Gewoon Daphne. In Malta was ze zó bekend, dat iedereen aan haar voornaam al genoeg had om te weten over wie men het had. Daphne Caruana Galizia was een pionier. Ze was in de jaren tachtig de eerste vrouwelijke journalist in de kleine mediawereld op Malta. De enige ook die later in haar columns en op haar blog met bijtende ironie de wijdverbreide corruptie op het eiland zou aanklagen. „Mama was erg grappig. Ze schreef op een onderhoudende manier over corruptie, en ook daarom lazen zoveel Maltezen haar stukken”, zegt haar zoon Matthew (38), informeel in een t-shirt en casual broek, met stoppelbaard en licht versleten bruine schoenen.
Zeven jaar na zijn moeders dood vecht hij, samen met zijn broers Andrew en Paul, die onlangs een boek publiceerde, en hun vader Peter, nog altijd voor gerechtigheid voor de moord op Daphne. Op 16 oktober 2017 kwam ze om het leven door een autobom, dicht bij haar huis. Matthew was die noodlottige middag thuis bij zijn moeder en had net met haar gewerkt. Als software-ingenieur werkte hij voor het Internationale Consortium voor Onderzoeksjournalisten (ICIJ), het platform dat onder honderden journalisten grote hoeveelheden gelekte data over belastingontduiking had verspreid, eerst voor het mega-onderzoek Panama Papers, later ook voor de Paradise Papers.
Matthew hoorde de knal en wist meteen dat het een autobom was. Dat moment beschrijven blijft moeilijk. „Die dag pakten ze mij niet alleen mijn moeder af, maar ook mijn land”, zegt hij tijdens een gesprek in de marge van het journalistiek festival Voices, in een voormalig treinstation in Florence.
Column
Zijn moeder had machtige vijanden gemaakt. „Toen mijn moeder werd vermoord, liepen er meer dan veertig aanklachten tegen haar wegens laster en smaad, vijf strafrechtelijke vervolgingen en een onderzoek door de fiscus. Haar bankrekeningen waren bevroren én ze probeerden haar magazine over eten te laten sluiten.”
Lees ook
deze recensie van het boek van Paul Caruana Galizia, de broer van Matthew
Dat magazine, dat het belangrijkste deel van haar inkomsten verschafte, werd bij The Malta Independent gevoegd, de krant die ook tweemaal per week haar columns publiceerde, vertelt haar zoon. Tot een groep zakenlui die dicht stond bij de Maltese premier Joseph Muscat, de krant probeerde te kopen, in een poging zijn moeders column op te heffen. En tot de stafchef van de premier ook nog een concurrerend blad over voeding oprichtte om Daphnes magazine uit de markt te prijzen.
Op de koop toe werd Daphne van haar omgeving geïsoleerd. „Toen Muscat net premier was geworden, werden verschillende vrienden van haar benaderd met een dik betaald aanbod van de regering, en de meerderheid aanvaardde het. Een vriend van mijn moeder zei haar dat ze de vraag hadden gekregen om samen de communicatie van Muscats regering te verzorgen. ‘Jij maakt een grapje zeker’, grinnikte mijn moeder, maar die vriend had de baan al aanvaard.” Ze hield slechts een paar échte vrienden over, zegt Matthew, nadat ze zwaar teleurgesteld was geraakt over alle anderen die poen verkozen boven vriendschap.
Al ging de intimidatie zeer ver, toch had niemand, volgens Matthew ook zijn moeder niet, durven bevroeden dat het zou eindigen met een autobom. „En zelfs toen hield het niet op. We hadden mama nog niet eens begraven toen bleek dat wij in de rechtbank werden verwacht. De rechtszaken werden voortgezet tegen haar nabestaanden. Wij hadden alle aanklachten meegeërfd.”
Twee uitvoerders van de moord kregen elk veertig jaar cel, hun handlanger werd veroordeeld tot vijftien jaar, nadat hij had meegewerkt met justitie. Nadat de achtergronden van het onderzoek naar buiten kwamen, trad Muscat begin 2020 af als premier. Zijn stafchef Keith Schembri en twee ministers waren al eerder opgestapt.
Schembri was een goede bekende van zakenman Yorgen Fenech, die ervan verdacht wordt de opdrachtgever van de moord te zijn. Fenech zit in voorarrest, maar de familie Caruana Galizia tast in het duister over wanneer de strafzaak tegen hem eindelijk begint. „Dat is zeer frustrerend”, zegt Matthew. „We willen niet alleen eindelijk gerechtigheid voor onze moeder, maar ook dat er uit haar corruptie-onderzoeken rechtszaken vloeien.”
Straffeloosheid
Het systeem van georganiseerde misdaad op Malta omschrijft hij als de kar die achter het paard wordt gehangen. „Georganiseerde criminele groeperingen zullen samenklitten rond bepaalde families of bedrijven. Zij zijn de kar, en de politicus is het paard. Wint het paard de verkiezingsrace, dan is het bingo: dan staat die politicus bij de lui achter zich in het krijt, die dan openbare contracten krijgen toegewezen, en ga zo maar voort.”
Een gebrek aan transparantie over politieke financiering en aan regels rond lobbyen werken volgens Matthew Caruana Galizia dit corrupte systeem verder in de hand. In 2021 concludeerde een onderzoekscommissie in Malta dat de staat een sfeer van straffeloosheid had gecreëerd en hierdoor de verantwoordelijkheid moest dragen voor de moord op Daphne.
Sinds de dood van zijn moeder is Malta er nog slechter aan toe, denkt Matthew: „Er ontstond een vacuüm. Nu onderzoekt vrijwel niemand nog de misstanden op Malta, waar de corruptie is doorgedrongen in alle sectoren.”
Postuum is wél Daphnes isolement doorbroken. Haar familie richtte een stichting op die strijdt voor gerechtigheid voor Daphne, maar die ook gratis juridische bijstand biedt aan rechteloze migranten op Malta, die onder meer op gevaarlijke bouwplaatsen worden uitgebuit. De stichting vormt daarnaast een hecht netwerk met persverenigingen in de rest van Europa. „Want ook elders staat de mediavrijheid onder druk. Net als mijn moeder zien wij de journalistiek als het laatste baken dat overeind blijft in een democratie als de rest, van de rechterlijke macht tot de regering, faalt.”