N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Luister naar
07:43
Jetske Mijnssen Operaregisseur Jetske Mijnssen legt, na jaren voorbereiding, de laatste hand aan Roberto Devereux. Dit laatste deel van een drieluik Donizetti-opera’s is vanaf 18 april te zien bij De Nationale Opera.
Dinsdag 5 maart
Terug in het operahuis
Om 09.05 neem ik de trein naar Amsterdam. Vandaag is de eerste repetitiedag van Roberto Devereux, het slotdeel van de Tudor-trilogie van componist Gaetano Donizetti. Zo’n eerste dag is altijd bijzonder: in de Grote Studio presenteren we het concept aan de solisten en medewerkers van de opera. Bij binnenkomst is het een vrolijk weerzien met mijn team (decorontwerper, kostuumontwerper, lichtontwerper en dramaturg), de assistenten en met de voorstellingsleiders van de opera. De Grote Studio is afgeladen, heel veel medewerkers van de verschillende afdelingen zijn gekomen, zelfs van het koor is een aantal zangers aanwezig.
De eerste ontmoeting met de solisten is belangrijk voor me, tijdens de presentatie van het regieconcept richt ik me vooral tot hen. Naast me staat de maquette van het decor en er hangen tekeningen van de kostuums. Terwijl ik onze ideeën voor deze opera uiteenzet, kijk ik naar de solisten: slaat ons concept aan? Of gaan de gezichten juist op slot?
In 2018 organiseerde Sophie de Lint, directeur van De Nationale Opera, de eerste ontmoeting tussen dirigent Enrique Mazzola en mij in Zürich. Het was het begin van een lange, spannende maar vooral inspirerend Belcanto-avontuur.
In de middag bezoeken decorontwerper Ben Baur en ik het decoratelier van De Nationale Opera in de Amsterdamse Bijlmer. De imposante zwarte wanden die we gebruikten bij Anna Bolena en Maria Stuarda zijn opnieuw opgebouwd, nieuw is de slaapkamer van Elisabetta: een hoge, moderne roomwitte ruimte. Je ziet meteen dat we Roberto Devereux hedendaags gaan spelen.
Op de korte terugweg naar huis realiseer ik me wat een voorrecht het is in Amsterdam te regisseren. Wanneer ik voorstellingen in het buitenland maak, ben ik zes weken weg en mis ik mijn gezin intens – hoe ontzettend leuk het ook is om steeds in andere Europese steden te wonen. Maar vanavond zitten we gewoon samen aan tafel!
Vrijdag 15 maart
Alles moet anders
Repetitie met het koor: begin tweede akte. Vorige week heb ik deze scène met het koor opgebouwd. Daarna ben ik met de solisten verder gegaan in de tweede akte en realiseerde me dat de koorscène zoals we die oorspronkelijk bedacht hadden, niet goed is. De sfeer, de kleur, de handeling, álles moet anders. Dit is zo’n beroemd ‘kill your darlings’-moment, want van deze scène was ik de afgelopen jaren tijdens de voorbereiding juist heel zeker. Het koor reageert professioneel, we proberen de nieuwe versie. Samen vinden we de nieuwe vorm. Sommige zangers in het koor ken ik al uit de periode rond 1999, toen ik hier regieassistent was. Er zijn ook veel nieuwe gezichten. Het is een getalenteerde, uitgesproken groep zangers, waarmee ik goed kan werken.
Vrijdag 22 maartt
Het einde van de operas
Tijdens de dagelijkse wandeling van Amsterdam CS naar De Nationale Opera loop ik te mijmeren over allerlei thema’s in mijn leven. Daarbij ontstaat ook een nieuwe gedachte over het einde van Devereux. Anna Bolena en Maria Stuarda eindigen met een stervende koningin, in Devereux laat Donizetti meer ruimte voor interpretatie. De vraag is of Elisabetta lijdend of stervend achterblijft, of dat we een andere vorm vinden.
Mijn idee over het einde van een opera verandert meestal nog gedurende het repetitieproces. In samenspraak met de solisten ontstaat vaak ruimte voor iets nieuws. Maar aan die ‘ingebouwde onzekerheid’ ben ik inmiddels wel gewend. Er zijn dingen die je niet achter je schrijftafel kunt bedenken.
Dinsdag 26 maart
Wennen
De eerste toneelrepetitie is altijd een spannende dag. Iedere keer denk ik dat we nu een enorme stap vooruit gaan zetten, maar het tegendeel is waar: de zangers moeten wennen aan de zaal, de akoestiek, de afstand tot de dirigent, het decor. Het is zoeken, ook voor mij. Vanuit de zaal bezie ik het geheel meer dan in de repetitiestudio, waar ik heel dicht op de zangers zat. Mijn team en ik krijgen daardoor nieuwe ideeën, en we zien ook wat níet werkt aan dat we tot nu toe ontwikkeld hebben.
Dinsdag 26 maart
Schoolconcert
Vanavond zingt mijn jongste dochter met school het Requiem van Mozart in de Philharmonie in Haarlem. Maar hier in Amsterdam is er een belangrijke repetitie op het toneel. Ik kan onmogelijk naar het Requiem komen. Mijn dochter gaat er luchtig mee om, maar ik vind het ontzettend jammer. Dit is haar laatste schoolconcert, gelukkig zijn mijn man en schoonmoeder er wel. Rond 22.00 krijg ik een foto van een stralend kind. Zo fijn.
Vrijdag 5 april
KHP
Piano generale – in het Duits Klavierhauptprobe (KHP). Een Engelse decor- en kostuumontwerper met wie ik veel werk zegt altijd: „KHP, the three most terrifying words in German: Klavier – Haupt – Probe, each word on its own is fine, but the combination is killing”.
In deze doorloop komt alles voor het eerst samen: begeleid door piano gaan we door de hele opera heen met decor, kostuums, kap en grime en licht. We kijken of alles wat we de afgelopen jaren bedacht hebben werkt. Tegelijkertijd is het de eerste repetitie waarbij mensen van het operahuis kijken en we feedback krijgen.
Om 23 uur ben ik thuis, mijn oudste dochter zit aan de keukentafel. Ze is voor het weekend terug uit Groningen, waar ze sinds september studeert. Ik geniet van alle verhalen over haar nieuwe leven, over haar studie en over nieuwe en oude vrienden.
Maandag 15 april
Het rode doek
Generale repetitie. We zijn er klaar voor. Een volle zaal. Enrique Mazzola en het Nederlands Kamerorkest spelen de ouverture als liefdesverklaring aan Donizetti. Aan het eind valt het rode doek over leven, leed en liefdes van Elisabetta. Het sluit de trilogie af: na twee stervende koninginnen staat daar een eenzame maar sterke vrouw met haar blik vooruit. Een vrouw die verdergaat.