Column | Vluchtelingen in het krantenarchief

Een van de meest fascinerende websites van Nederland is Delpher.nl. Hier kan je miljoenen historische kranten en tijdschriften doorzoeken, helemaal tot aan 1618. Het is een schat aan informatie voor onderzoekers of voor mensen die bijvoorbeeld een illustere voorouder willen opzoeken in krantenpagina’s van destijds.

Ik ben mateloos enthousiast over de site, ook omdat je er het gevoel krijgt echt door oude papieren kranten te bladeren. De advertenties, de iets scheef hangende letters, de oude, korrelige foto’s – alles roept het gevoel op dat je erbij was, toen. Of dat je erbij had kunnen zijn, in 1939 bijvoorbeeld, toen er ook van alles gebeurde in de wereld.

Geschiedenis is een magisch, veelvormig ding. Het wordt ter plekke en voortdurend gemaakt, en het kent veel perspectieven. Maar het bijzondere, vind ik althans, is dat er een premisse vanuit gaat: hoe meer we weten van de fouten die we ooit hebben gemaakt, hoe kleiner de kans dat we die in onze eigen tijd herhalen.

Maar wie de actuele krantenpagina’s naast die in Delpher legt, beseft dat die belofte bepaald niet altijd ingelost wordt. Ik geef een voorbeeld.

De populairste volksmenner van ons land, Geert Wilders, kijkt met interesse naar het strenge asielbeleid van Denemarken, lees ik in de krant. De Denen hebben het voor elkaar gekregen om zulke strikte regels op te tuigen dat er in 2023 een minimaal aantal asielaanvragen wordt gedaan. Dat Wilders en andere extreem-rechtse politici dat model willen kopiëren, geeft mij een soort déjà vu. Een set regels, waarachter je je menselijkheid kan verbergen… Waar heb ik dit eerder gezien?

Een snelle zoektocht op Delpher (‘vluchteling + 1939’) levert meteen resultaat: het was minister Goseling van Justitie die, als een Wilders avant la lettre, besloot dat „een voortdurende toevloeiing van vluchtelingen” ongewenst was. Daarom zou vanaf 1 maart 1938 elke vluchteling beschouwd worden „als een ongewenschte vreemdeling”. Het waren geen loze beloften: Goseling versterkte per onmiddellijk het politieapparaat om al die lastige buitenlanders subiet terug te sturen. Het leidde tot afschuwelijke taferelen, die allemaal terug te lezen zijn alsof het vandaag gebeurt.

Zo meldde Het Volksdagblad op 18 juli 1938 dat een man van 31 zichzelf had verhangen in afwachting van zijn uitzetting. Het Vaderland kopte een paar dagen eerder: Duitse Jood teruggestuurd. Het ging om een vluchteling die een kaartje had voor een boot naar China. Zijn pech was dat die boot vanaf Rotterdam vertrok – en dat de plichtsgetrouwe grenswachters hun regels nog eens goed doornamen en tot de conclusie kwamen „dat al sinds eenigen tijd de bepaling geldt, dat geen vreemdeling op doortocht naar China in ons land wordt toegelaten”. Hij werd teruggestuurd naar Duitsland, de boot vertrok zonder hem. Ja, de politie deed precies wat haar was opgedragen, schreef De Telegraaf: „De hoofdstedelijke Vreemdelingendienst is den laatsten tijd aanmerkelijk uitgebreid met politiemannen, die het recherchevak verstaan. Er zijn dan ook weinig vreemdelingen, die […] onopgemerkt blijven.”

Langs de Duits-Nederlandse grens werd dat jaar bijna dagelijks wanhopige vluchtelingen de toegang tot het veilige Nederland geweigerd. In februari 1939 bijvoorbeeld, arriveerden een paar treinen vol met kinderen zonder ouders op het station in Nijmegen. De beslissing werd keurig volgens de regels genomen: ze moesten terug. „Er waren peuters van twee jaar bij, het oudste kind telde 16 jaar”, schreef Het Volksdagblad.

Dus dit is wat Wilders voor ogen heeft: een beleid waarbij we geheel volgens de wet vluchtelingen aan onze grens weren, net als toen, in 1939. Een onbedoeld bij-effect van Delpher is het besef dat we misschien wel willen leren van de geschiedenis, maar dat we altijd, kennelijk, gevangen zitten in ons eigen ressentiment.

Karin Amatmoekrim is schrijver en letterkundige. Ze schrijft om de week op deze plek een column.