Het congres waarvoor zo’n achthonderd NSC-leden deze zaterdag zijn afgereisd naar congreshal Breepark in Breda zou eigenlijk vooral over de verkiezing voor het Europees Parlement moeten gaan, van komende juni. En ja, al klappend maken ze het conceptverkiezingsprogramma definitief en keuren ze de kandidatenlijst en de benoeming van een lijsttrekker goed. Maar tijdens de lunch heeft bijna niemand het daar nog over. Wel over de formatiegesprekken, en vooral over de samenwerking met de PVV.
Toch was er voor het congres maar één motie binnengekomen over de formatie. Tot grote verbazing van partijvoorzitter Bert van Boggelen, die verwacht had „bedolven te worden onder de moties”. De tekst: „Ga zo min mogelijk concessies doen aan Geert Wilders.” Omdat de indiener niet de benodigde honderd steunverklaringen van leden heeft verzameld, wordt er niet over gestemd. Pieter Omtzigt verzekert de leden dat ze zich „niet druk” hoeven te maken, hij staat „vol voor het gedachtengoed van NSC”. Ze kunnen erop rekenen dat hij „netjes” maar ook „heel fel” aan de formatietafel onderhandelt over onder meer „betere woningen” en „grip op migratie”.
Maar of het werkt? De boodschap van leden is dubbel. Enerzijds klinken er zorgen. „Ik ben bang dat NSC niet in staat zal zijn om zich voldoende te verweren tegen de PVV”, zegt accountant Edwin Kroon (64) bijvoorbeeld. „Alles aan die partij is slecht”, zegt student Pieter van Bentum (29). Maar wat leden dan vaak meteen óók zeggen: er is geen alternatief, wie moet er dán besturen? „De PVV is nou eenmaal de grootste partij”, zegt Kroon. „Laat ons er dan voor zorgen dat er tenminste een tegengeluid is.”
Lees ook
Wat bindt de leden van NSC? Vertrouwen, hoop en afkeer van andere partijen
„Gelatenheid”, zo noemt NSC-lid van het eerste uur Charlotte Goulmy (54) dat. Aan het begin van de dag zit ze nog in de zaal, met om haar schouders een trui met de tekst: „Voordat je het vraagt NEE”. Ze is al vanaf het begin van de formatie uitgesproken tegen samenwerking met de PVV. En ze twijfelt al sinds ze lid is geworden: is de partij van Pieter Omtzigt uiteindelijk niet gewoon een rechtse partij? Past ze daar wel bij? Het congres in Breda is voor haar de druppel. Halverwege de middag zegt ze haar lidmaatschap op en vertrekt ze naar huis. „Er heerste een sfeertje alsof we niet anders kunnen en wel met de PVV móéten. De hele zaal zat alleen te klappen, wat er ook gezegd werd”, zegt ze later telefonisch. „Als ik lid zou blijven, zou ik me medeplichtig voelen, NSC zou dan ook namens mij onderhandelen.” De toespraak van Omtzigt wil ze niet meer horen. „Hij gaat toch zeggen dat we af moeten wachten en hem moeten vertrouwen.” In zijn toespraak, aan het eind van de middag, belooft Omtzigt „nul komma nul concessies te doen” op de rechtsstaat.
Het vertrek van Goulmy staat niet op zich. In de peilingwijzer is al maanden een dalende lijn te zien voor NSC. De partij telt nu twintig zetels in de Tweede Kamer, virtueel blijft daar ongeveer de helft van over. En in een recente peiling voor de Europese verkiezingen van Ipsos I&O zou NSC nul zetels in het Europees Parlement krijgen. Dat laatste komt volgens NSC’ers doordat de verkiezingen nog niet leven en door de onbekendheid van lijsttrekker Dirk Gotink.
Het Europees Parlement is bekend terrein voor Gotink, die er al sinds 2007 werkt. Eerst jarenlang voor het CDA, als beleidsmedewerker en politiek adviseur. Tien jaar geleden stond hij voor die partij op de lijst voor de Europese verkiezingen – hij werd niet gekozen. Een paar jaar later vertrok hij naar de Europese Volkspartij, de Europese familie waar het CDA deel van uitmaakt. Daar was hij, tot het congres zijn benoeming deze zaterdag bekrachtigde, woordvoerder van EVP-voorzitter Manfred Weber. NSC hoopt zich, samen met BBB, na de verkiezingen van juni bij de EVP aan te sluiten.
Onder zijn leiding legt NSC de focus op onder meer goed bestuur en migratie. „Er is geen thema waar Europa en Nederland meer verzaakt hebben dan migratie”, aldus Gotink zaterdag. Maar de keuze voor die thema’s is niet zonder risico. Uit nog niet eerder gepubliceerde cijfers van het Nationaal Kiezersonderzoek, dat altijd gehouden wordt na Tweede Kamerverkiezingen, blijkt dat bij de verkiezingen van vorig jaar ongeveer vijftig procent van de kiezers migratie verbindt aan de PVV van Geert Wilders. Bovendien geloven ze erin dat hij in staat is om zijn beloftes waar te maken.
Het verschil met andere partijen is gigantisch, ziet politicoloog aan de Radboud Universiteit Kristof Jacobs, verbonden aan het Nationaal Kiezersonderzoek. „De eerste partij die na de PVV volgt is de VVD, met zo’n vijftien procent.” Voor NSC ligt het percentage nóg een stuk lager. „Volgens de theorie van issue ownership is het heel moeilijk voor een politieke partij om een onderwerp af te pakken van een andere partij”, legt Jacobs uit. Hij ziet NSC en VVD dat proberen, maar zonder resultaat. „De VVD liet het kabinet vorige zomer vallen vanwege migratie. Maar ze bleken, ondanks dat ze aan de macht waren, niet in staat om de aantallen asielzoekers terug te dringen”, aldus Jacobs. Dan kan het juist averechts werken: hoe belangrijker ze het thema maken, hoe meer kiezers ze in de armen van Wilders drijven.
Mocht de formatie tot een coalitieakkoord leiden, dan is de kans groot dat de PVV met de voor een groot deel gelijkgezinde VVD, NSC en BBB afspraken kan maken over inperking van migratie. Ironisch genoeg helpen die partijen de PVV dan om het eigenaarschap over migratie te versterken.
NSC is wel eigenaar van het thema goed bestuur, aldus Jacobs. In het verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen benadrukt de partij meermaals het belang van rechtsstatelijkheid van andere landen. „Landen die zich niet willen houden aan die beginselen van de democratische rechtsstaat, zetten zichzelf in Europa buitenspel. Samenwerking met zo’n partnerland is immers geen cent waard, laat staan miljardensteun”, staat er bijvoorbeeld in.
In Nederland begint NSC komende week aan de derde week waarin inhoudelijk onderhandeld wordt aan de formatietafel, met Geert Wilders. Die twitterde vrijdagavond nog dat hij „de groeiende asielstroom niet meer [kan] aanzien” en dat „dorpen en steden bezet gebied lijken”. Het zijn niet zijn woorden, zegt Omtzigt desgevraagd. „We hebben allemaal een verschillende stijl van politiek bedrijven. Dat andere partijen pal voor hun standpunten staan vind ik niet raar.”
In de verkiezingscampagne voor de Tweede Kamerverkiezingen begon Omtzigt vaak over de anti-grondwettelijke plannen van de PVV, voor hem toen nog een reden om niet met Geert Wilders een coalitie te willen vormen. Sinds hij met Wilders aan de formatietafel zit, klinken die bezwaren steeds minder bij Omtzigt. Krijgt hij er vragen over, dan verwijst hij naar de zeven afspraken die in een eerdere formatieronde werden gemaakt, over het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.
Hij ziet, zegt Omtzigt zaterdag desgevraagd, „verandering” bij de PVV. „In 2010 was de opvatting van Geert Wilders nog dat de islam een politieke ideologie zou zijn. Nu ligt er een stuk waarin erkend wordt dat de islam een religie is, met ook zijn handtekening eronder”. Dat de PVV in het vrijdag gepresenteerde verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen niet meer pleit voor een nexit, ziet Omtzigt ook als voorbeeld van die verandering. Hij ziet aan de formatietafel, zegt Omtzigt, dat er „gezamenlijke opvattingen ontstaan”.