Met je peuter naar het theater: ‘Geef je kind de kans zelf iets te ontdekken, te falen’

Geen gegil. Dat is het eerste wat opvalt als de glazen toegangsdeur van Kunstlinie Almere openschuift. Ik bezoek met mijn dochter Maya (16 maanden) het 2TurvenHoog-festival, een podiumkunstenfestival voor kinderen van nul tot zes. Het wemelt hier in de foyer van de kleine kinderen, maar de sfeer is opvallend gemoedelijk. Kalm. Maya blijft even staan om de ruimte in zich op te nemen. Kleuters zitten midden in de foyer tussen antieke, rieten poppenwagens met hun ouders te spelen. Een cellist slentert door de ruimte, tokkelend op zijn instrument. In een elektrisch, rood karretje wordt een groepje peuters van een kinderdagverblijf door het gebouw gereden. Maya kijkt kort over haar schouder, een voorzichtig lachje. Dan stapt ze met moedige passen de kunstinstallatie Warung mini binnen.

„Foyers zijn niet gemaakt voor kinderen”, vertelt Ingrid Wolff, artistiek en algemeen directeur van het festival, dat dit jaar 25 jaar bestaat. „Dus ik wilde ze iets aanbieden, op hun ooghoogte, dat zegt: welkom. Vandaar dat ik sinds 2006 niet alleen met theatermakers, maar ook met beeldend kunstenaars samenwerk. Zij ontwerpen installaties die kinderen uitnodigen de interactie aan te gaan. Niet alleen de kinderen trouwens. Ik zeg altijd tegen kunstenaars: als het je lukt dat de ouder ermee gaat spelen, samen met het kind, dán is het geslaagd.”

Maya is op een puzzelkleed gaan zitten dat van dierenknuffels is gemaakt. Ze schudt een groene bromtol heen en weer. Ze heeft nog nooit een tol gezien, zoals ze heel veel dingen nog nooit gezien heeft. Ik laat haar zien hoe de tol werkt. Ze begint ermee te oefenen.


Lees ook
Een soort Parade, maar dan voor peuters

Een soort Parade, maar dan voor peuters

Alle zintuigen

Warung Mini begon als een kleine installatie voor baby’s, vertelt beeldend kunstenares Diederike Smits, die het werk ontwierp en er gedurende het festival steeds kleine dingetjes in herschikt. Vier met bellen en touwen en knuffels versierde kinderstoelen staan rond een draaitafel, waarop allerhande prullaria de kleintjes en hun ouders verleiden tot een nadere inspectie. „Maar Ingrid Wolff wilde er nog wat omheen voor de oudere broertjes en zusjes, dus dat ben ik gaan maken.” Ze bekijkt haar creatie, die zo ongeveer de hele foyer van de Kunstlinie beslaat. „Ja, dat is een beetje uit de hand gelopen.”

Alle zintuigen komen in de installatie aan bod. „Materialen om te voelen, geluid, licht. Geur zelfs, kijk.” Ze maakt een kistje open en schuift er een reageerbuisje uit. „Ruik maar.” Ze is een verzamelaar, vertelt ze. „Kinderen houden daar ook van. Ordenen, verzamelen, sorteren. Ik werk met bekende gebruiksvoorwerpen, maar ik bewerk ze en stel de installatie op zo’n manier samen dat er een nieuwe wereld lijkt te ontstaan; je kijkt anders naar het bekende.”

Ik volg haar blik richting de zorgvuldig geplaceerde badeenden, autootjes, een bouwwerk van kinderstoelen, ballen, muziekinstrumenten, een diaprojector, puzzels, poppen, doeken, dromenvangers, knuffels, manden, vegers, spellen – het is nog maar een fractie van de verzameling voorwerpen die Smits hier bij elkaar heeft gebracht.

Maya van 16 maanden aan tafel op het 2TurvenHoog-festival in Almere.
De driejarige Siyun op het 2TurvenHoog-festival in Almere.
Voorstelling op het 2TurvenHoog-festival in Almere.

Foto’s: Bram Petraeus

Vergiet op je hoofd

De schoenen moeten uit, we bezoeken de voorstelling Tent, voor kinderen vanaf 1 jaar. Makerscollectief Club Wauw ontwikkelde de voorstelling in samenwerking met het festival. We nemen plaats op kussens die in een kring zijn neergelegd rondom de spelers. Die staan met z’n tweeën te balanceren, ook op een kussen. Uit dat kussen komt een doek en dat doek wordt grondig onderzocht. Wat voor geluid maakt het? Wat gebeurt er als je je eronder verstopt? Wat als je het oprolt, of ermee wappert? „Aaah”, zucht het jonge publiek, als het witte doek de hele ruimte lichter lijkt te maken. Zij kenden het niet, zo’n doek. Voor hen is alles magisch. Maar wij, volwassenen, wij wisten niet, of niet meer, dat een doodgewoon doek zo bijzonder kon zijn.

Ouders die zeggen: ‘Dat kan mijn kind niet, dat vindt mijn kind eng’, projecteren hun eigen angstenIngrid Wolff directeur 2TurvenHoog-festival

In alle ruimtes van de Kunstlinie zijn installaties opgebouwd. Maya kruipt over kussens in een intieme tent in een ruimte, getiteld Botanië, een creatie van HKU-studenten. Van kunstenares muli (Milu Chen) is Hoorbaar Snoorhaar opgesteld, een vergiet met buizen eraan die je op je hoofd kunt zetten. In de verduisterde garderoberuimte licht in neonkleuren haar Muziekbeestjes op; een verzameling bewegende, zacht zoemende objecten, waarmee ze afstudeerde aan de kunstacademie in Den Haag. Kinderen vinden het interessant, vertelt ze, maar ze maakte de installatie niet speciaal voor kinderen. „Gelukkig niet”, zegt Ingrid Wolff. „Dat is totaal niet interessant, kunst die alleen voor kinderen is gemaakt. Kunst is interessant als een kunstenaar precies dat creëert waar hij zelf gepassioneerd over is. Dat, die liefde, voel je als je je tot zo’n werk verhoudt. Kinderen ook. Dan gaat er iets ‘aan’.”

Volwaardige mensen

„We moeten kinderen veel serieuzer nemen”, zegt ze even later. „Het zijn geen human becomings maar human beings. Volwaardige mensen. Op geen enkel wezen wordt zo veel geprojecteerd als op het jonge kind. Ouders die over alles zeggen: ‘dat kan mijn kind niet, dat vindt mijn kind eng’ – dat zijn hun eigen angsten die ze uitspreken. Daarin lijken kunstenaars op kinderen: je moet ze vertrouwen geven. De ruimte laten. De kans geven om zelf iets te ontdekken, om te falen ook. Dan sta je versteld van waartoe ze in staat zijn.”


Lees ook
Peutertheater is toch geen onzin

Als gehypnotiseerd zit Maya op haar kussentje naar de twee dansers te kijken, net als alle andere kinderen in de zaal. We bezoeken de voorstelling What is that? (voor kinderen van 6-18 maanden), van het Deense gezelschap Aaben Dans. Tussen rollen tapijt onderzoeken de dansers in hun choreografie de mogelijkheden van hun eigen lichaam, alsof ze dat lichaam pas net tot hun beschikking hebben gekregen. Wat kan er allemaal met een arm? En een been? Hoe werkt zwaartekracht; wat als ik me gewoon naar voren laat vallen? Een onderzoek zoals een dreumes het zou uitvoeren; nieuwsgierig, onbevooroordeeld, gretig.

Kinderen van deze leeftijd zijn een genadeloos publiek. Alles is interessant voor ze, dus als een maker hen niet volledig voor zich inneemt, dan zwerft hun aandacht onmiddellijk alle kanten op. Andersom: wanneer makers zich, zoals deze dansers, zo aan het hier en nu weten over te leveren dat iedere vezel van hun lichaam ‘aan staat’, en opmerkt, en een zuiver contact maakt met de ruimte en de mensen daarin, dan zijn ze hooked. Dan kun je veertig minuten lang een speld horen vallen.

Foto Bram Petraeus

Diepe slaap

„Ik ben verslingerd geraakt aan theater voor jonge kinderen”, zegt Wolff. „Er wordt wel gezegd dat ze nog niet geleerd hebben met aandacht te kijken, maar in werkelijkheid hebben ze nog niet áfgeleerd om met aandacht te kijken. Het zijn totaal moedige mensen, die continu alles om zich heen ontvangen en opzuigen. Alle zintuigen staan aan. Terwijl we zelf nog maar een fractie opmerken van wat zich voor onze ogen afspeelt, zodat we ons op één ding kunnen concentreren. En dat is prima, dat is niet erg. Wat ik wil zeggen is dat zo’n ervaring, samen met je kind, niet alleen je kind inspireert. Je gaat zelf ook meer open.”

Terug in de auto duurt het geen minuut of Maya is in een diepe slaap verzonken. Zelf ga ik naar huis met het hernieuwde besef hoe bevrijdend het is om gewoon, zonder vooropgezet plan, te kijken, te ervaren, te spelen – en hoe immens veel ik daarbij van mijn kind kan leren. Misschien wel meer dan zij van mij.