N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Stikstofaanpak Het kabinet heeft 24 miljard euro gereserveerd voor de stikstofproblemen, maar is dat genoeg?
Er dreigt een tekort aan geld om de stikstofcrisis op te lossen. Dit blijkt uit een rondgang van NRC langs de provincies. Op 1 juli moeten de provincies een plan inleveren bij het Rijk en uitleggen hoe ze de stikstofproblemen willen oplossen. Kabinet-Rutte IV heeft hiervoor zo’n 24 miljard euro gereserveerd. Als het Rijk de plannen van de provincies heeft goedgekeurd, wordt het geld verdeeld.
Maar provincies vrezen dat het budget niet toereikend is. Zo schatten Friesland, Overijssel en Gelderland samen ten minste 15 miljard euro nodig te hebben. In Gelderland en Overijssel zal de veestapel de komende jaren met een derde krimpen, volgens de landbouwgedeputeerden. Dit betekent dat daar de komende jaren duizenden boerenbedrijven zullen stoppen.
De grootste kostenposten in Overijssel, waar de meeste melkveehouders van Nederland zitten, zijn het uitkopen van boeren (2 miljard) en het houden van minder vee per hectare, waardoor zowel bodem als natuur minder worden belast (2 miljard). Gelderland verwacht voor de stikstofproblemen rond de Veluwe 5 miljard euro nodig te hebben, zegt landbouwgedeputeerde Peter Drenth (CDA). Drenth onderbouwt deze kosten niet, maar zegt dat hij dit eerder heeft laten berekenen. Hoewel andere provincies nog geen kostenraming delen van hun plannen, denken Noord-Brabant, Friesland en Utrecht dat er te weinig geld in de stikstofpot zit.
Lees ook: Te weinig tijd, te weinig geld: dat zeggen provincies over de stikstofeisen van ‘Den Haag’
‘Eerst plannen inleveren’
Een woordvoerder van het ministerie van Landbouw erkent dat in provincies met veel melkveehouders zoals Overijssel, Gelderland en Brabant, die ook nog eens veel natuurgebieden hebben, de kosten flink kunnen oplopen om boeren uit te kopen en de natuur te herstellen. Hij vindt dat de provincies eerst hun plannen moeten inleveren voordat er gesproken kan worden over een eventueel te krap budget. „We kunnen niet zomaar ergens nog eens 25 miljard vandaan toveren.”
Het Rijk legde het oplossen van de stikstofproblemen op het bordje van de provincies. Die kunnen zo in eerste instantie gedeputeerden worden aangerekend. Maar het Rijk heeft zich zo ook afhankelijk gemaakt van de provincies, die veel nauwer verweven zijn met de agrarische sector. Daar worden pijnlijke maatregelen minder makkelijk genomen.
Bovendien denkt de helft van alle provincies de deadline waarschijnlijk niet te halen, blijkt uit de rondgang van NRC. Het kabinet wil dat de stikstofuitstoot in 2030 met de helft is teruggedrongen, terwijl in de wet 2035 staat. Friesland vindt 2035 een „realistischere deadline”. En Groningen zegt dat 2030 „op voorhand” niet haalbaar lijkt. Ook Drenthe, Gelderland, Overijssel en Zuid-Holland denken dat 2030 niet gaat lukken. In het Overijsselse stikstofplan staat hierover: „We hebben minimaal tot 2035 tijd nodig, waarbij er een reëel risico is dat er meer tijd nodig blijkt voor de definitieve realisatie.”
Het kabinet wil de deadline van 2030 toch doordrukken. Tussen maart en juni van dit jaar moet dit in de wet worden opgenomen, zegt de woordvoerder van het ministerie van Landbouw.
Kabinet worstelt
Ondertussen worstelt het kabinet voort met de stikstofproblematiek. Afgelopen vrijdag werd bekend dat Nederland van Brussel geen uitstel krijgt bij de afbouw van het uitrijden van mest tot 2026, hoewel Landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie) eerder had verkondigd dat Nederland het mestuitrijden langzaam kon afbouwen.
Afgelopen zomer floot Brussel Nederland ook al terug, omdat een nieuwe uitkoopregeling voor stoppende boeren niet voldeed aan de Europese regelgeving. Het zou een vorm van ongeoorloofde staatssteun zijn. Momenteel is Nederland opnieuw in gesprek met Brussel over twee uitkoopregelingen. Het kabinet hoopt dat beide regelingen in april kunnen worden opengesteld.
Rondgang provincies p. E6-7