeltjes verspreidden. Het clusterwapen moet zijn afgeworpen door een tactische ballistische raket, afkomstig van de Russische Federatie.”

Uit onderzoek van Jeroen Akkermans en anderen zou blijken dat vanuit het Russische Noord-Ossetië een Iskander-raket (met clustermunitie) gelanceerd is met als doel het plein in Gori, op 12 augustus 2008. Beeld Studio NRC

Rusland verwerpt deze conclusie en zegt dat Georgiërs met Amerikaanse hulp bewijsmateriaal hebben gefingeerd, nadat de stad weer was verlaten door Russische troepen. Ze ontkennen het gebruik van een clusterbom. In de hoorzitting bij het Mensenrechtenhof haalde de Britse advocaat van de Russische Federatie in 2018 alles uit de kast. Akkermans’ taxi zou niet doorzeefd zijn, de raketonderdelen zouden nep zijn, en als ze echt waren, zijn ze mogelijk ontvreemd en neergelegd.

Het Europees Mensenrechtenhof oordeelde dat het zich niet kan uitspreken over wat er is gebeurd in de actieve fase van de oorlog. Zeven van de zestien rechters dachten daar anders over, maar een hoger beroep is niet mogelijk. „Stan werd om 10.42 uur gedood”, zegt Akkermans. „Om twaalf uur diezelfde dag werd het voorlopig vredesverdrag getekend en kwam er een eind aan de actieve fase van de oorlog. Dus Stan is 78 minuten te vroeg omgekomen om gerechtigheid te krijgen bij het Mensenrechtenhof.”

Het Internationaal Strafhof boog zich pas in 2015 over Russische wandaden in de oorlog met Georgië, als eerste zaak buiten Afrika. In 2022 werden arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen drie (Ruslandgezinde) Zuid-Ossetiërs, maar ze hadden niets te maken met het bombardement op Gori.

Toch houd je van Rusland, zoals je in je columns schrijft?

„Zeker. Het is niet voor niets dat ik er zo bij betrokken ben. Maar ik heb ook steeds de klauw van de sovjet-repressie gezien. In Tsjetsjenië, in Abchazië, in Georgië, bij de machtsomwenteling in Moskou, en nu in Oekraïne. Die oorlogen vertellen allemaal hetzelfde verhaal, het zijn uitingen van die klauw van het Sovjet-verleden. Het gaat om onderdrukking die al honderd jaar gaande is, en waar Oekraïne zich nu aan probeert te ontworstelen. Het is niet begonnen met Poetin en het gaat ook niet eindigen met Poetin. In die zin ben ik niet optimistisch.”

Ben je vaak terug geweest naar Gori?

„Ik ben er vijf jaar geleden zelfs met mijn gezin geweest. Zodat ze het ook met hun eigen ogen konden zien en het niet meer alleen mijn verhaal was. Ik ben er met mijn vrouw geweest, en ook met Marjolein Storimans.

„Voor het eerst ging ik in 2009 terug naar de plaats delict, voor de documentaire die we hebben gemaakt met Zadok. Dat was zwaar. Ik ben er geweest met alle mensen met wie ik in mijn privéleven vast verbonden ben, en ook met wie ik verbonden ben door wat er gebeurd is – en dat heeft me goed gedaan.”

Je bent niet bitter geworden.

„Nee, dan ben je verloren. Nadat het gebeurd was, ben ik datzelfde jaar in Italië op vakantie geweest met mijn gezin. Je doet allemaal leuke dingen en ik genoot er ook van. Maar toen ik de vakantiefoto’s terug zag, schrok ik van mezelf, ik had een heel versteend gezicht. Alsof ik met botox was behandeld.

„Ik had daarvoor ook wel nare dingen meegemaakt, maar dat heb ik meer voor mezelf gehouden. Dit kon ik niet voor me houden, ik werd er ook in Nederland mee geconfronteerd, en dat word ik tot de dag vandaag. Soms is dat prettig, maar soms is het ook gewoon naar als iemand je erop aanspreekt terwijl je ergens zit te eten.

„Wat er met Stan en die elf Georgische burgers is gebeurd heeft een soort ommekeer bij me teweeggebracht, ik ben er opener over geworden. Het kan toch niet zo zijn dat ik als medeslachtoffer de rest van mijn leven gebukt ga onder wat er gebeurd is. Daar help ik niemand mee. Maar zo zit ik ook niet in elkaar.

„Maar ik heb er een paar maanden voor nodig gehad om tot die slotsom te komen. Kan ik niet beter parlementair journalist worden, of helemaal uit de journalistiek stappen? Maar de betrokkenheid hierbij, dat is zoals ik in elkaar steek. Hoe meer er door Rusland gelogen en bedrogen wordt, hoe meer het mij bevestigt in: hou koers, hou koers.”

En je blijft naar Oekraïne gaan, terug naar de oorlog.

„Ik kan elk moment zeggen: ik stop ermee. Maar tot dusver heb ik nooit die aanvechting gevoeld. Als je een brandweerman bent en er is een grote, uitslaande brand, dan zeg je niet: dat doe ik niet meer. Wat niet wil zeggen dat ik het tot in lengte van jaren blijf doen.”

En je blijft na zestien jaar ook doorgaan met de zaak-Storimans?

„Er zijn genoeg redenen om ermee op te houden. Maar die doen niets af aan de redenen waarom we er mee begonnen zijn: de strijd voor gerechtigheid. Die gaat ons allemaal aan.”