N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Postkaart uit Kòrsou Voor toeristen is het een zwemparadijs. Op bezoek bij haar oma ziet Linette van Vlodrop Curaçao door de ogen van de bewoners. Deze keer: het Tula-monument.
In Otrabanda ontmoet ik Naomie Pieter, performancekunstenares, queer- en antiracisme-activiste en tevens (mede)oprichter van Black Pride. Naomie is net als ik kind van eerste generatie Curaçaoënaars maar geboren in Nederland. Sinds een jaar woont zij op het eiland. Met iedereen die ze passeert, maakt ze een praatje. Tijdens het schuilen voor een regenbui bestellen we bij een batidotruckje een vers gemaakte fruit-smoothie met zuurzak (sorsaka). We praten alsof we vriendinnen zijn die elkaar na jaren weer tegenkomen. Naomie vraagt of ik het Tula-monument wil zien. Ja, dat wil ik wel.
Mijn grootmoeder heeft veel verhalen verteld over deze totslaafgemaakte die in 1795 een opstand tegen de Hollanders aanvoerde. Maar wanneer we het Parke Lucha di Libertat betreden, voel ik me gespannen. Naomie vertelt over deze historische plek voor ons Cu-ra-çaoë-naars. „Het is a sacred place.” Hier werden Tula en meerdere verzetsstrijders als Carpata en Wacao vermoord. „En nog hebben Nederlanders het lef om hier te komen sporten op deze herdenkingsplek”, zegt Naomie. „Een duidelijk gebrek aan empathie en historisch besef.”
Het monument toont drie totslaafgemaakten die de ketens aan hun polsen laten doorbreken door Tula. Ik ben er stil van. Waarom kregen we in Nederland deze zwarte bladzijden niet onderwezen tijdens geschiedenisles?
Als we wat later in een klein vissersdorpje in de buurt van het monument zijn, vraag ik Naomie wat ze vindt van de excuses van premier Rutte voor het slavernijverleden. Volgens haar betekent een excuus niks als er geen directe actie aan verbonden is. „Curaçao wordt nog steeds gekoloniseerd door Nederland. Dat zie je meteen als je met beide benen in onze gemeenschap staat”, zegt ze. Ze vertelt dat meer dan 30 procent van de gezinnen op het eiland onder de armoedegrens leeft. Over het systeem dat is gebouwd door de kolonisator, dat er nog steeds is. „Velen van ons hebben nooit de kans gekregen te gaan studeren – laat staan in Nederland”, zegt Naomie.
Koffer
We gaan naar Landhuis Bloemhof, een broedplaats voor jonge Curaçaoënaars die kunst maken. We zien een optreden van singer/songwriter Izaline Calister bij Piscadera en een dansvoorstelling van jonge danser Juers-son Hermanus in het Museo di Tambú shon Cola op Bandariba. Hij verwerkt zijn Curaçaose identiteit met een trom (tambu den herensia di Kòrsou) die symbool staat voor de koffer die zijn moeder meenam, toen zij naar Nederland vertrok.
Zelf zie ik dat mensen van verschillende generaties hier verschillend denken over deze dingen. Er is echte armoede: kinderen die zonder eten naar school gaan, geen elektriciteit of vervoer hebben, kunnen moeilijk hun school afmaken. „Veel mensen nemen dit echt te licht op, ook hier”, zegt Naomie. „Hoewel we allemaal Curaçaoënaars zijn, leven we in andere realiteiten.”