De commerciële huisartsenketen Co-Med zit in financiële problemen. De twee oprichters van het concern, beiden met een medische en wetenschappelijke achtergrond, hebben het bestuur verlaten.
Guy Schulpen, één van de boegbeelden, is vertrokken in februari en bevestigt dat hij ook geen aandeelhouder meer is. Guy Vroemen, een ondernemer die succes boekte met een bedrijf in dubbelzijdig kleefplakband, is de enig overgebleven directeur.
Dinsdagochtend diende een rechtszaak in Maastricht waar verschillende schuldeisers het faillissement van Co-Mede Tele-Services hadden aangevraagd. Dit dochterbedrijf regelt de telefonische beschikbaarheid van de huisartspraktijken van Co-Med. Uit gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat dit dochterbedrijf zijn naam een paar weken geleden heeft gewijzigd in PCC Tele-Services Amsterdam BV.
Volgens Edwin Slager, advocaat van een van de schuldeisers, heeft de rechter dinsdagochtend het faillissement uitgesproken. Co-Med kon inhoudelijk nog niet reageren op vragen over deze zaak. De rechtbank Maastricht maakt dinsdagmiddag pas bekend welke faillissementen dinsdagochtend zijn uitgesproken.
De financiële problemen bij het dochterbedrijf geven voeding aan de vrees dat de hele keten ten onder gaat. Onduidelijk is hoeveel patiënten op huisartsen van het snelgroeiende Co-Med zijn aangewezen. Afgelopen najaar bediende de keten met ruwweg 25 huisartsen inmiddels al vijftigduizend patiënten in heel Nederland.
Lees ook
Huisarts en patiënt in het nauw, maar dat aanpakken lukt amper
Gevolgen
Voor patiënten heeft een mogelijke sluiting grote gevolgen. Ze zullen bij andere praktijken moeten worden ondergebracht, maar Nederland kampt met een tekort aan huisartsen. Veel bestaande praktijken nemen geen nieuwe patiënten aan.
Eind maart sloot de praktijk in het Noord-Hollandse Anna Paulowna van de een op de andere dag na aanhoudende bezettingsproblemen. Daar stelde het CDA Kamervragen over. Co-Med werkt nog aan een oplossing. De SP Tilburg heeft deze week een landelijk meldpunt voor klachten over Co-Med geopend.
Het bedrijf heeft – volgens de eigen site – dertien praktijken in onder meer Amsterdam, Breda, Eindhoven en Enschede en is sinds vorig jaar vrijwel voortdurend in opspraak. Praktijken zijn slecht bereikbaar, spoedlijnen zijn niet of slecht bemand, ook komt het voor dat er op sommige momenten helemaal geen huisarts aanwezig is. Er is een gebrek aan protocollen, assistentes klagen dat ze taken moeten uitvoeren waarvoor ze niet bevoegd zijn. Co-Med erkent dat er soms problemen zijn met de bezetting, maar ontkent dat de kwaliteit van de zorg onder druk staat.
Patiënten in het Brabantse Reusel stonden vorig jaar voor een dichte deur. Een briefje aan het gesloten hek gaf hun het advies een telefoonnummer te bellen dat slecht bereikbaar bleek. Kort daarna bleek de Co-Med-praktijk permanent gesloten. In Zwolle besloten huisartsen van andere praktijken vorige zomer om de Zwolse vestiging van Co-Med uit de huisartsenpost te zetten, omdat de artsen niet meedraaiden in het dienstrooster van de spoedpost.
‘Patiënten lopen risico’
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) stelde het concern vorig jaar onder verscherpt toezicht. Maar pogingen van de toezichthouder om in te grijpen, werden door de rechter tegengehouden. De inspectie waarschuwde dat patiënten „een groot veiligheidsrisico” liepen, de zorg van Co-Med kampte met „ernstige tekortkomingen”.
Twee toezichthouders in de zorg, de inspectie en de Nederlandse Zorgautoriteit, concludeerden vorige maand in een gezamenlijk rapport dat ze niet goed bij machte zijn om commerciële ketens als Co-Med te controleren. Daardoor kan de toegankelijkheid en kwaliteit van huisartsenzorg in de knel komen zonder dat de toezichthouders hier iets tegen kunnen doen, zo waarschuwden ze.
In het laatst bekende boekjaar behaalde Co-Med een winst van 1,2 miljoen op een omzet van 9,4 miljoen. Veel artsen zijn boos over die cijfers, omdat reguliere praktijken niet zulke hoge winstmarges behalen. Huisartsenpraktijken krijgen van de verzekeraar ieder kwartaal een vast bedrag per ingeschreven patiënt: het inschrijftarief. Door de bezetting laag te houden en in te zetten op digitale zorg, kan het bedrijf kosten besparen en winst boeken.
Co-Med werd vooral opgericht vanuit de gedachte om de huisarts te ontlasten van de toenemende bureaucratie. Maar inmiddels fungeert het bedrijf als stofzuiger voor huisartsen met een eigen praktijk die geen opvolger kunnen vinden. Co-Med betaalt artsen voor die overnames: voor twee praktijken in Breda heeft de keten ruim 3,5 ton neergelegd.
Onenigheid
Zorgverzekeraars waren tot nu toe blij met de nieuwkomer omdat zij een zorgplicht hebben: tegenover de verplichting van burgers om belasting en zorgpremie af te dragen, staat de plicht van de zorgverzekeraar om goede, toegankelijke en betaalbare zorg te garanderen.
Behalve kritiek op de kwaliteit van de zorg, is er sinds vorig jaar terugkerende onenigheid over betalingen. Huisartsen klagen dat ze niet of slechts ten dele betaald worden. Er loopt op dit moment een rechtszaak waarin Bredase huisartsen ruim 84.000 euro aan achterstallige betalingen eisen van Co-Med.
Lees ook
Tien keer bellen om een huisarts te vinden – en dan nog steeds nul op het rekest krijgen