Tv-recensie | Heen en weer geslingerd tussen haat en liefde voor ballet

‘Dit is ons ibuprofenscorebord”, zei een van de ballerina’s. Ze lachte er breed bij. Tussen de repetities door hadden de danseressen de regels bedacht: ieder van hen kreeg een post-it op het bord voor het bijhouden van de eigen punten. Die ontving je voor elke ibu die je slikte binnen het gebouw. Hoe meer gram per pil, hoe meer punten. Een verknipt spelletje, dat wisten ze zelf ook – maar wel een effectieve manier om te dealen met de almaar groeiende pijn en stress die de naderende première van Het Zwanenmeer met zich meebracht.

In Swan Song (NTR) werd de totstandkoming gevolgd van de uitvoering van Het Zwanenmeer die het Nationale Ballet van Canada in 2022 ten tonele bracht. De documentaire wierp dilemma’s op waar de ballerina’s mee worstelden, maakte de complexiteit ervan invoelbaar en deed vervolgens geen enkele poging om je uitsluitend de ene of de andere kant op te laten denken. Sterker: Swan Song leek er juist op gebrand de kijker voortdurend heen en weer te laten slingeren tussen de haat en liefde voor de topsport die veel van de dansers zelf leken te ervaren. Sommigen zagen het dansen afwisselend als de oorzaak van en remedie voor hun mentale problemen. „Ballet is mijn engel, maar ook mijn duivel”, verklaarde een ballerina die worstelde met een eetstoornis en depressieve periodes.

In Swan Song kon dat allemaal naast elkaar bestaan. De ballerina’s leken onbreekbaar én hadden lichamen vol beschadigingen (soms ontstaan door het dansen, soms zelf aangebracht). Ze konden ontsnappen in hun werk én eraan ten onder gaan. En in hun grenzeloze bereidheid ieder onmogelijk, slopend pad te bewandelen dat choreografen en trainers voor ze uitstippelden, kon je ze gelijktijdig bezien als onverschrokken strijders én lammeren die zich gedwee naar de slachtbank lieten leiden: liever nog een ibu dan gepijnigd uit de rij stappen en mogelijk je kansen op een promotie tot prima ballerina vergooien.

Jubilerende Jamie Oliver

Voor daadwerkelijke lammetjes stond er overigens een vrij pijnlijk tv-jubileum op de planning, waar Jeroen Pauw in de dinsdagavonduitzending van Sophie & Jeroen (BNNVARA) weinig tactvol bij stilstond. „We gaan het hebben over geroosterde lamsbout met salie en knoflook: het eerste gerecht dat Jamie Oliver maakte in zijn eigen kookshow”, zei Pauw opgewekt (een slag in het gezicht voor de schapengemeenschap), voor hij enkele beelden liet zien van Oliver die 25 jaar geleden kruiden in een lamsbout stopte met zijn blote vingers („Prop het gewoon in de gaten, y’know”). Dat was zijn tv-debuut.

Wat maakte Oliver destijds nou zo vernieuwend en populair? Volgens kok en schrijver Yvette van Boven waren tv-koks vóór Oliver „wat braver, en een beetje stijfjes. Hij was jong en deed gewoon losjes”. Dat levert Oliver nog steeds een grote fanschare op. Al liet Pauw ook wat filmpjes zien van jongeren die Olivers recepten en kookmethodes afkraakten. Erg flauw, vond culinair journalist Joël Broekaert. „Er valt vast van alles op aan te merken, maar zoals zij dat hier doen is wel heel makkelijk.”

Kookzender 24Kitchen was intussen net begonnen aan het opnieuw uitzenden van het eerste seizoen van Jamies Easy Meals for Every Day (2020). In de eerste aflevering had Oliver zijn vingers alweer gauw in een rauw stuk vlees gestopt; ditmaal van een ongelukkige kip. „Ik pak eerst wat salie en stop het in het achterwerk”, verkondigde hij monter. Hier valt best wat op aan te merken, kon je bij jezelf denken toen de chef ook nog twee onsmakelijk ogende worsten in het ding propte. Maar goed: zo wordt het inderdaad wel heel makkelijk.