Paarsgekleurde zitplaatsen direct naast de deuren zijn in de metro van Seoul gereserveerd voor zwangere vrouwen en geen enkele andere reiziger haalt het in zijn hoofd om er te gaan zitten. Zelfs in de drukke spits, als de stationschef de passagiers aandrukt om de deur te kunnen sluiten, blijven deze plekken leeg.
Dat komt niet alleen door beleefdheid, gezagsgetrouwheid of sociale druk: er is ook weinig vraag naar. Nooit eerder werden in Zuid-Korea zo weinig kinderen geboren. Het geboortecijfer daalt al decennia in alle OESO-landen, maar Zuid-Korea bungelt onderaan. Volgens de laatste statistieken, in februari gepubliceerd, zet een Zuid-Koreaanse vrouw nu gemiddeld 0,72 kind op de wereld – veel minder dan de 2,1 die nodig zouden zijn om de bevolking op peil te houden. Als de trend niet wordt doorbroken, zijn er over vijftig jaar nog maar tot 36 miljoen Zuid-Koreanen, 30 procent minder dan nu.
Die krimp veroorzaakt allerlei problemen. Personeelstekorten, steeds minder werkenden om zorg en pensioenen te betalen, en steeds minder dienstplichtigen voor het Zuid-Koreaanse leger. Sinds februari staken duizenden jonge artsen tegen een plan om de numerus fixus voor medicijnenstudies te verhogen en zo een toekomstig artsentekort te voorkomen. Ze zeggen te vrezen voor de kwaliteit, maar ongetwijfeld speelt ook de angst mee dat hun forse salarissen worden bedreigd.
De hoge kosten van levensonderhoud en onderwijs, en het grote gebrek aan betaalbare woonruimte – met name in en rond Seoul, waar ongeveer de helft van de ruim 51 miljoen Zuid-Koreanen woont – worden doorgaans genoemd als de verklaringen voor de afnemende geboortes. De overheid probeert de bevolkingscrisis dan ook al jaren te bestrijden met steunmaatregelen ter waarde van tientallen miljarden euro’s, zoals toeslagen en goedkope leningen en hypotheken.
Loonkloof
Tot dusverre tevergeefs: demografen voorspellen dit jaar een verdere daling van het geboortecijfer, tot een nieuw laagterecord van 0,68. De eenzijdige aandacht voor economische stimuleringsmaatregelen slaat de plank dan ook mis, zeggen critici. Zuid-Korea springt er namelijk ook op andere internationale lijstjes uit: het heeft de grootste loonkloof tussen mannen en vrouwen van alle OESO-landen. En met 19 procent vrouwen in het parlement staat het land op een ranglijst van de VN op een gedeelde 120ste plaats, nog onder Saoedi-Arabië.
„Politici denken dat lastenverlichting het belangrijkste is. Dat komt doordat politici allemaal mannen zijn”, zegt professor Lee Joo-hoo, verbonden aan de sociologische faculteit van de vrouwenuniversiteit EWHA in haar werkkamer op de uitgestrekte campus in Seoul. Maar, vervolgt ze, „de belangrijkste oorzaak dat steeds minder Koreanen kinderen krijgen, is ongelijkheid. Ongelijkheid tussen rijk en arm, tussen mensen met vaste banen en hoge inkomens en mensen die dat niet hebben. En ongelijkheid tussen de seksen.”
Die economische en sekse-ongelijkheid houden onderling verband. „We hebben een uitgebreide wet op gendergelijkheid. Maar die wordt alleen toegepast op werknemers met veilige, vaste banen in de publieke sector”, zegt Lee. Daarbuiten heerst zo veel concurrentie dat het niet makkelijk is om bijvoorbeeld het jaar ouderschapsverlof op te nemen waar ook mannen recht op hebben. „Hun bazen, oude mannen, vinden dat het de taak van vrouwen is om voor kinderen te zorgen. Mannen die verlof opnemen, vinden ze onvoldoende toegewijd. Dus mannen zien er vaak van af, uit vrees voor hun carrière.”
Dat de zorg voor kinderen onevenredig op de schouders van vrouwen terechtkomt, weet ook Yoon Young-suk, een 22-jarige student van Lee, die samen met een paar medestudenten is aangeschoven. Ze komt oorspronkelijk uit Masan, in het conservatieve zuiden van het land, waar haar moeder thuisbleef om voor de kinderen te zorgen. „Ze was 24 uur per dag in de weer, maar kreeg weinig erkenning”, zegt Yoon. „Ze zei altijd: ‘ik ben gelukkig omdat ik jou heb’, maar ook ‘als ik terug kon naar toen ik jouw leeftijd had, zou ik niet trouwen en geen kind nemen’. Soms stel ik me mijn moeder voor met een ander leven.”
Sociale druk
Zelf zou ze onder de huidige omstandigheden geen kinderen willen. „Er zijn wel allerlei regels voor ouderschapsverlof, maar die worden weinig gebruikt, door sociale druk. Wie verlof wil opnemen, heeft weinig vertrouwen dat zijn baan er daarna nog is. En inderdaad: wie wil nou een werknemer die ineens verdwijnt? De maatschappelijke opvattingen daarover zouden eerst moeten veranderen.”
Yoon zag tijdens een jaar in Australië dat daar heel anders wordt aangekeken tegen de balans tussen werk en privé. „Hier in Korea is werk heel belangrijk, en zien we stress en overwerk als een deugd.” Ook Yoons medestudent Jin Lee (22), die sociologie en Engelse literatuur studeert, noemt de Koreaanse arbeidsmoraal als belemmering om een gezin te stichten. „Koreanen maken erg lange werkdagen. De meeste mensen hebben geen tijd voor zichzelf, laat staan voor een gezin. We komen om zeven of acht uur ’s avonds thuis, we doen de afwas, we gaan slapen en de volgende dag weer naar ons werk. Wat heeft het voor zin om kinderen te krijgen als je geen tijd of energie hebt om voor ze te zorgen?”
Ook Jin Lee ziet zichzelf niet snel kinderen krijgen, maar daar is nog een andere reden voor. „Ik heb een vriendin, en in Korea kun je dan geen gezin stichten”, vertelt ze. „Je kunt niet trouwen, en ik geloof ook niet dat twee vrouwen in Korea een kind kunnen adopteren.” Een wet tegen discriminatie op gebied van sekse of seksuele voorkeur is al jaren in behandeling in het parlement, maar komt niet verder. „Veel politici in Korea zijn erg conservatief en christelijk.”
Spycamporno
Niet alleen thuis en op de arbeidsmarkt zitten Zuid-Koreaanse vrouwen in een benarde positie. Zij ervaren ook veel geweld en uitgesproken vrouwenhaat. Veel verontwaardiging ontstond in 2016, toen een 34-jarige man in Gangnam, een wijk in Seoul, een willekeurige vrouw doodstak. Hij zei te hebben gehandeld uit haat jegens vrouwen, die hem zijn hele leven zouden hebben „genegeerd en vernederd”. Maar ondanks die verklaring beschouwde de politie de zaak niet als mysogynie: de dader zou psychische problemen hebben gehad.
Ook demonstreerden tienduizenden vrouwen tegen ‘spycamporno’ – met verborgen camera’s in bijvoorbeeld openbare toiletten en hotelkamers gefilmde beelden van vrouwen die werden gedeeld op internet. Tussen 2013 en 2018 werden ruim dertigduizend gevallen bij de politie gemeld, maar die deed daar vaak niets mee.
De protesten kregen veel vijandige reacties. „Ik ben ook naar de demonstraties tegen femicide gegaan”, vertelt student Yoon Young-suk. „Mannen schreeuwden naar me: ‘je bent een feminist’.” De huidige conservatieve president Yoon Suk-yeol maakte van de weerzin bij jonge, conservatieve mannen tegen voorvechters van vrouwenrechten zelfs een speerpunt in zijn verkiezingscampagne in 2020. Hij gaf ‘feminisme’ de schuld van de bevolkingscrisis en beloofde het ministerie voor Gendergelijkheid op te heffen. Yoon boekte een nipte overwinning op zijn liberale tegenstander Lee Jae-myung, waarbij zijn antifeministische achterban volgens veel analisten doorslaggevend was.
Volgens ryu – ze werkt voor vrouwenorganisatie WomenLink en gebruikt een pseudoniem, dat ze zonder hoofdletter spelt – gebruikt Yoon de kwestie om de aandacht af te leiden van andere problemen in het land. „Hij stookt een conflict op tussen mannen en vrouwen om jonge, mannelijke kiezers te trekken die steeds rechtser worden. Jongeren hebben het moeilijk, ze zijn hard geraakt toen hun deeltijdbanen in de dienstensector verdwenen tijdens de coronapandemie. Iedere keer als zijn populariteit daalt, begint hij weer over de opheffing van het ministerie.”
Verkiezingscampagne
Het roept de vraag op waarom de kwestie nu geen grotere rol speelt in de verkiezingscampage. Deze woensdag kiest het land een nieuw parlement. Yoons conservatieve People Power Party (PPP) heeft daarin nu geen meerderheid, en als dat zo blijft zal hij ook de rest van zijn ambtstermijn weinig slagkracht hebben.
Maar onder de 696 kandidaten voor het parlement zijn slechts 98 vrouwen, nog minder dan vier jaar geleden. „Het parlement bestaat uit hoogopgeleide mannen van middelbare leeftijd met een hoog inkomen, en gevestigde belangen”, zegt ryu. „En dat heeft zijn weerslag op de agenda van de grote partijen: als je kijkt naar hun standpunten, dan zijn ze niet erg geïnteresseerd in gendergelijkheid.”
Jang Hye-young (37) kan erover meepraten. Ze werd in 2020 als een van de jongste parlementariërs ooit verkozen, namens de kleine Progressive Justice Party, en spant zich onder meer in voor antidiscriminatiewetgeving en lhbti-rechten. Niet ver van het kantoor van WomenLink is haar campagnehoofdkwartier, waar regenboogvlaggen de muren sieren. Ze is druk – net ontving ze nog een delegatie uit Taiwan, dat als eerste in Azië huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht erkende – maar tijdens haar lunch wil ze wel iets vertellen. Zo wijst ze op het kiesstelsel, dat de twee grote partijen bevoordeelt. De PPP van Yoon en de als ‘liberaal’ te boek staande Democratische Partij hebben maar weinig vrouwelijke kandidaten, en slepen naar verwachting het leeuwendeel van de driehonderd parlementszetels binnen: die worden verdeeld via een districtenstelsel, waarbij de kandidaat met de meeste stemmen wint. „Gezien de felle tegenreactie op feminisme, zien de meeste mensen het als politieke zelfmoord om over gendergelijkheid te beginnen.”
Zelf kan ze dat beamen. Vooral online ontvangt ze veel haatberichten. „Alleen al het noemen van het woord feminisme maakt je doelwit van een heksenjacht.” Maar Jang zegt veel stille steun te krijgen van jonge vrouwen in haar district.
Slechts 46 zetels worden ingevuld via evenredige vertegenwoordiging. Zo werd Jang zelf vier jaar geleden gekozen, maar nu strijdt ze om een districtszetel. „En ik heb het ook nog over gendergelijkheid. Dus ik pleeg politieke zelfmoord”, grapt ze. „Maar als ik me nu niet uitspreek, verdwijnt het onderwerp van de agenda. Net als lhbti-rechten: zelfs praten over queers is hier al heel moeilijk. Het gaat niet om winnen of niet winnen, maar om bestaan of niet bestaan.”
Lees ook
In Seoul spreekt het metropersoneel nu dertien talen