Heerlijk, vrede! Het Westen is erin geslaagd om het monster van de oorlog langdurig op veilige afstand te houden. Nou ja, op zo’n 1.500 kilometer afstand, in ons geval. Dan gaat het wel eens jeuken. Is dit wel het echte leven? Is dit niet te saai, te oppervlakkig, te nep? Dus ga je lekker op vakantie. Op zoek naar het échte, authentieke leven en naar spanning en sensatie. Naar Syrië bijvoorbeeld, Somalië of Afghanistan. Lekker wit en rijk rondlopen op het slagveld.
Oorlogstoerisme, het bestaat. Het is klein, duur en de deelnemers lopen er niet graag mee te koop. Op het eerste gezicht lijkt het ook raar. Waarom zou iemand vrijwillig de oorlog opzoeken? Waarom zou je op vakantie naar de hel gaan? In de documentaire Danger Zone (NPO 2) volgt de Litouws-Poolse regisseur Vita Maria Drygas drie oorlogstoeristen en een reisleider.
Een Amerikaanse glazenwasser, een Britse aannemer en een Italiaanse vertaler – alle drie voelen ze zich onvervuld en zijn ze op zoek naar het echte leven. Reisleider Rick Sweeney van War Zone Tours heeft nog een aanvullende reden: „Thuis is het ingewikkeld, gevaren zijn simpel.” Dus loopt hij met zijn klanten door kapotgeschoten straten, tussen soldaten met kalasjnikovs en hongerige burgers die huis en dierbaren hebben verloren. De toeristen poseren met een geweer op een autowrak of tegen de muur in een martelkelder waar iemand is geëxecuteerd, tussen de kogelgaten. In Syrië wil een wanhopige moeder haar blonde dochtertje aan de toeristen meegeven. In een vluchtelingenkamp bekogelen kleine kinderen de toeristen met stenen.
Wat opvalt is dat je nauwelijks geweervuur en ontploffingen hoort. Alleen het front in Syrië lijkt op de oorlog zoals we die van tv kennen. In Somalië heerst vooral de angst voor terroristische aanslagen. De Brit Andrew moet zijn debuterende reisgezel de hele tijd vertellen dat dit echt oorlogsgebied is: „Je bent nu op een van de gevaarlijkste plaatsen op aarde! Hier kan ieder moment een bom ontploffen!” De toeristen zien weinig actie maar wel veel onnoemelijke leed van onschuldige burgers.
Is dit ziek? Ja. Je inleven in deze toeristen is lastig. Oorlogstoerisme is ook te marginaal om een serieus probleem te zijn. Maar net als bijvoorbeeld bij de film The Zone of Interest – over villabewoners naast Auschwitz – bekruipt je langzaam het gevoel: dit zijn wij. Dit is hoe de westerse burgerij leeft. In luxe, vrijheid en vrede, met aan de andere kant van het hek de ellende. ’s Avonds een adrenalineshot halen uit een misdaadserie of het journaal. En in de vakantie backpackend door een arm land, zich vergapend aan de exotische misère.
Onbemande autootjes
Kadir van Lohuizen maakte de vierdelige documentaire, Food for Thought (NPO 2) over de internationale agrarische industrie. In het eerste deel filmde de fotograaf en documentairemaker Amerikaanse koeienboeren, in het tweede deel gaat hij naar China waar de voedselproductie voortvarend wordt aangepakt. Vergeleken met de VS ziet veel er ouderwets uit, met bijvoorbeeld akelige legbatterijen voor kippen. Maar China heeft dan wel weer onbemande autootjes die in de stad maaltijden bezorgen. Net als in het eerste deel laat Van Lohuizen ook alternatieven zien: innovatieve ondernemers die werkwijzen onderzoeken die minder belastend zijn voor het klimaat.
Erg leerzaam, Van Lohuizen legt de voedselstromen en de enorme netwerken mooi vast. Maar het blijft zo kil. Alsof ook de aanwezige mensen zijn verworden tot machines. Het voelt vaak als een voorlichtingsfilm, met al die gladde verkoopplaatjes en de gestroomlijnde productieprocessen. Je bent gewoon blij als er eens een plukrobot vastloopt of een sproeirobot niet wil opstijgen.