Hij verkocht Bugaboo, en is nu investeerder. Welke start-ups vindt Eduard Zanen zijn geld en energie waard?

Zijn partner is een andere mening toegedaan, maar Eduard Zanen (64) zegt dat hij sinds 2018 „zwaar met pensioen is”. Dat jaar verkocht hij zijn aandelen Bugaboo, het kinderwagenmerk waarvan hij twintig jaar eerder mede-oprichter was. Sinds de eigendomsoverdracht, die resulteerde in een plek in de Quote 500, is Zanen als financier en adviseur betrokken bij acht bedrijven die met technologische ontwerpen proberen bij te dragen aan een duurzame toekomst. Daarnaast geeft hij leiding aan een gigaklus: de renovatie van de door hem verworven Van Gendt Hallen, een vervallen, drie voetbalvelden metend industrieel complex in het centrum van Amsterdam. Zonder aannemer verbouwt Zanen het rijksmonument tot een zakelijk en cultureel trefpunt. Het toekomstige onderkomen voor innovatieve bedrijven, horeca, een sportfaciliteit én een groot museum in samenwerking met kunstcollectief Drift.

Zijn definitie van met pensioen zijn: „Leuke dingen doen met leuke mensen.” Drie dagen in de week reserveert hij voor zijn zakelijke activiteiten. De rest van de tijd is hij op Texel, waar hij woont, aan het kitesurfen, zo hard mogelijk aan het zeilen met zijn verbouwde M20-catamaran of aan het sleutelen aan oldtimers, momenteel aan twee Jaguar E-types.

Zanen bleef als ondernemer lang onder de radar. Aandacht leidt tot een stortvloed van mensen die wat van hem willen, zegt hij. Gepassioneerd pitchen ze ideeën waar hij uit welwillendheid soms ‘nou ja, vooruit’ tegen zegt. Meestal tot zijn spijt, omdat ze eindigen in energieslurpende hoofdpijndossiers.

De reden om nu wel naar buiten te treden zijn de Van Gendt Hallen. Het museum trekt aandacht, beseft hij. Net als zijn streven om van het rijksmonument een energieneutraal complex te maken. Over de benodigde innovatieve, door hem ontwikkelde bouwmaterialen en technieken later meer. Hij hoopt dat het complex heel lang, ook als hij er niet meer is, een deels publiek toegankelijk centrum van cultuur en innovatie blijft. Om te voorkomen dat het op termijn een speelbal van projectontwikkelaars wordt en „om iets terug te doen voor de stad”, bracht hij de hallen onder in een stichting.

Hij omarmt de publiciteit maar. „Zo kan ik uitdragen dat zelfs van een rijksmonument een energieneutraal gebouw te maken valt. Als dat goed voor het voetlicht komt kan het als voorbeeld dienen.”

Game changers

Zanen concentreert zich op het ontwikkelen van productiemethoden voor producten met een minimale CO2-uitstoot. „Een niet-duurzaam bedrijf beginnen, die tijd is echt voorbij”, zegt hij.

In zijn kantoor in de Van Gendt Hallen vertelt Zanen – bescheiden van postuur, energiek, en precies en bondig formulerend – over zijn werkwijze en door hem ontwikkelde producten.

Tienduizend ijsjes in de vorm van een bedrijfslogo? Binnen 24 uur kunnen ze worden geleverd

Hij streeft naar „game changers”, zegt hij, grensverleggende productiemethoden en producten die óók „commercieel hout snijden”. Zoals een combinatie van een 3D-printer en een vacuümvormmachine voor lokale productie van bijvoorbeeld ijsjes en schoenen. Een volledig recyclebaar matras met ingebouwde airco. En een lichtgewicht, Lego-achtig bouwsysteem van bio-composiet. Dit voorjaar bouwen acht tot tien montagemedewerkers in Limburg daarmee in slechts vier maanden tijd 67 woningen met een lage CO2-voetafdruk, of preciezer geformuleerd: ze klikken de huizen in elkaar.

Zanen maakte 25 jaar geleden naam met een grensverleggend product: de kinderwagens van Bugaboo, een bedrijf dat de internationale markt voor kinderwagens blijvend veranderde. Zijn toenmalige zwager Max Barenbrug was in 1994 afgestudeerd aan de Academie voor Industrieel Ontwerp in Eindhoven (de huidige Design Academy Eindhoven) met een ontwerp voor een multifunctionele en tegelijk stijlvolle kinderwagen, die opgevouwen aan de bagagedrager van een fiets kon worden gehangen.

Zanen had na zijn medicijnenstudie een onderneming in reanimatiecursussen voor bedrijven opgezet. Hij had de middelen om Barenbrug te helpen met het verfijnen van zijn ontwerp. Samen richtten ze Bugaboo op, en in 1999 kwamen de eerste kinderwagens in Nederland op de markt. Daarna ging het hard, zeker nadat het wagentje opdook in de populaire tv-serie Sex and the City. In 2009, tien jaar na de oprichting, verkochten Barenbrug en Zanen wereldwijd al honderdduizend kinderwagens. Andere fabrikanten kopieerden de ontwerpen en verkoopmethoden.

Enige jaren later kregen de twee oprichters, die ieder 50 procent van de aandelen in handen hadden en inmiddels geen zwagers meer waren, ruzie over de bedrijfskoers. Dat conflict trok veel aandacht en culmineerde in 2017 in een door Zanen aangespannen kort geding. Daarin eiste hij de verkoop van Bugaboo. Dat gebeurde een jaar later ook.

‘Als we Bugaboo niet snel verkochten, zou ik mogelijk alles kwijtraken’

Het zit Zanen dwars dat hij in de media vaak is afgeschilderd als degene die de stekker uit Bugaboo trok. Het omgekeerde was het geval, zegt hij. „Max en ik hadden een overeenkomst gesloten: als een van ons tweeën niet meer verder wilde met de samenwerking, dan kon hij aan een touwtje trekken. Dan zouden we Bugaboo aan een derde verkopen. Toen een bemiddelingspoging met een mediator mislukte, trok Max aan het touwtje: hij stuurde me een brief dat hij niet verder wilde met mij. Daarmee triggerde hij dus de verkoop. Omdat het met Bugaboo financieel niet goed ging, adviseerde mijn advocaat om snel in te grijpen, anders zou ik mogelijk alles kwijtraken. Met een kort geding heb ik Max daarna gedwongen onze afspraak na te komen.”

Na de verkoop van Bugaboo aan een Amerikaanse private-equitypartij bleef Barenbrug voor de nieuwe eigenaar werken. Hij kon het bedrijf niet loslaten, zegt Zanen: „Max was gewoon Bugaboo.” September vorig jaar overleed de ontwerper op 58-jarige leeftijd aan kanker. Heel verdrietig, zegt Zanen. „Nee, we zagen elkaar niet meer.”

Naar de achtergrond

Lang vóór het conflict had Zanen bij Bugaboo al een minder prominente rol. Eerst trad hij terug als ceo, later als verkoopdirecteur. Als een onderneming eenmaal functioneert, verdwijnt hij graag naar de achtergrond. Een bedrijf moet onafhankelijk kunnen zijn van de oprichter(s), zegt hij. „Gewoon een kwestie van een capabele vervanger zoeken, iemand die het ook kan.”

De vrijheid die hij in zijn Bugaboo-tijd voor zichzelf schiep bood ruimte voor andere projecten. Zoals de ontwikkeling van een spelcomputer voor kinderen, een ligfiets met een zeil, een razendsnelle catamaran. Ook was hij in 2013 medeoprichter van Land Life Company, een natuurherstelbedrijf dat met inmiddels tachtig werknemers op diverse plekken in de wereld met behulp van moderne technologie aangetast land herbebost.

Als ondernemer is hij een dirigent, zegt Zanen. Hij verbindt slimme mensen met elkaar, denkt graag mee, en verleent steun als hem dat nodig lijkt. „Zowel van financiën als techniek heb ik niet buitengewoon veel verstand. Maar wel genoeg om een goede sparringpartner te zijn, eentje die kan helpen problemen op te lossen.”

En hij is geduldig, zegt hij. Bij een start-up na twee, drie jaar rendement op de investering verwachten noemt hij een illusie. En ja, mislukkingen horen erbij. Zoals Swinxs, de eerste spelcomputer om kinderen met concrete instructies actief te laten buitenspelen. Winkeliers konden de spelcomputer zonder beeldscherm en met slechts drie knoppen niet goed uitleggen aan klanten.

De restauratie en renovatie van de Van Gendt Hallen werkt als een katalysator voor de ontwikkeling van duurzame producten die straks ook op andere plekken bruikbaar zijn, zegt hij. Voor de glazen kappen van de twintig meter hoge hallen is hij bezig om aan de binnenzijde panelen te ontwikkelen die open en dicht kunnen; aan de ene zijde uitgerust met zonnecellen, aan de andere kant met geluiddemping. Ze houden de warmte tegen, wekken tegelijk energie op én verbeteren de akoestiek.

Een ander voorbeeld zijn de innovatieve dakdelen en binnenwanden van de Van Gendt Hallen. Een verhaal dat zes jaar terug begon met een telefoontje van een van de oprichters van Holland Composites in Lelystad. Hij kende het bedrijf van de lichtgewicht composiet zeilboten en gevelpanelen voor bijzonder gevormde gebouwen, zoals ‘de badkuip’ van het Stedelijk Museum Amsterdam. Een alarmerend telefoontje: het bedrijf verkeerde in zwaar weer, of Zanen langs wilde komen.

Met de twee oprichters brainstormde Zanen over de mogelijke toekomst van het bedrijf. Ze kwamen uit op een bio-composiet; een duurzaam, recyclebaar en betaalbaar composiet, een vervanger voor de gangbare giftige composieten die snel verboden zouden worden. Ze besloten gezamenlijk op zoek te gaan naar een alternatief. De noodzakelijke kapitaalinjectie maakte Zanen tot meerderheidsaandeelhouder van het bedrijf.

Lang verhaal kort: na jaren onderzoek ontwikkelde Holland Composites een hars van plantrestafval én een dertig meter lange machine voor de fabricage van flinterdunne biohars-glasvezelmatten, Duplicor genoemd. Gewikkeld en gebakken om een schuimkern van gerecyclede petflessen of karton kan daarmee een licht, sterk en brandvertragend nieuw bouwmateriaal gemaakt worden. Zanen: „De brandveiligheid is een cadeautje van de natuur, daar hadden we niet op gerekend.”

Composietdakpanelen

Op de Van Gendt Hallen liggen inmiddels composietdakpanelen. Het lage gewicht – de dakdelen zijn vier keer lichter dan aluminium constructies en tot wel vijftien keer lichter dan beton – maakte plaatsing van zonnepanelen mogelijk. De gemeente Amsterdam gaat de panelen binnenkort mogelijk ook gebruiken voor de renovatie van een tramremise.

Met Vincitool, een van zijn start-ups, probeerde Zanen het bakproces van het nieuwe plaatmateriaal te verduurzamen. Tot voor kort moest daarvoor een grote ruimte in een hal van Holland Composites tot 140 graden heet gestookt worden. Een ingenieur van Vincitool ontwikkelde met Zanen een compacte en meer energie-efficiënte bakmachine. Daarmee zullen binnenkort in de Van Gendt Hallen acht meter lange wandelementen gemaakt worden. Gevuld met zand resulteert dat in geluiddempende wanden die volgens Zanen duurzamer en compacter zijn dan de gangbare kantoor- en woningbouwwanden van metaalprofielen en gipsplaten. Zanen: „Zand eruit en ze zijn herbruikbaar.”

Hij pleit voor soepeler regelgeving bij innovaties. „Wij willen in de Van Gendt Hallen een kleine waterstofcentrale installeren, voor de energieopslag van onze zonnepanelen. ‘Ingewikkeld, laten we daar in de toekomst nog maar eens naar kijken’, is de reactie van ambtenaren. Geen verantwoordelijkheid durven nemen, daar zit de clou. Doodzonde. Een energieneutraal rijksmonument lijkt me juist een enorme kans om duurzame innovaties onder de aandacht te brengen.”

Dat bezig blijven gezond houdt zag hij aan zijn ouders. „Ze waren beiden medisch microbioloog. Toen ze niet meer actief waren in de wetenschap onderhielden ze met een enorme drive een grote groentetuin en een paar kippen. Dat hebben ze volgehouden tot hun 95ste en 97ste.”

Zelf begon hij op zijn zestigste met kitesurfen. Windkracht 7 kan hij inmiddels net aan. Op Texel heb je dan lekker woeste golven, zegt hij, van die echte rollers. „Kiten maakt mijn geest leeg. Net als bij zeilen ga je het hardst als je ontspannen, met niks anders bezig bent dan de elementen, het ritme van de golven volgt.”