Opinie | Laat uw ill will voor de taal van Gen Z eens varen

Alle hens aan dek in ’t zinkend vlot der Neêrlandsche taal! Jongeren hebben een graftakkenhekel aan woorden. Wacht, een wat? Een graftakkenhekel? Jazeker, en als je dat woord niet snapt ben je vast een jongere met een hekel aan boeken, een kelderende leesvaardigheid, een permanente weerzin tegen schrijven, en je behoort dan vast ook tot een derde van alle 15-jarigen in Nederland die het risico loopt om laaggeletterd het onderwijs te verlaten.

Of, even een crazy out of the box idea, misschien ligt het aan de mensen die kortzichtig blijven tutten aan de Nederlandse taal als een speentje. En misschien moeten we niet langer verwachten dat jongeren het woord graftakkenhekel gebruiken, maar een Engelse variant.

Een tomb hate hebben aan de dode literatuur van Multatuli, een ill will hebben voor volrijm schrijven, of animosity voelen voor wollige middeleeuwse animal epics uitpluizen – zo spreek je Gen Z’iaans, give or take.

Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op de Nederlandse taal. Waar Franse zinnen met een beetje jeu al uit je strot vloeien als olie, moeten we kauwen op en stoeien, kneden, worstelen en wurgen met ons kneuterige taaltje. En dat vind ik persoonlijk een heerlijke bezigheid.

Harry, Willem en Gerard

Maar ik ontwikkelde deze smaak voor Nederlands pas na de middelbare school, toen ik ontdekte dat lezen ook leuk kan zijn. Op mijn school waren er maar weinig leerlingen die wél met plezier een boek voor Nederlands lazen. Wanneer leerlingen eindelijk enthousiast waren over een boek, dan was het meestal een boek van een bekende internationale schrijver wiens (vaak autobiografische) werk in het Nederlands vertaald was. Maar God forbid dat deze auteurs én hun eervolle vertalers (!) de heilige werken van Harry, Willem en Gerard de hemel lieten ontdekken.

Laat jongeren gewoon een boek naar wens uit de kast trekken

Ik heb drie punten om onze omgang te verbeteren met hoe jongeren jongleren met Nederlands en Engels. Ten eerste: sta vertaalde werken toe op de leeslijst. Leerlingen alleen oorspronkelijk Nederlandse boeken laten lezen is iets wat voort lijkt te komen uit een soort ijdelheid voor ‘onze’ taal en cultuur, alsof het een ridderlijke plicht is om die te beschermen. En de Nederlandse taal op zich bescherm je ook met werken die naar het Nederlands zijn vertaald – boeken vertalen is even goed een vak als het oorspronkelijke schrijven zelf.

What about onze cultuur dan? Die is helaas niet zo statisch als ons alfabet. De ‘Nederlandse cultuur’ die Tobi Lakmaker in De geschiedenis van mijn seksualiteit (2021) voorschotelt is fundamenteel anders dan die uit De aanslag (1982) van Harry Mulisch. Dus als je een cultuur wilt waarborgen in een leeslijst van twaalf boeken, leg je dan het gewicht bij een begrensde, oerhollandse, misogyne, binaire, pre-digitale, onherkenbare cultuur? Of weegt een dynamische cultuur die ontelbaar en ontembaar veel invloeden van het onbegrensde wereldwijde web kent en herkenbaar is voor jongeren zwaarder? Een internationale cultuur dus, waarin kruisbestuiving over landsgrenzen heen onontkoombaar is.

BookTokkers

Over het wereldwijde web gesproken: TikTok kent een fenomeen genaamd BookTok. Daar gebeurt iets fantastisch waar alle digibetische tengels vanaf moeten blijven. BookTokkers – influencers die influencen met leuke boeken in plaats van leuke meuk die je niet nodig hebt – sporen jongeren daar vol passie en enthousiasme aan om boeken te lezen. Deze BookTokkers zijn vaak Engels, maar het enthousiasme doodslaan dat jongeren voelen om een boek te lezen omdat het boek de Nederlandse taal en cultuur niet waarborgt kan alleen beantwoord worden met een ‘ok boomer’. Zeker als je overal toeters en bellen uit de kast trekt omdat jongeren te weinig lezen; dat hoeft helemaal niet als je hen gewoon een boek naar wens uit de kast laat trekken. Denk hier maar aan als je de volgende keer een jong persoon zijn toekomst denkt weg te zien scrollen op dat asociale mobieltje.

Illustratie Susan Kraakman

At last and to conclude: we mogen überhaupt best eens wat meer potentie inzien in het gebruik van Engelse woorden in onze taal. Toen ik eerder in deze column „what about” gebruikte, kan het zijn dat je daar moeilijk van gromde. Maar ik gebruikte Engelse woorden omdat het gewoon even goed uitkwam. Anders had ik erg oncharmant voor de tweede keer „en” aan het begin van een zin gebruikt. Iewww! Engels en Nederlands kunnen elkaar prachtig aanvullen en vormen samen een speeltuin die me doen denken aan de manier waarop Van Kooten & De Bie speelden met taal. Maar ook aan geweldige gedichten als Heppie van Joke van Leeuwen (Ik voel me ozo heppie/ zo heppie deze dag/ en als je vraagt: wat heppie/ als ik eens vragen mag. De rest moet je maar opzoeken als je behoefte hebt aan een glimlach). Dus waarom zouden we onszelf in het spelen beperken tot één taal?

Ik daag je uit, boomer, ga eens gamen met de taal van de toekomst!


Lees ook
Dat jongeren minder lezen is niet alleen slecht voor hun taalgevoel, ontlezing zou ook tot empathieverlies leiden. Klopt dat wel?

Dat jongeren minder lezen is niet alleen slecht voor hun taalgevoel, ontlezing zou ook tot empathieverlies leiden. Klopt dat wel?



Delen