Drugsoorlog in Marseille: meer geld, meer coke, meer geweld

Als Anna Buresi (53) een rondje loopt door La Busserine, de wijk in het noorden van Marseille waar ze werkt als voorzitter van vrouwenorganisatie Schebba, kijkt ze vaak naar de grond. Als ze tussen de eindeloze flats betonnen bankjes met brandplekken passeert. Als ze langs de houten kastjes komt die midden op de weg staan om politiewagens te hinderen. Als ze langs een groepje joelende jongens bij het enige restaurant van de wijk loopt, of de twintiger met een groene pet die op een plastic stoel voor zich uit zit te staren. „Ik kijk ze niet aan. Ik praat niet met ze”, vertelt ze met een wat schorre stem. „Dan laten ze je met rust.”

‘Ze’ zijn de leden van wat hier eufemistisch les réseaux (‘de netwerken’) wordt genoemd. Het zijn de drugsbendes die deel uitmaken van het dagelijks leven van de inwoners van La Busserine. Ze zitten op straathoeken te posten. Ze roepen uit volle borst de waarschuwingskreet ‘Ara, ara’ als de politie langs rijdt. Ze verkopen hasj en cocaïne bij bankjes, in tunnels, in de trappenhuizen van de vele, veelal slecht onderhouden flats in het heuvelachtige gebied. En steeds vaker zorgen ‘ze’ voor bloedbaden en rouwende ouders.

Want drugscriminaliteit gaat in Marseille de laatste jaren gepaard met meer en steeds bruter geweld. De brede aanwezigheid van drugs en dus geweld is al decennia een probleem in de Zuid-Franse stad, maar sinds een jaar of tien neemt het geweld toe, en vorig jaar kwam het tot een bloedig dieptepunt: 49 moorden die door de autoriteiten worden gelieerd aan drugscriminaliteit – bijna één per week, een toename van 50 procent ten opzichte van 2022. Ook in andere grote Franse steden is de toename te zien. In totaal vonden vorig jaar 315 moorden of pogingen tot moord plaats die in verband worden gebracht met drugshandel, 57 procent meer dan in 2022.

Het is reden voor president Emmanuel Macron om vorige week de operatie „schoon schip” aan te kondigen: bij een ‘verrassingsbezoek’ aan Marseille maakte hij grootschalige politieacties bekend die moeten leiden tot een einde aan de drugshandel en „de republikeinse orde [moeten] doen terugkeren” in geraakte wijken. Sindsdien zijn in heel Frankrijk bijna vijfhonderd mensen die bij drugscriminaliteit waren betrokken, opgepakt.

De wijk La Busserine in het noorden van Marseille.

Het toegenomen geweld heeft grote invloed op La Busserine en de 56 andere kwetsbare cités (een in Frankrijk veel gebruikte term voor flatwijken gevuld met sociale problematiek) in Marseille, vertelt Buresi op een koude woensdagochtend in haar sobere kantoor, waar kwetsbare vrouwen onder meer taallessen en mentale steun bij huiselijk geweld kunnen krijgen. Op de gang staan grote tassen met gedoneerde kleding en speelgoed. „Hier wisselen angst en rouw elkaar af”, zegt ze. „Het ene moment nemen families afscheid van hun vermoorde zoon, het volgende moment vliegen de kogels weer door de lucht.”

En niet alleen het leven van directe slachtoffers, maar dat van álle inwoners van La Busserine staat erdoor op de kop. „Soms wordt hier zelfs overdag geschoten. En als iemand met een kalasjnikov schiet, is dat niet gericht, maar maait hij alles neer wat hij tegenkomt. Dus blijven mensen thuis, in het donker, met de gordijnen dicht.” Een werknemer van Buresi zat vorig jaar eens urenlang opgesloten in hun kantoor toen buiten geschoten werd. „Overal vlogen kogels rond, dus ze kon niet weg. Daarna hebben we het kantoor drie weken gesloten.” Ook is een crèche definitief gesloten omdat die naast een dealplek zat waar geregeld wordt geschoten. Buresi gaat niet meer met de auto naar haar werk – te vaak werden haar auto’s gesloopt of gestolen.


Lees ook
Nog nooit werd zoveel cocaïne onderschept in de havens van Rotterdam, Antwerpen en Vlissingen

Demonstratie in Rotterdam over de werkwijze van de douane.

Niet meer de broer of buurjongen

Er zijn altijd problemen geweest met drugsgeweld in Marseille. De havenstad was tot in de jaren zeventig het middelpunt van de French Connection, een wereldwijd heroïne-netwerk van de Corsicaanse maffia en ze schudde daarna haar imago van drugshoofdstad van Frankrijk nooit meer af, hoewel de problematiek zeker ook in andere steden bestaat. De directe aanleiding voor de golf van geweld vorig jaar was een conflict tussen twee grote bendes, Yoda en DZ Mafia.

Maar er is in bredere zin iets veranderd de laatste jaren, ziet Amine Kessaci (20), wiens vijf jaar oudere broer dealde. Brahim Kessaci werd in 2020, op zijn 22ste, doodgeschoten door een rivaliserende bende. Zijn verkoolde lichaam werd in een uitgebrande auto gevonden. In dat jaar richtte Kessaci de ngo Conscience op waarmee hij families van slachtoffers van drugsgeweld bijstaat.

Sinds een jaar of vijf, zes is alles extremer geworden, vertelt hij in zijn appartement elders in Marseille – na de dood van zijn broer vertrok zijn alleenstaande moeder met haar vijf andere kinderen uit de onrustige, noordelijke wijken. „Toen ik jong was, hadden we geen wegversperringen [vaak gemaakt van winkelwagens of grof vuil]. We hadden niet zoveel uitgebrande auto’s”, zegt Kessaci. „En we kenden alle verkenners [de jongens die op straathoeken posten] en dealers. We wisten waar ze zich verstopten voor de politie. Het waren de jongens uit de wijk, de kinderen van de buurman. En in ons geval mijn broer en zijn vrienden.”

Amine Kessaci (20) richtte na de dood van zijn broer de ngo Conscience op, om de families van slachtoffers van drugsgeweld bij te staan.

Lege banken waar spotters rondhangen, op de uitkijk voor politie.

Maar anno 2024 zijn het niet meer de Brahims uit de wijk die de wacht houden en drugs verkopen, zegt Kessaci. „Het zijn mensen die wij, de jongens uit de buurt, nog nooit hebben gezien.” Dit zeggen ook experts. „We pakken nog steeds Marseillais op”, zegt voorzitter van de rechtbank Olivier Leurent in zijn werkkamer in het centrum van Marseille. „Maar we zien een toename van verkenners en dealers die van buiten de stad komen.”

Zij komen uit Parijs of dichterbij gelegen steden als Aix-en-Provence. „Ze worden veelal gerecruteerd op sociale media”, zegt Leurent. „De netwerken maken filmpjes waarop ze zichzelf met veel geld en dure merkkleding laten zien en zeggen: kom twee maanden werken in Marseille voor 100 euro per dag.” In die twee maanden veranderen de dealers hun rekruten in ‘slaven’. „Dan claimen ze bijvoorbeeld dat ze drugs achterover hebben gedrukt en daarom een schuld hebben in te lossen, of dwingen ze met geweld om door te gaan. En dan is het vrijwel onmogelijk om er weer uit te komen.”

De laatste jaren worden ook (vooral minderjarige) migranten zonder papieren gerekruteerd – veelvuldig aanwezig in de aan de Middellandse Zee gelegen havenstad. „Dat zijn mensen die helemaal niets hebben: geen papieren, geen geld, geen woning. Sommigen zijn zelf ook verslaafd”, aldus Leurent. „En aan die aller kwetsbaarsten spiegelen de netwerken een droom voor van makkelijk en snel geld verdienen.”


Een altaartje ter nagedachtenis van de 23-jarige Rayan, die in maart 2023 werd vermoord in La Busserine. Zijn stoffelijke resten werden in een uitgebrande auto teruggevonden.


Er lijkt een totale afwezigheid van respect voor het menselijk leven”, verzucht Leurent. Hij hoort het bij de rechtszaken die in zijn rechtbank behandeld worden. „Jongeren die wij oppakken, zeggen daar te leven volgens de leus no future: mijn leven is toch al kut, dus dan kan ik maar beter, zo lang het duurt, het maximale eruit halen door zoveel mogelijk geld proberen te verdienen

Voor de drugsbendes is het interessant om jongens (soms ook meisjes) aan te trekken die niet uit Marseille komen, zegt socioloog en onderzoekster bij het onderzoekscentrum Transverscité Claire Duport op een terras in de hippe wijk Saint-Charles in het centrum van Marseille – nog geen vijf kilometer van de quartiers nord, maar met zijn klassieke architectuur en overvloed aan barretjes gevoelsmatig een volstrekt andere wereld. „Het zijn jongens die niemand kennen, de weg niet weten, en dus ook niemand kunnen verklikken.” In de rechtbank van Marseille valt op dat bij rechtzaken over drugsverkoop de bankjes voor naasten vaak leeg blijven.

Niemand kennen, betekent voor sommigen ook dat ze minder te verliezen hebben, denkt Buresi. „Jongens van hier die eerder misschien wel verleid zouden worden om te dealen, zien dat het geweld is toegenomen. Die zijn ook niet gek en doen dat daarom minder snel. En dus kiezen de netwerken de meest geharde gasten. Mensen die nergens bang voor zijn. Die bereid zijn om te martelen, om ledematen af te snijden” – wat meermaals gebeurde de afgelopen jaren.

„Er lijkt een totale afwezigheid van respect voor het menselijk leven”, verzucht Leurent. Hij hoort het bij de rechtszaken die in zijn rechtbank behandeld worden. „Jongeren die wij oppakken, zeggen daar te leven volgens de leus no future: mijn leven is toch al kut, dus dan kan ik maar beter, zo lang het duurt, het maximale eruit halen door zoveel mogelijk geld proberen te verdienen.”


Lees ook
Rechtszaken in Frankrijk tonen hoe hoog de spanningen zijn opgelopen tussen Franse jongeren van kleur en de politie

Sinds de rellen in Frankrijk in de afgelopen weken zijn honderden jongeren tijdens snelrechtzittingen veroordeeld, vaak tot zware straffen.

Meer geld, meer coke

Er lijkt op het eerste oog ook flink geld te verdienen in Marseille: de réseaux pretenderen in hun wervingsvideo’s meer en vaker uit te betalen dan concurrenten in andere steden – hoewel de praktijk volgens experts vaak weerbarstig is. Wat wel zeker is, is dat de hoeveelheid geld die in bredere zin met drugshandel gemoeid is, is toegenomen. „De financiële belangen zijn sinds 2000 fors gestegen”, zegt socioloog Duport. Zo is de prijs per gram voor hasj en wiet gestegen en zijn die drugs totaal genormaliseerd in steden als Marseille. Leurent: „We zien dat mensen het even normaal vinden om twee joints per dag te roken als om twee glazen wijn te drinken.”

En, vooral, is de markt gediversifieerd: op vrijwel alle verkooppunten in Marseille wordt tegenwoordig naast wiet en hasj ook cocaïne verkocht, en in mindere mate chemische drugs als xtc.

Het weerspiegelt een ontwikkeling die ook op nationaal en Europees niveau te zien is: het gebruik van cocaïne is sinds eind jaren negentig fors toegenomen. In Frankrijk vervijfvoudigde het aandeel volwassenen dat ooit coke heeft gebruikt bijna tussen 1995 en 2017 (van 1,2 procent naar 5,6 procent), blijkt uit cijfers van drugsobservatorium OFDT. Zo’n 600.000 Fransen gebruiken de drug minstens één keer per jaar. In 2020 waren er in Europa 5,2 miljoen gebruikers, tegenover 3,1 miljoen in 2000.

In Marseille leidt dit alles ertoe dat een gemiddelde locatie waar gedeald wordt tegenwoordig per dag zo’n 50.000 tot 80.000 euro oplevert. Ook is het aantal fysieke ‘verkooppunten’ toegenomen (er zijn er rond de 200) en het aantal actieve netwerken – en daarmee de rivaliteit. Overigens gaan niet alle gebruikers fysiek naar de verkooppunten toe; het is, net als in Nederland, ook gebruik om drugs te laten bezorgen. Er zijn geen cijfers over de manier waarop gebruikers aan hun drugs komen.

Geen grote broers meer

Politieagent M., wiens naam om veiligheidsoverwegingen niet wordt gebruikt (maar wel bij de redactie bekend is), is een man van in de zestig met vriendelijke ogen en een fors zuidelijk accent. Hij werkte vanaf het begin van de jaren tachtig decennialang in het noorden van Marseille en zag met lede ogen aan hoe het milieu verhardde – en ook het politiewerk. „Aan het begin van mijn carrière hadden we nog contact met de netwerken. We kenden de families, we wisten de voornamen van die jongens – we hoefden nooit naar hun identiteitsbewijs te vragen.”

Natuurlijk, er was altijd spanning tussen de bendes en de politie. „Maar er was een zekere vorm van respect die het makkelijker maakte dan nu om in die wijken te werken.” Als voorbeeld noemt hij dat hij eens een op natuurlijke wijze overleden persoon moest schouwen, vlak bij een drugsverkooppunt. „Bij aankomst zei ik tegen de verkenners: ‘Wij zijn hier niet voor jullie en we doen jullie niets. Stop even met de business en steek onze auto’s niet in brand, dan zijn we zo weer weg’.” En zo geschiedde.

Ook in bredere zin was er beter contact tussen de politie en de inwoners van de wijken waar veel wordt gedeald. Zo zegt Amine Kessaci dat hij als kind de agenten die in zijn cité werkten als „grote broers” zag. „Ze kwamen langs op hun motoren, zeiden bonjour. Ik heb supervaak stukjes meegereden op hun motor”, vertelt hij met een glimlach op zijn ronde gezicht. „Mijn broer Brahim vond dat natuurlijk niet leuk, maar ik was echt dol op ze, ik riep altijd: leve de politie! En de dealers zelf vreesden de politie, ze hadden een bepaalde autoriteit.” Die is nu verdwenen, zegt Kessaci. Leurent: „De aanwezigheid van de politie wordt nu gezien als een provocatie, een oorlogsdaad.”

Het treinstation in La Busserine.
Anna Buresi (53) is de voorzitter van vrouwenorganisatie Schebba.

Socioloog Duport legt uit dat deze verandering te maken heeft met het verdwijnen van wijkagenten in Frankrijk onder oud-president Nicolas Sarkozy. „In bijna alle wijken was er een politiepost en wijkagenten hadden een belangrijke rol in de buurt en grote invloed op de levenskwaliteit van bewoners. Ze kenden veel mensen en zorgden voor contact tussen inwoners en de overheid. Zij waren degenen naar wie je toe ging als er een wegversperring was, of een achtergelaten auto, of als het licht in een flat het niet meer deed – dan spraken zíj de huisbazen aan.”

Sinds 2022 probeert de politie weer meer aanwezig te zijn – mogelijk gemaakt door een verhoging van de budgetten van justitie en politie toen ook in politiek Parijs duidelijk werd hoe ernstig de situatie is in Marseille. Maar ze gaan anders te werk. Leurent: „De politieprefect voert een repressief beleid waarbij agenten meerdere keren per week langs bekende verkooppunten komen en mensen oppakken.”

Met resultaat: de autoriteiten maakten in september 2023 bekend dat in twee jaar tijd zeventig verkooppunten zijn opgedoekt en 816 wapens in beslag zijn genomen. „Sommigen zeggen dat als er een verkooppunt wordt opgerold, die binnen een paar uur verderop opnieuw ontstaat. Maar we zien wel degelijk dat de rust terugkeert in sommige wijken”, zegt Leurent. In één cité vlak bij La Busserine waar dealers een drive through hadden gemaakt, zijn de dealers helemaal verjaagd. De ingang van de wijk is nog altijd afgesloten met enorme betonblokken om hun terugkeer te voorkomen.

Ook het geweld is afgenomen: in de eerste maanden van 2024 vonden in Marseille ‘maar’ één drugsmoord en twee pogingen daartoe plaats. Daarbij moet worden gezegd dat ook in het nabijgelegen Nîmes afrekeningen plaatsvonden, die mogelijk gelieerd zijn aan de conflicten tussen bendes uit Marseille. De afgelopen maanden zijn tientallen mensen opgepakt, en bij Macrons operatie „schoon schip maken” werden in één klap 98 mensen gearresteerd.

Een bouwplaats vlakbij metrohalte Gèze in La Busserine.

Dit zijn meestal wel jongens die laag in de rangorde staan en die daardoor meestal snel weer op vrije voeten komen, waar de ‘netwerken’ bijna letterlijk klaarstaan om ze weer naar binnen te zuigen. Zo gebeurde het ook bij Brahim Kessaci, die meermaals in de gevangenis zat (soms na een aangifte van zijn eigen moeder) maar die zich nooit aan het milieu wist te onttrekken. Leurent: „We zijn ook bezig met grote onderzoeken naar de bazen die zich verschuilen op plekken als Dubai, maar daar heb je zo twee, drie, vier jaar voor nodig.” Af en toe lukt het: zo werd onlangs in Marokko Félix Bingui gearresteerd, de vermeende baas van het in Marseille actieve netwerk Yoda.

Leurent ziet de noodzaak om nu door te pakken. „Wij zien bijvoorbeeld wat in Nederland gebeurt”, zegt hij, doelend op de moorden op advocaat Derk Wiersum en journalist Peter R. de Vries. „Dat kan ook bij ons gebeuren”, denkt Leurent. „We hebben ongeveer dezelfde ingrediënten en ook hier zou het geweld van deze narcoterroristen op een dag kunnen overslaan naar onze leiders of publieke besluitvormers.” De eerste voorzorgsmaatregelen zijn al genomen: bij grote rechtszaken over drugsgeweld zijn (in heel Frankrijk) tegenwoordig altijd meerdere rechters betrokken om de zaken te „depersonaliseren”.


Lees ook
Geweld om angst aan te jagen: dat ‘ontwrichtte de samenleving’ en bleek heel effectief

Verdachten in het Marengo-proces, met rechtsonder advocaat Nico Meijering. Hoofdverdachte Ridouan Taghi was niet bij de uitspraak.

Sociale problemen blijven

Maar met politierepressie en rechtszaken worden onderliggende oorzaken niet opgelost. Hoe dát moet, daar denkt niet iedereen hetzelfde over. Zo vindt politieman M. dat gebruikers aangesproken moeten worden op hun verantwoordelijkheid. Rechtbankvoorzitter Leurent vindt dat de politiek moet onderzoeken „waarom alledaagse mensen de behoefte voelen om drugs te gebruiken”. Kessaci is onder andere voor het bevorderen van diversiteit in kwetsbare wijken, voor de legalisering van soft drugs en voor de terugkeer van buurtagenten. Het zijn ideeën die hij waar hij maar kan deelt in de media en nu ook in de politiek wil gaan uitdragen: hij staat op de lijst van de groene partij EELV voor de Europese Verkiezingen van juni dit jaar.

Want drugscriminaliteit is voor veel inwoners van kwetsbare wijken niet het grootste probleem, zegt Kessaci. „Het zijn plekken waar alle ellende samenkomt. Waar ik opgroeide werkte de lift vrijwel nooit – ik herinner me dat mijn moeder haar boodschappentassen altijd twee etages omhoog moest slepen. We hadden geen nooduitgang. We hadden in de buurt een openbaar zwembad, maar dat was niet toegankelijk voor de inwoners van de cité. En er waren geen winkels.” En hoewel Kessaci’s cité een metrostation heeft, is dat meestal niet het geval. „Dat maakt dat mensen echt vastzitten.”

Ook Duport schetst dit beeld. „Het is vervelend dat je dealpunten passeert als je boodschappen gaat doen, maar grotere zorgen zijn de flagrante armoede, gezondheidsproblemen, de slechte staat van de meeste woningen, de gebrekkige toegang tot recht, tot zorg, tot de arbeidsmarkt”, somt ze op. Voor vrouwen komt daar in veel gevallen fysiek of mentaal geweld bij, voegt Buresi toe. „Er wonen hier veel migrantes die geen door Frankrijk erkende diploma’s hebben en soms de taal niet spreken. Zij kennen vaak alleen hun cité en zijn volledig overgeleverd aan de grillen van hun echtgenoot.” Deze vrouwen biedt Buresi’s organisatie Schebba onder meer taallessen en mentale steun.

Vanuit de bus op weg naar La Busserine.

En zo gaat het leven in La Busserine door. Tussen de flats waar vaak fletse gordijnen uitwapperen, het rondzwervende afval, de brandplekken op het asfalt en de altaartjes voor omgekomen inwoners, rennen kinderen achter een voetbal aan, brengen ouders hun kroost naar school, worden religieuze feesten als de ramadan samen gevierd. Kessaci: „Er is veel ellende, maar het zijn ook wijken waar mensen sámen leven. We zetten buiten tafels neer om samen taart te eten, we dansen en zingen samen.” En ze rouwen samen.

Kessaci zelf gaat door met zijn verhaal delen, in de media en in de politiek. Hij doet dat meestal rustig, bedachtzaam, met zachte stem. Maar soms komt het vuur naar boven, bijvoorbeeld als gevraagd wordt waarom híj de politiek in moet. „Vaak zijn de mensen die over deze problemen praten, niet de mensen die ze echt kennen”, zegt hij met een ernstige blik. „Echte experts zijn geen sociologen, geen psychologen, geen agenten. Wij zijn de experts, de families die zitten met onze pijn. Tegen die sociologen zeg ik: houd je bek, het boeit me geen reet hoe lang je hebt gestudeerd. Wij zijn degenen die pijn hebben en de problemen echt begrijpen.”

Fotografie: Nicolas Serve.