Een schilderij met kaviaar door de Duitse kunstenaar Georg Herold (1947), een havengezicht van de eigenzinnige Belgische schilder Jean Brusselmans (1884-1953), zeldzame etsen van de schizofrene outsiderkunstenaar Willem van Genk (1927-2005) en maskers en schilden uit Papoea-Nieuw-Guinea.
Het is zomaar een greep uit de kunstcollectie van Reinier Lucassen, de 85-jarige schilder die bij het Venduehuis in Den Haag een deel van zijn verzameling laat veilen. Verwachte opbrengst van de 249 kavels: minimaal een half miljoen euro.
Venduehuis-expert Peter van Beveren spreekt van „een typische kunstenaarscollectie”. Het schiet alle kanten op, zegt hij. „Lucassen verzamelde met kunstenaarsogen. Grote namen en minder bekende of anonieme kunstenaars. Hedendaagse kunst, maar ook honderd jaar oude en niet-westerse kunst. Hij verzamelde alles wat hem intrigeerde.”
Het is niet altijd even makkelijke kunst, zegt Van Beveren. „De eerste reacties komen vooral van handelaren en andere kunstenaars.”
Lucassen (1939) is een gevierd kunstenaar die al meer dan zestig jaar niet te klagen heeft over aandacht. Vier jaar geleden organiseerde het Kunstmuseum Den Haag nog een overzichtstentoonstelling met een stevige catalogus. In zijn schilderijen – ‘beeldgedichten’ heeft hij ze zelf genoemd – combineerde hij vaak herkenbare elementen uit het dagelijks leven met abstracte symbolen en tekens. Omdat zijn schildersarm is gaan trillen, maakt hij de laatste jaren assemblages met rommelmarktschilderijtjes en andere gevonden voorwerpen.
Foto’s: Lucassen collection/ Venduehuis
Met kunst verzamelen begon hij op zijn 28ste, toen hij voor het eerst een beetje geld verdiende. Dat vertelt Lucassen in zijn huis in Amsterdam-Zuid, dat nog altijd volstaat met kunst. Ruim de helft van zijn verzameling staat bij het Venduehuis, zegt hij. Van Beveren weerspreekt dat. Volgens hem verkoopt de kunstenaar Lucassen een klein deel van zijn collectie.
Een dag voor het gesprek heeft Lucassen met zijn echtgenote Francesca gezien hoe het Venduehuis zijn verzameling heeft opgehangen voor de kijkdagen. „Als een negentiende-eeuwse salon, lekker vol en met verrassende combinaties”, zegt hij.
Lees ook
‘Ik zie de mens als een mislukt product’
Hij raakte onder de indruk, vele werken stonden lange tijd opgeslagen. „Mijn vrouw begrijpt niet waarom ik het allemaal wegdoe”, zegt hij. Zelf heeft hij er minder moeite mee. „Ik kom op leeftijd. En van de zes schilderijen van Lucebert heb ik de twee mooiste gehouden. En mijn verzameling etsen van Heyboer heb ik nog, die doen gek genoeg nu niks. Zonde om te verkopen. Alleen bij mijn havengezicht van Brusselmans begon ik te twijfelen. Dat schilderij komt voor mij in de buurt van het ideale kunstwerk.”
Hij kocht nooit kunst ter inspiratie, zegt hij. Bewondering is altijd zijn drijfveer geweest. „De wereld is een akelige komedie vol onrecht en geweld. Kunst maakt het leven de moeite waard en is voor mij nog het enige motief om de deur uit te gaan. En als ik dan iets van grote schoonheid tegenkom en ik kan het me permitteren, heb ik het graag om me heen.”