Sopraan Sabine Devieilhe waagt zich aan Richard Strauss: ‘Van zingen voor kinderen leer je een heleboel’

Ze is nog maar net terug van een internationale operatournee onder leiding van René Jacobs, of ze duikt al weer de concertzalen in met een liedrecital: Sabine Devieilhe behoort tot de meest gevraagde sopranen van het moment. Drie dagen vrij zijn is wel uitzonderlijk, geeft ze toe na een kalm Paasweekend, thuis in Frankrijk met haar gezin.

Sabine Devieilhe (Normandië, 1985) maakt furore bij operahuizen in binnen- en buitenland met haar kristalheldere sopraanstem en vliegensvirtuoze coloraturen. Een rol als Lakmé in de gelijknamige opera van Léo Délibes is haar op het lijf geschreven, net als de ijzingwekkende Königin der Nacht uit Mozarts Die Zauberflöte. In 2022 ontving ze de International Opera Award voor zangeres van het jaar.

Op Goede Vrijdag verscheen haar nieuwe cd: liederen van Mozart en Richard Strauss, samen met pianist Mathieu Pordoy. „Een hommage aan twee componisten voor wie muziek maken óók spelen was”, noemt ze het. Deze maand toert ze ermee door Frankijk, Nederland en Duitsland. Dinsdag doet ze de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw aan.

Toch probeert ze zich te beperken: „In het buitenland doe ik maximaal één operaproductie per jaar. Je bent dan meteen twee maanden van huis. Sinds mijn kinderen naar school gaan, wil ik zoveel mogelijk thuis zijn, zeker in de weekenden.” Dat vergt nogal wat coördinatie met het eveneens drukke schema van haar man. Echtgenoot Raphaël Pichon is dirigent en oprichter van het baanbrekende oude muziekensemble Pygmalion. Samen maakten ze verschillende cd’s, waaronder een bejubelde opname van Bachs Matthäus-Passion.


Lees ook
Pygmalion: Alsof je de Passie voor het eerst beleeft

Er valt weinig relativerends op te merken over de elegantie van Raphaël Pichons (op deze foto met zijn Ensemble Pygmalion) interpretatie van de Matthäus-Passion.

Of er in zo’n rustig weekend ook passiemuziek klinkt in huize Devieilhe-Pichon? „Niet specifiek, maar we hebben wel de gewoonte om ’s zondags naar Bach te luisteren. En we hebben vaak klassieke radio aan staan.” Daar klinkt geregeld eigen werk: „Voor onze kinderen is het heel normaal dat papa en mama vaak op de radio zijn. Toen onze zoon nog wat kleiner was, dacht hij dat iederéén thuis naar zichzelf luisterde op de radio”, lacht Devieilhe. „Als we dan bij mijn moeder over de vloer kwamen, verbaasde hij zich erover dat oma zichzelf niet op de radio kon horen zingen.”

Een mooie les die we onze kinderen willen meegeven is dat je van je passie je werk kunt maken

Zoon Lucien, inmiddels zeven jaar oud, maakt een klein gastoptreden op zijn moeders nieuwe cd. „Ik heb veel thuis gerepeteerd met Mathieu, de pianist”, legt Devieilhe uit, „en grappig genoeg bleef bij zowel mijn zoon als mijn dochter het lied ‘Das Kinderspiel’ het meeste hangen. Het helpt natuurlijk dat het een strofisch lied is, en dat het genie Mozart zulke catchy muziek schreef. Dat de kinderen het thuis nazongen, bracht me op een ideetje.”

Aan het eind van het lied neuriet de kleine Lucien het zoete melodietje nog zachtjes na. Een vertederend moment van amper vijftien seconden. Maar op de vraag of dit zijn eerste stappen in de muziekwereld zijn, duikt Devieilhe meteen weg achter haar handen: „Oh nee! Dat is absoluut niet de bedoeling, om hem richting een muziekcarrière te sturen. Dat is helemaal zijn eigen keuze. Maar een mooie les die we onze kinderen willen meegeven is dat je van je passie je werk kunt maken. Dat kan natuurlijk ook buiten de muziek.”

Spelenderwijs

„Ik vind het leuk om mijn eigen passie voor muziek spelenderwijs over te brengen, door samen te zingen bijvoorbeeld. Niet alleen voor onze eigen kinderen, maar ook op de school van mijn zoon. Daar deed ik een korte versie van Die Zauberflöte in twintig minuten, gewoon elk personage met mijn eigen sopraanstem. In de klas van 11-jarigen was er een jongetje achterin dat er niks aan vond en een beetje opstandig werd. ‘Dat komt goed uit’, zei ik tegen hem: ‘Dan ben jij prins Tamino!’ Ik legde hem uit dat Tamino’s beproeving was dat hij niks tegen mij mocht zeggen – en hoeveel pijn zijn stilte mij deed als smoorverliefde Pamina. Hij zat naast me op zijn krukje terwijl ik mijn aria zong, en hij acteerde zó goed dat hij applaus kreeg van al zijn klasgenootjes. Dat was een prachtig moment van verbinding.”

Die verbinding werkt twee kanten op, ziet Devieilhe. „In het optreden voor jonge kinderen ligt voor ons als musici vaak de sleutel. Ook al verstaan ze niet wat je zingt, ze moeten haarfijn kunnen aanvoelen wat je wilt vertellen. Daar leer je als zanger een heleboel van.”

En die ervaringen brengt ze mee naar een liedrecital, zoals dinsdagavond voor het Nederlandse publiek. „Ik denk aan een lied als ‘Abendempfindung’ van Mozart”, zegt Devieilhe, „dat is een kleine operascène op zichzelf. Daar moeten we een heel palet gebruiken om de juiste sfeer te kunnen schilderen.” Maar waar in een opera decors en kostuums een handje meehelpen om die sfeer op te roepen, ligt alles in een lied bij piano en stem.

Tegelijkertijd opent dat voor Devieilhe een deur naar nieuw repertoire: „Het lied is een kunstvorm waarin je kunt experimenteren. De meeste liederen van Strauss zijn niet bedoeld voor mijn lichte stem. Aan de versies met orkestbegeleiding zou ik me daarom nooit durven wagen, maar met alleen piano loop ik geen risico om mijn stem te overbelasten en kan ik tóch deze geweldige muziek ontdekken.” Een win-win-situatie, noemt ze het. „Strauss brengt me namelijk ook een heleboel zangtechniek bij. Zo’n lied als ‘Waldseligkeit’ heeft extreem langgerekte vocale lijnen, daar heb je een hele andere ademsteun voor nodig dan bij Mozart.” Ter inspiratie luisterde ze veel naar opnames van de Slowaakse sopraan Edita Gruberová (1946-2021). „Hoe zij kon zweven in het hoogste gedeelte van haar stem en tegelijkertijd kracht zette in haar lage register, dat is voor mij de manier om te zingen.”

Ondanks haar fabelachtige stembeheersing relativeert Devieilhe meteen haar aandeel in het recital van aanstaande dinsdag: „Het voornaamste wat wij als performers moeten doen is ons goed voorbereiden. Voor de rest komt er niet zo vreselijk veel op ons neer. We hebben gewoon geniale muziek uitgekozen.”

Sabine Devieilhe treedt op 9/3 met pianist Mathieu Pordoy op in het Concertgebouw in Amsterdam. Info: concertgebouw.nl

https://www.youtube.com/watch?v=yFnYtsP-ofE