Briljante, bescheiden lessen van Daniel Kahneman

I don’t know. That is not my area of expertise.” Het is een antwoord dat psycholoog Daniel Kahneman kenmerkte. Hij zei het regelmatig in interviews en vragenrondes bij seminars. Deze week overleed hij, 90 jaar oud.

‘Danny’

„Als je een Nobel-prijs hebt gewonnen, denken mensen dat je overal verstand van hebt”, zei Kahneman al in ons eerste gesprek. Tijdens de seminars die ik in de jaren daarna met hem mocht doen, werden inderdaad allerlei vragen gesteld waarop hij moest reageren met: dat weet ik niet.

Ook toen hij door mij werd gevraagd naar tips rond het toepassen van zijn eigen wetenschappelijke bevindingen, zei hij dat al die jaren onderzoek naar menselijke denkfouten hem niet beter hadden gemaakt in het vermijden ervan.

Kahneman had een hekel aan zelfoverschatting. Op intellectueel gebied, maar ook in de dagelijkse omgang. Dus kon je hem gewoon rechtstreeks mailen op [email protected] en zei hij, als je hem ‘professor’ of ‘mister‘ noemde: „Just call me Danny.”

Andersdenkenden

Ook in zijn wetenschappelijke werk had Kahneman geen last van een groot ego. Hij was een van de pioniers op het gebied van adversarial collaboration. Daarbij doen wetenschappers met tegengestelde standpunten, soms onder begeleiding van een derde, onpartijdige collega, samen onderzoek naar het onderwerp waarover ze het oneens zijn.

Kahneman deed dit bijvoorbeeld met Gary Klein op het gebied van intuïtieve, professionele beslissingen. En vorig jaar nog publiceerde hij een artikel met de jonge psycholoog Matthew Killingsworth over de relatie tussen geld en geluk.

Met deze aanpak heeft Kahneman, in een tijd waarin de wetenschappelijke psychologie regelmatig onder vuur lag, bijgedragen aan transparanter, beter onderzoek.

Ideeën

Kahneman werd bekend onder psychologen en economen vanwege zijn onderzoek met Amos Tversky (1937-1996) naar de irrationele aspecten van ons denken. De Nobelprijs (2002) en zijn bestseller Thinking, fast and slow (2011) – vertaald als Ons feilbare denken – zorgden dat ook het grote publiek kennismaakte met zijn ideeën. Twee voorbeelden daarvan:

Loss aversion, verliesaversie: wanneer we een verandering interpreteren als verlies, heeft dat een veel sterker effect op ons denken en handelen, dan wanneer we haar als winst ervaren. Deze voorspelbare irrationaliteit in ons denken zorgt er onder meer voor dat bij beleidswijzigingen de ‘verliezers’ zich veel meer roeren dan de ‘winnaars’.

Cognitive ease, cognitief gemak: wanneer we iets gemakkelijk kunnen waarnemen en verwerken (denk: grote letters, leuk verhaal, herhaling), dan hebben we de neiging om het als aantrekkelijker en ook als meer waar te ervaren.

Bescheidener

Kennis van dit soort mechanismen helpt. In het omgaan met andere mensen, maar ook bij het kritisch ondervragen van jezelf. Wáárom ben ik ergens voor of tegen? Welke irrationaliteit speelt mogelijk een rol? Kan ik hier ook anders naar kijken?

Zowel met zijn inzichten, als met zijn eigen optreden heeft Kahneman – ook al zou hij dat zelf waarschijnlijk meteen bagatelliseren – veel mensen geholpen om wat genuanceerder en bescheidener in het leven te staan.