Je moet maar durven, van Curaçao naar New York reizen, met in je zak slechts 25 dollar en de naam van één kennis van de familie, en de hoop daar werk te vinden. Maria – ‘Mimi’ – Havinga deed het in december 1941, 17 jaar oud.
In New York vond ze al snel een baantje als secretaresse bij de handelsvertegenwoordiging van de Nederlandse regering in ballingschap, en een kamer op een steenworp afstand van het Metropolitan Museum of Art. „Een heel deftige buurt”, vertelt dochter Anne Havinga (65) videobellend vanuit haar kantoor in Boston. „Er zaten veel dames van goede afkomst, er werd Frans aan tafel gesproken. Gelukkig kon mijn moeder dat heel goed.” Door de baan was Mimi al snel onafhankelijk, geen vanzelfsprekendheid voor een vrouw in die tijd.
In de zomer van 1942 kwam koningin Wilhelmina vanuit Londen naar de VS. „Mimi werd aan haar toegewezen als secretaresse, met als voornaamste taak het beantwoorden van de vele brieven die de koningin van over heel de wereld ontving”, zegt neef Gerrit Ribbink (68) vanuit Rotterdam. Ze ontmoette ook prinses Juliana en haar kinderen, die overkwamen naar Lee, Massachusetts, vanuit Canada. Mimi logeerde met de rest van de staf in een herberg in de buurt. „Mijn moeder vond het een zeer bijzondere ervaring”, zegt Anne. Na een maand in Massachusetts keerde Mimi terug naar New York, waar ze haar werk voor de regering hervatte.
In 1944 gaf ze zich als een van de eerste vrijwilligers op om te worden opgenomen in het KNIL Vrouwenkorps. „In die tijd wilde iedereen iets doen om bij te dragen aan de oorlog [tegen de Asmogendheden]”, zegt dochter Anne.
Mimi en de andere vrijwilligers reisden per marineschip naar het Australische Brisbane. Daar zetelde het koloniale bestuur van Nederlands-Indië, ook in ballingschap, onder leiding van minister van Koloniën Huib van Mook. Ze zou daar een tijd als secretaresse voor de minister van Transport werken.
Eerst ging ze echter naar Kandy in Ceylon, het hedendaagse Sri Lanka, waar ze zes weken als secretaresse werkte voor een Nederlandse kolonel. „Daar zat ook Lord Mountbatten”, de laatste gouverneur-generaal van Brits-Indië, vertelt Gerrit Ribbink. Met Mountbatten maakte Mimi een rit op een olifant, waar ze later nog met veel weemoed aan terugdacht: „‘Kandy was heaven’, zei ze altijd.”
Toen ze vlak na de capitulatie van Japan in augustus 1945 afreisde naar Nederlands-Indië, was de Bersiap, de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesiërs, volop aan de gang. „Het was gevaarlijk om over straat te lopen”, zegt haar neef. „Mimi bewaarde geen goede herinneringen aan die tijd”, zegt haar dochter. „Ze zag verminkte lichamen op straat en in de rivier, die rood gekleurd was van het bloed.” Haar moeder vertelde bijna nooit over Nederlands-Indië. „Ik vermoed vanwege het geweld dat ze daar zag.”
Mimi keerde in 1947 terug naar de Verenigde Staten, waar ze in 1954 trouwde met Jan Havinga uit Nijmegen, die ze tien jaar eerder had leren kennen. Samen kregen ze twee dochters, Anne en Cathy. In New Hampshire kochten ze een huis met een groot stuk grond, waar ze meer dan een halve eeuw bleven wonen.
Zandzakken naaien
Mimi werd in 1923 geboren in Haarlem als Maria Catherina Goslinga. Het gezin, met naast Mimi nog twee jongens en drie meisjes, verhuisde naar Curaçao toen vader Wybo Goslinga in 1937 een baan kreeg als inspecteur van het onderwijs op de Nederlandse Antillen. Hij had geaarzeld, maar zijn vrouw had hem overgehaald: ze vreesde dat er opnieuw oorlog zou uitbreken in West-Europa. In 1940, Nederland was inmiddels bezet door de Duitsers, waren er geruchten dat er vijandelijke onderzeeërs in het Caribisch gebied lagen. Gerrit Ribbink: „Het gezin moest hun zwembad ombouwen tot schuilkelder, Mimi moest zandzakken naaien. Het was een spannende tijd, constant in afwachting van de bommenwerpers die de olieraffinaderij zouden aanvallen. Maar dat is nooit gebeurd.”
Na de Bevrijding hoopte Mimi’s moeder tevergeefs dat zij zou terugkeren naar Nederland. „Ze was gek op het leven in de Verenigde Staten”, zegt Anne. „Ze hield van de vrijheid, de mogelijkheden en hoe ze hier onafhankelijk haar eigen leven kon vormgeven. Dat was in Nederland waarschijnlijk niet gelukt.”
Mimi had nog meerdere banen als secretaresse, bij onder meer de Wereldbank, en als advertentiemanager bij de lokale krant Milford Gazette. Na haar pensionering in 1988 bleef ze actief in het gemeenschapsleven, onder meer voor haar kerk en voor pro-abortusorganisatie Planned Parenthood.
Een natuurkracht, een force of nature, zo omschrijft Anne haar moeder. „Ze was heel sociaal en gek op mensen, zelfs na haar negentigste maakte ze nog nieuwe vrienden. Wie doet dat op die leeftijd?” Toch verbaast het haar niet echt. „Ze had wat te vertellen, het was leuk om met haar te zijn.”
Annes ouders hadden een gelukkig huwelijk dat 63 jaar duurde, tot Jans dood in 2017. „Mijn vader leerde al gauw dat hij niet op kon tegen zo’n sterke vrouw als mijn moeder”, zegt Anne. „Ik weet zeker dat het die kracht is waardoor ze de honderd heeft gehaald.”
Zomerhuisje
Toen de coronapandemie uitbrak was Mimi net 96 geworden. Inmiddels woonde ze, zelfstandig weliswaar, in een serviceflat, waar ze twee records op haar naam had staan: ze was de oudste bewoner én liep het snelst met de rollator. Anne ontving een telefoontje: of ze haar moeder kon komen ophalen vanwege het besmettingsgevaar. Moeder en dochter vertrokken samen naar hun zomerhuisje in Maine, waar ze een vol jaar bleven. „Het was een niet makkelijk, maar wel een gelukkig jaar voor ons beiden”, zegt Anne.
Uiteindelijk moest Mimi terug naar het bejaardentehuis, naar een zorgafdeling. Haar ogen en oren lieten haar in de steek. „Dat was zwaar voor haar, ze was erg gehecht aan haar onafhankelijkheid”, zegt haar dochter.
Een week voor haar honderdste verjaardag kreeg Mimi een hartaanval. „Op haar verjaardag liep ze nog triomfantelijk door de gang van het ziekenhuis”, weet Anne nog goed. „De dag erna liep ze nog een klein stukje.” Daarna is ze niet meer uit bed gekomen. „Als de wind uit de richting van Canada komt, kleurt de zee diep donkerblauw”, vertelt haar dochter. „Als de zon dan glinsteringen op het water veroorzaakte, vond ze dat zó mooi. Op precies zo’n dag is ze overleden.”
Wordt Europa een economisch museum? Die vraag zorgt al een tijdje voor buikpijn bij Europese bestuurders, want de Europese economie lijkt achter te blijven bij de Chinese en de Amerikaanse. En nu komt Donald Trump daar overheen met zijn dreigement een handelsoorlog met de EU te ontketenen.
Wat moet Europa doen om economisch het hoofd boven water te houden?
Eerst en vooral onderhandelen met Trump. De EU exporteert meer goederen naar de VS dan we er vandaan importeren (bij diensten is het andersom). We hebben er dus alle belang bij om te voorkomen dat Trump op alle invoer uit Europa een ‘belasting’ heft van 10 of 20 procent .
Die deal zou – in theorie – makkelijk te maken moeten zijn, want zo’n handelslieverdje is de EU niet. De EU heft ook importtarieven op producten van buiten: 10 procent op auto’s bijvoorbeeld, terwijl de VS het houden bij 2,5 procent. „De EU kan Trump voorstellen dat Europese tarief naar 2,5 procent te verlagen,” zegt de Duitse econoom Daniel Gros. Hij was lang directeur van de Brusselse denktank Centre for European Policy Studies.
Zelfs als Trump wel alle Europese export naar de VS te grazen neemt, is er nog hoop volgens Gros. Trump dreigt immers met nog veel hogere tarieven op Chinese producten: van 60 procent. Zolang Trumps tarieven op Europese producten lager zijn, heeft Europa een relatief voordeel. „Op de Amerikaanse markt hebben Europese bedrijven dan geen last van Chinese concurrentie.” Het is een klassieke economenwijsheid: als twee landen het moeilijk maken om met elkaar te handelen, kan de rest van de wereld winnen.
Het gevaar is nu dat Europa zijn grote bedrijven gaat beschermen
Maar daarmee is Europa er nog lang niet. Want de EU lijkt economisch stil te staan terwijl de VS en China razendsnel vernieuwen. De VS en China lopen voorop in nieuwe bedrijfstakken, zoals kunstmatige intelligentie (AI) en groene technologie. Op het lijstje met de grootste bedrijven ter wereld domineren de VS en China.
Als Europa zichzelf niet als de donder opnieuw uitvindt, is het gedoemd tot „een langzame doodsstrijd”, waarschuwde econoom Mario Draghi begin september in een rapport over de staat van de Europese economie.
Wat moet Europa doen? Gros was in oktober een dag lang op het Ministerie van Financiën om daarover zijn advies te presenteren en in discussie te gaan met andere economen. Hij is het eens met Draghi dat Europa meer moet innoveren. „Als Europa wil meetellen in de wereld, onafhankelijk wil worden van de VS en de Russische wraakzucht wil kunnen weerstaan, moet Europa sterker worden in high tech,” zegt hij aan de telefoon. Hij bedoelt: in zeer innovatieve techbedrijven zoals biotech, software, computertechniek, digitale diensten, AI.
Voor innovatie en vernieuwing leunt de EU al decennia op wat Gros ‘mid-tech’- bedrijven noemt, zoals autofabrikanten. Die zijn middelmatig innovatief. Terwijl in de VS de autofabrikanten in 20 jaar voorbij zijn gestreefd door techbedrijven als Google, Meta en Microsoft.
Dat verklaart ook waarom bedrijven in de VS meer in innovatie investeren: dat doen hightechbedrijven nou eenmaal veel meer. Het probleem zit níet in Europese bedrijven zelf. Amerikaanse en Europese autofabrikanten geven evenveel uit aan R&D. Het probleem zit in de structuur van de Europese economie: we hebben veel minder hooginnovatieve bedrijven.
Hoe die structuur te veranderen? Draghi adviseert 800 miljard euro te steken in het stimuleren van innovatie en industrie. Gros betwijfelt of dat werkt. Het geld van overheden moet vooral anders worden besteed. De VS subsidiëren vooral zeer prille vindingen waarvan nog onduidelijk is of ze levensvatbaar zijn, laat Gros in een studie met andere economen zien. De EU richt zich juist op vindingen en bedrijven die de zeer riskante fase zijn ontgroeit. Zo blijft de EU zich volgens Gros vernieuwen in bedrijfstakken die het al kent. Richt dat EU-geld op prillere vindingen.
Draghi adviseert van de EU meer één markt te maken door regels te harmoniseren, bijvoorbeeld ook voor jonge bedrijven die financiering zoeken. Pas dan kunnen Europese bedrijven groot genoeg worden, en vertrekken veelbelovende jonge bedrijven minder vaak naar de VS.
Dat is belangrijk, vindt ook Gros, maar niet de gouden sleutel. „Kijk naar Zwitserland, dat is geen onderdeel van de EU en heeft wel grote hoogtechnologische bedrijven.” Gros denkt dat jonge vernieuwende bedrijven naar de VS vertrekken om een andere reden: ze zijn daar flexibeler. Ze kunnen een nieuwe afdeling openen en een andere sluiten omdat personeel makkelijker is te ontslaan.
„Veel ondernemers probeerden een elektrische auto te maken op hetzelfde moment als Elon Musk. De meeste stopten. Musk kon het blijven proberen omdat hij mensen kon aannemen en ontslaan.” Daar zit de kern van het Europese probleem volgens Gros: „Bedrijven in Europa hebben de neiging te investeren in wat ze kennen want de kosten van falen zijn heel hoog.” Maak die kosten lager door ontslagregels te versoepelen.
Het gevaar is nu dat de EU vooral zijn bestaande bedrijven meer gaat beschermen, bijvoorbeeld tegen concurrentie uit China. Draghi pleit voor minder strikte regels: om Europese kampioenen te creëren zouden fusies tussen bedrijven vaker moeten worden toegestaan. Maar op die manier wordt de EU niet opeens wèl hoogproductief. Integendeel. „Als we onze auto-industrie afschermen voor concurrentie uit China is over tien jaar de hele wereld overgestapt op elektrische auto’s en maken wij nog brandstofauto’s.”
De les die de EU moet trekken uit het Chinese en Amerikaanse succes is niet: bescherm bestaande grote bedrijven meer tegen de tucht van de markt. Want dan krijg je het slechtste van twee werelden: bedrijven die markten domineren zoals de techbedrijven in de VS, maar die anders dan de Amerikaanse techbedrijven slechts middelmatig productief zijn. De les is wel: met slim beleid kunnen landen veel bereiken.
Marike Stellinga ([email protected]) is redacteur van NRC en kijkt op deze plek met een economische bril naar ontwikkelingen in politiek en samenleving.
Tweehonderd optredens in een jaar: hoe kom je als artiest eigenlijk aan zo’n aantal? Conny Bens van artiestenbureau BENZ Agency, actief in het volksfeestrepertoire, schetst een gemiddeld jaar van een veel optredende artiest. „Het begint met carnaval; dan kun je in een paar dagen tijd tien, vijftien optredens doen. Het is rustig, tót eind april: met Koningsnacht en Koningsdag. En als dan de zon weer opkomt – zoals wij dat altijd zeggen – komen de feestjes, de pleinen, de kermissen, de popfestivals, de zomerweken. Zo kunnen we een mooie route uitstippelen voor onze artiesten met drie, vier, vijf shows op een avond.” Nederland lijkt misschien een klein land, zegt hij, „maar er wordt werkelijk van-al-les georganiseerd.”
Niet alle muziekartiesten houden er zo’n planning op na. Allereerst is daar een praktische component: voor een band met instrumenten die uitgebreid moet opbouwen en soundchecken is het niet mogelijk meerdere shows op een avond te doen. Dat kunnen alleen dj’s of artiesten die optreden met een muziektape.
Bovendien is het artistiek of strategisch niet altijd gewenst om tweehonderd shows per jaar te doen. Zo laat concert- en festivalorganisator Mojo weten dat hun artiesten „om allerlei redenen” niet zo vaak optreden. Manager boekingen Arjo Klingens: „Onze artiesten hoeven niet zo nodig alleen maar te spelen. Zij zitten meer in een ritme van muziek schrijven, een album releasen, een tour. En na zo’n tour moet je bijkomen om weer nieuwe ideeën op te doen voor het volgende schrijfproces.”
Niet in dezelfde regio
Ook zet het fenomeen ‘regio-check’ soms een rem op het aantal optredens. Klingens: „Als een artiest de ene week op een festival in Dordrecht staat, wil de opdrachtgever niet dat hij twee weken later ook de headliner is op een festival in Zwijndrecht. Dus daar moet je soms een show voor laten gaan.”
Een overeenkomst tussen de veel optredende artiesten lijkt dat ze enerzijds naamsbekendheid genoeg hebben om op veel feesten en festival te worden geboekt, maar anderzijds niet à la Guus Meeuwis, Anouk of Armin van Buuren een Ahoy of Ziggo Dome uitverkopen. „Dat klopt, al gaat het niet altijd op”, zegt Conny Bens. „Mart Hoogkamer hoeft geen naam meer te maken, maar treedt toch meer dan tweehonderd keer per jaar op. Het is altijd een combinatie van factoren.”
Ik heb negen witte pakken waarin ik optreed; dat is genoeg om één weekend door te komen
Ook de fee die je voor een artiest betaalt, is een factor in hoe vaak hij of zij optreedt. Online zijn vooral bedragen te vinden voor Nederlandstalige solo-artiesten. Dat loopt uiteen van rond de 4.000 euro (Thomas Berge, John de Bever) met een tussenstop rond de 10.000 euro (Frans Bauer, Marco Schuitmaker), om op te klimmen tot 18.000 euro voor een half uurtje Jan Smit. Al is dat wel een omzetbedrag. Zoals Yves Berendse uitlegt: „Daar moeten nog de kosten vanaf, de afdracht voor de boeker, mijn management, geluidstechnicus en platenlabel. En dan komt de Belastingdienst natuurlijk ook nog langs.” De grotere artiesten treden op voor een bedrag ‘op aanvraag’.
Vooral mannen
Een laatste opvallende overeenkomst is dat de veeloptreders vooral mannen zijn. Zangeres Monique Smit hoorde altijd dat dit een commerciële wens was van de feestorganisatoren die de tent vol willen krijgen. Smit: „Met een man op het podium, komen er vrouwen binnen en dáár komen weer mannen op af. Terwijl een vrouw op het podium vrouwen juist wegjaagt, omdat ze het niet fijn vinden als een andere vrouw aandacht krijgt. Dat is niet mijn mening, hè? Maar zo werd het mij altijd verteld.”
Ondertussen is Smit goed voor 220 optredens per jaar, al zeventien jaar lang. En ze heeft nog nooit gemerkt dat vrouwen de zaal uitlopen. „Ik heb een publiek van 0 tot 100 zeg ik altijd. Mannen, vrouwen, kinderen, families. En iedereen gaat uit z’n dak.”
Door de kamer schatert een lach. Hij is luid en hartelijk, net als Kalista Sy zelf die met gespeeld berouw in haar stoel verschuift en zich richt tot de enige man aan haar tafel. „Sorry Loïc!” Scenarioschrijver en hitseriebedenker Sy (39), was net aan het vertellen dat ze een feminist is, dat ze vrouwen wil helpen hun stem te vinden, en dat ze dáárom met dit groepje bijeen zijn in haar kantoor in de Senegalese hoofdstad Dakar.
Vijf jonge vrouwen, allen beginnend of aspirerend scriptschrijver. De jongste 22 en nog student, de oudste 34 en moeder van drie kinderen. En Loïc Toukam dus. „Voor hem maken we een uitzondering”, grapt Sy over de writers’ room die zij begin dit jaar opzette. Weer die lach. Toukam (25), wiens halflange haar met een band uit zijn gezicht wordt gehouden, grijnst mee. In Kameroen, waar hij vandaan komt, zag hij een serie van Sy op televisie, vertelt hij. „Toen wist ik dat ik voor Kalista wilde werken.”
Die serie, haar debuut Maîtresse d’un homme marié (‘Maîtresse van een getrouwde man’) over vijf moderne, jonge vrouwen, verscheen in 2019 voor het eerst op tv en trok al snel miljoenen kijkers. Sy werd in een klap beroemd én berucht. Niet alleen in Senegal, haar thuisland, maar door heel Franstalig West- en Noord-Afrika drongen families tweewekelijks samen om de beslommeringen van haar vrijgevochten protagonist Marème te volgen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="In een writer’s room begeleidt Kalista Sy jonge schriptschrijvers. Foto Guy Peterson” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="In een writer’s room begeleidt Kalista Sy jonge schriptschrijvers. Foto Guy Peterson” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/12161228/data124299983-d434af.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-12.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-10.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-11.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-12.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-13.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/diXP5wGGdxuxr0FwJzQ9pltIKkE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/12161228/data124299983-d434af.jpg 1920w”>
In een writer’s room begeleidt Kalista Sy jonge schriptschrijvers. Foto Guy Peterson
Foto’s: Guy Peterson
Kalista Sy, echte voornaam Khadidiatou, is een van de bekendste scriptschrijvers in Senegals door mannen gedomineerde tv-wereld. Ze won prijzen en was het middelpunt van polemieken met verhaallijnen die steeds een rode draad delen: ze gaan over sterke, onafhankelijke vrouwen – „Vrouwen zoals ik ze ken” – én ze gaan geen taboe uit de weg. Seksualiteit, depressies, huiselijk geweld: bij Sy komt alles voorbij.
„Ik was klaar met vrouwen op televisie in wie ik me niet herkende”, vertelt Sy, donkerblauwe jurk en bril met een grote montuur, enkele weken eerder bij haar thuis op de bank. De maaksels van haar mannelijke collega’s lieten zich volgens Sy onderscheiden in twee typen: „De hypergeseksualiseerde vrouw óf de hyperpassieve en onderdanige vrouw. Daartussen zat vrijwel niets.”
Dan Marème, Sy’s hoofdpersonage, die ergens in de eerste afleveringen op het punt staat met een getrouwde man op date te gaan. Als een vriendin haar de les leest over de affaire, wijst ze naar haar kruis en zegt: „Deze is van mij. En ik geef hem aan wie ik daar zin in heb.”
En toen, grijnst Sy, ontplofte het.
Discretie
Met dat ene zinnetje raakte ze een zenuw. In Senegal dicteert een cultuur van ‘sutura’, discretie en bescheidenheid in de lokale taal Wolof, nog altijd hoe vooral vrouwen zich moeten gedragen. Het West-Afrikaanse land is diep religieus – 95 procent van de inwoners is moslim – en hoewel vrouwen zeker in de stad hun eigen levens en carrières hebben, zijn het nog altijd, vaak, de mannen die domineren. Een vrouw die openlijk praat over seks? Ondenkbaar.
Onzin natuurlijk, zegt Sy. „Maar dat is wat ons wordt opgelegd. Mannen mogen wel over ons lichaam praten, maar wij niet. Daarom liet ik Marème dat zeggen. Ons lijf is van ons.”
Mannen mogen wel over ons lichaam praten, maar wij niet
Dat resoneerde. Niet alleen in ‘haar’ Senegal, waar vrouwen Sy op straat aanspraken om te zeggen wie hun favoriete personage was. Ze kreeg ook berichtjes uit Marokko, uit Congo. „Vrouwen uit heel Afrika herkenden zich hierin. Shocking vond ik dat.”
Even hevig was de weerstand. De conservatief-islamitische organisatie Jamra stapte tot twee keer toe naar de nationale toezichthouder voor televisie om Maîtresse van de buis te krijgen. Volgens Jamra zet de serie niet alleen aan tot „losbandigheid”, maar vormen Marème en haar vriendinnen ook een bedreiging voor Senegals „culturele identiteit”. De serie bleef op tv, maar Sy en haar collega’s kregen wel een waarschuwing.
Op de bank slaakt ze een zucht. Misschien had ze in een bubbel geleefd, zegt Sy. Ze komt zelf uit een gezin met sterke vrouwen. „Ik was altijd vrij om te zijn wie ik wilde zijn.” Aan haar scripts veranderde ze dan ook niets. „Ik ga me niet verontschuldigen als ik geen ongelijk heb. Dan ben ik maar het zwarte schaap. Ik ben daar trots op.”
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Opname voor Kalista Sy’s tv-serie Plan à 3 over polygamie door twee best vriendinnen. Foto Guy Peterson” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Opname voor Kalista Sy’s tv-serie Plan à 3 over polygamie door twee best vriendinnen. Foto Guy Peterson” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/12161226/data124300079-c35b00.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-28.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-26.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-27.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-28.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-29.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/cntiOxXrCU0G0YWkJkKUw80VdLw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/12161226/data124300079-c35b00.jpg 1920w”>
Opname voor Kalista Sy’s tv-serie Plan à 3 over polygamie door twee best vriendinnen.
Foto’s: Guy Peterson
Sy maakte Maîtresse voor een ander productiehuis, maar in 2021 begon ze voor zichzelf. Inmiddels heeft Kalista Productions een vijftigtal mensen in dienst en produceerde ze twee grote nieuwe series – de volgende is in de maak. De voertaal is een mix van Frans en Wolof en de thema’s, net als de vrouwen die ze neerzet, zijn persoonlijk: versies van zichzelf en mensen om haar heen. „Vrouwen die vechten voor hun overtuigingen en tegen hun eigen angsten.”
Persoonlijk
Sy’s meest persoonlijke project is Yaay 2.0, waarvan het tweede seizoen nu zowel op televisie als YouTube verschijnt. Yaay, ‘moeder’ in Wolof, gaat over misschien wel een van de grootste taboes in een samenleving waarin alles om familie draait: onvruchtbaarheid. Een moeras waarin Sy en haar man, een informaticus, al een aantal jaar wegzinken. Hij was het die zei dat ze er een serie over moest maken, vertelt Sy. „Het werd onze therapie.”
Hoofdpersonages zijn Kala en Sandiéry, die drie jaar nadat ze zijn getrouwd nog altijd geen kinderen hebben. Terwijl Sandiéry weigert zijn sperma te laten testen (later in de serie blijkt hij onvruchtbaar), kijkt hun omgeving naar Kala. Het script staat vol eigen, pijnlijke anekdotes, vertelt Sy. En van vrienden in soortgelijke situaties. Collega’s die vragen „waar die baby nou blijft”, schoonmoeders en tantes met ongevraagde adviezen.
Zo is er een scène waarin Kala woest hun keukenkastjes opentrekt en flessen met bruinige brouwsels en leren amuletten tevoorschijn haalt – voorgeschreven door de marabouts, spirituele leiders van ‘meedenkende’ familieleden, die beloofden dat ze daarmee wel een kind zou krijgen. „Je moeder, je tantes, iedereen stuurt mij dit. Ik neem zoveel in dat ik niet meer weet wie ik ben”, schreeuwt ze tegen Sandiéry. „En jij? Wat zeggen ze dat jij moet doen? Niets.”
Het ‘probleem’ ligt bij haar, natúúrlijk. Mannen zijn niet onvruchtbaar. „Dat is hoe er in onze samenleving naar wordt gekeken”, zegt Sy. „Ook mannen lijden daaronder.” Zo is Sandièry gebaseerd op de echtgenoot van een goede vriendin. Ook zij werden maar niet zwanger, maar hij durfde zijn sperma niet te laten onderzoeken. „Hij was bang voor de uitkomst”, zegt Sy. „Want stel dat-ie onvruchtbaar was? Terwijl: hij is zelf arts.”
Yaay moest mensen wakker schudden, zegt ze. „Onderzoeken tonen aan dat de vruchtbaarheid van mannen de afgelopen vijftig jaar is gehalveerd. Gehalveerd! Dat lijkt nu vooral een probleem in het Westen, maar het is een kwestie van tijd voordat stellen hier in Senegal en elders in Afrika tegen hetzelfde aanlopen.”
Dat blijkt ook uit de reacties onder de afleveringen die ze op haar YouTube-kanaal plaatste en die gemiddeld anderhalf miljoen kijkers trokken. „Na vijf jaar huwelijk zonder kinderen heb ik een spermaonderzoek laten doen”, schrijft ene Boubacar onder aflevering twee. „Ik bleek onvruchtbaar. Onze gynaecoloog zei dat we moesten hopen op een wonder.”
Bij Bio24, één van de grootste private laboratoria in Dakar die fertiliteitsonderzoeken doen, vertelt een laborant desgevraagd dat sinds het eerste seizoen van Yaay 2.0 in 2022 verscheen het aantal aanvragen voor spermaonderzoeken zichtbaar steeg. „Het zijn nog vaak de vrouwen die mailen”, zegt hij. „Maar hun mannen komen wel.”
De serie won verschillende prijzen, waaronder recentelijk voor ‘beste scenario’ tijdens Dakar Series, een pan-Afrikaans festival. In het tweede seizoen gaat Sy nog verder. Ze raakt aan zelfmoord, een doodzonde binnen de islam. En aan abortus, terwijl Senegals abortuswet een van de strengste ter wereld is (alleen als de moeder in levensgevaar is mag het, en zelfs dan zijn er voorwaarden).
Sy: „We gaan er misschien niet diep op in, maar we benoemen het wel. Omdat het onderdeel is van onze realiteit. Ook dat hoort thuis op het scherm.”
Therapiesessie
Verderop in Dakar, in een wijk waar een modern appartementencomplex tussen villa’s met metershoge hekken uit de grond is gestampt, wordt drukt gewerkt aan haar volgende project: Plan à 3, over twee beste vriendinnen die besluiten beiden met hun goede vriend te trouwen (polygamie is veelvoorkomend in Senegal). Een „ontzettend slecht idee” dat zij ooit zelf had, vertelde Sy. „Gelukkig dat mijn man mij daarvanaf wist te brengen.”
Tussen de verder nog onbewoonde appartementen bevindt zich achter één deur een wereld van crème, goud en zachte wollen tapijten waar mensen in en uit lopen. Twintigers, dertigers. De één met een lichtbalk in de hand, de ander met een microfoon aan een lange stang. Ertussen twee actrices op intimiderend hoge hakken en in lange zomerjurken die take na take veinzen op te schrikken van hun binnenstormende ‘schoonmoeder’.
In een hoek uit beeld zit Medoune, Sy’s echtgenoot, die inmiddels al geruime tijd meeloopt op haar sets als hoofd productie. Ook aanwezig, zwaaiend met een script, is Roger Salah (31). De Senegalese steracteur, met hetzelfde stoppelbaardje als toen hij Sandiéry speelde in Yaay, is nu aangesteld als coach. Kalista en hij werken al zo’n vijf jaar samen, zegt Salah. „Ik denk dat niemand scripts zo vanuit het hart kan schrijven als zij.”
Het is soms opleiding en therapiesessie in één, niet in de laatste plaats omdat veel stereotypen ook in hen verankerd zijn.
Ze wil ons vrouwen bevrijden, voegt Adji Seynabou Diakhaté Ndiaye (28) – of Yakhi, zoals ze in de serie heet – tussen takes door toe. „In haar wereld zijn we travailleuse, bosseuse.” Harde werkers. „In plaats van dat we alleen maar bezig zijn met trouwen en baren.”
Bevrijden, ja. Dat wil ze, zegt Sy. „Er kwam laatst een moeder met twee dochters naar me toe. ‘Bent u Kalista?’, vroeg ze. Toen ik ja antwoordde, keerde ze zich naar haar meiden en zei, ‘zij is het die de verhalen van ons vrouwen vertelt’.”
Voor haar, zegt Sy, was dat „de apotheose”. Mede daarom begon ze in januari de writers’ room, om een nieuwe generatie vrouwelijke scriptschrijvers („en Loïc”) op te leiden. Door hen, acht in totaal, mee te laten werken aan haar scripts en hen te helpen hun eigen scripts te ontwikkelen. Het is soms opleiding en therapiesessie in één, lacht Sy. Niet in de laatste plaats omdat veel stereotypen ook in hen verankerd zijn.
Zo werkt het team deze middag aan het scenario voor een serie over bodyshaming. Het personage Kalista, een wat stevige jonge vrouw, staat daarin centraal („ik ben het, maar ook weer niet”). Ook ligt er een begin van een script over vier vriendinnen van in de vijftig – de een weduwe, de ander gescheiden – en hun seksuele verlangens. „Die serie gaat ons allemaal de gevangenis in jagen”, grapt Sy en ontsteekt, opnieuw, in een schaterlach.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Een visagiste op de set van Plan à 3” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een visagiste op de set van Plan à 3” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-7.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/16193929/web-1611LEV_kalista_opnames3.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-39.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-37.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-38.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-39.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-40.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/q4y5bYKopIVMEz1X2mCARlwUIZg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/16193929/web-1611LEV_kalista_opnames3.jpg 1920w”>
Tijdens de opnames voor Kalista Sy’s tv-serie Plan à 3 over polygamie door twee best vriendinnen.