De bibliotheek van de Amerikaanse topuniversiteit Harvard gaat de mensenhuid van de kaft van een boek in zijn collectie verwijderen, zo schreef de organisatie woensdag. De beslissing volgt na een jarenlange discussie over de ethische verplichtingen van Harvard richting de grote hoeveelheden lichaamsdelen in zijn collectie.
Het boek, een uitgave van het Franse boek Des Destinées de L’Ame (Het Lot van de Ziel) van schrijver Arsène Houssaye, kwam in het bezit van Harvard in 1938, met kaft en al. Volgens de overlevering heeft de eerste eigenaar, de Franse dokter Ludovic Bouland, de huid van een onbekende overleden vrouw afgenomen en om de kaft van het boek aangebracht. In het boek stopte hij een briefje met daarop de tekst „een boek over de menselijke ziel zou ook een menselijke kaft moeten hebben”. Niemand wist of het boek daadwerkelijk in menselijke huid gebonden was, maar de universiteitsmythe rondom het excentrieke boek was desalniettemin groot.
Het boek werd jarenlang getoond bij rondleidingen door de bibliotheek en – volgens sommige overleveringen – gebruikt bij ontgroening van nieuwe studenten. Kortom: het boek werd gezien als een komisch en ietwat luguber verzamelobject, niet als een schande voor de bibliotheek. Daar kwam in 2014 verandering in toen Harvard de mythe liet onderzoeken door zijn eigen wetenschappers. Het boek bleek inderdaad in mensenhuid gebonden, waarna een discussie op gang kwam over de ethische verantwoordelijkheid die instituten als Harvard hebben jegens de menselijke resten in hun bezit.
‘Sensationele, morbide en komische toon’
De universiteit heeft nu zijn verontschuldigingen aangeboden voor de ongepaste „sensationele, morbide en komische toon” waarmee het boek werd gepresenteerd terwijl het onderdeel was van de Harvard-collectie. De universiteit gaat nu op zoek naar een manier om de huid op respectvolle wijze te ruste te leggen.
Harvard liet de afgelopen jaren een grootschalig onderzoek doen naar de menselijke resten in zijn collectie, als onderdeel van een brede poging om de rol van de universiteit in het kolonialisme en het Amerikaanse slavernijverleden boven water te krijgen. Onderzoekers analyseerden meer dan 20.000 objecten in de collectie, van hele skeletten tot botstukjes.
Donald Trump, nooit vies van een cliffhanger, kondigde afgelopen week aan dat hij deze maandag met een „een belangrijke verklaring over Rusland” zal komen. Het gonst in Washington al een tijdje dat de Amerikaanse president toch bereid zou zijn om extra materiële en diplomatieke steun aan Oekraïne te verstrekken. Niet uit strategische overwegingen of sympathie voor dat belaagde land, maar uit frustratie met Vladimir Poetin.
De Russische president houdt Trump al sinds zijn inauguratie aan het lijntje. „Bullshit”, oordeelde Trump over wat hij in hun zeker zes telefoongesprekken dit jaar van Poetin te horen heeft gekregen. „Hij is altijd heel aardig, maar het blijkt allemaal niets te betekenen.” Trump beloofde tijdens de verkiezingscampagne dat hij de oorlog in Oekraïne „binnen een etmaal” zou oplossen. Denkend dat de vriendschapsband die hij in zijn eerste termijn voelde met Poetin genoeg zou zijn om de dictator te porren diens geweld te staken. In de eerste maanden sinds Trumps terugkeer in het Witte Huis leek hij met alle territoriale wensen van Rusland te willen instemmen. Volodymyr Zelensky werd juist uiterst vijandig behandeld.
Onder de Trump-regering kwamen er geen nieuwe hulppakketten aan Oekraïne. De Verenigde Staten werden wispelturig in het leveren van nog lopende wapensteun uit de Biden-tijd en het delen van militaire inlichtingen. Poetin gaf ondertussen geen krimp. Hij is niet bereid tot enige serieuze onderhandelingen en bestookt steeds meer Oekraïense burgers, met drones en bombardementen.
Rutte in Washington
Voor Trump lijkt de maat vol – op dit moment. Hij wil „meer wapens sturen”, zei hij afgelopen week, want Oekraïne „moet zichzelf kunnen verdedigen”. Maar de president blijft bewust vaag over wat dat precies inhoudt. Waarschijnlijk meer met het oog op zijn eigen achterban, dan op de onderhandelingstafel waar hij Poetin en Zelensky wil doen aanschuiven.
Er lijkt in ieder geval een NAVO-plan op handen, bekokstooft tijdens de top in Den Haag. Europese landen zouden Amerikaans wapentuig, zoals Patriot-luchtafweer, kopen en dat schenken aan Oekraïne. „We sturen wapens naar de NAVO, en de NAVO betaalt voor die wapens, de volle 100 procent”, zei Trump donderdag tegen zender NBC, waarschijnlijk doelend op de Europese lidstaten. Zo verdienen de VS aan de verdediging van Oekraïne in plaats van te spenderen. NAVO-baas Mark Rutte komt maandag naar Washington, waarschijnlijk om dit te beklinken.
Lees ook
Europa en Trump naderen elkaar over zware sancties tegen Moskou
Ook zouden nieuwe economische sancties tegen Rusland in aantocht zijn. Senator Lindsey Graham pleitte dit weekend in Amerikaanse media voor „een mokerslag” aan strafmaatregelen tegen Rusland én tegen landen die de Russische economie stutten met hun import van gas, olie en uranium. Is er momentum voor een werkelijke draai?
Achterbancrisis
Voor Trump is de strijd tussen de haviken en isolationisten in zijn eigen kabinet en achterban zeker zo belangrijk als de oorlog aan de oostgrens van de NAVO. De door Republikeinen gedomineerde Senaat blijft pleiten voor militaire hulp aan Oekraïne en verdere isolatie van Rusland. Nu senatoren Trump hun trouw hebben betoond met hun stem voor zijn grote begrotings- en belastingwet, kan hij hen belonen door hun initiatief voor sancties te omarmen. Vooralsnog heeft de Trump-regering dat afgehouden met het argument dat het zichzelf daarmee buitenspel zet als moderator van mogelijke vredesonderhandelingen. Maar Trump onderkent nu dat Poetin die weigert te voeren.
Met hernieuwde steun aan Oekraïne zou Trump voor de derde keer in korte tijd in botsing komen met zijn meest fanatieke achterban. Fundamentalistische Make America Great Again (MAGA) adepten – inclusief zijn eigen vicepresident JD Vance en defensieminister Pete Hegseth – voelen weinig voor hulp waarmee Oekraïne de strijd om haar voortbestaan kan voortzetten.
En juist de isolationistische, complotgedreven vleugel van de Republikeinse Partij is al verbolgen over de Amerikaanse bombardementen in Iran en het sluiten van het juridisch onderzoek naar de dood van de pedofiel Jeffrey Epstein. Dit zijn geen kiezers die dreigen over te stappen naar de Democraten, maar wel influencers die Trumps succes op het gebied van immigratie online kunnen overschaduwen.
Trump kan zich dergelijke muiterij permitteren. Hij hoeft niet nog een keer herkozen te worden, maar hij moet wel nog 3,5 jaar door met het Congres dat zijn plannen moet steunen. En hoewel Trump Hegseth publiekelijk altijd prijst, lijkt de minister van Defensie de president onaangenaam te hebben verrast met het recente opschorten van lopende hulp aan Oekraïne. Het Pentagon zou die zonder overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken of het Witte Huis gestaakt hebben.
Gevraagd naar wie er verantwoordelijk was voor het stokken van de leveranties, kwam Trump woensdag met een onbegrijpelijk antwoord. „Ik zou het weten. Als er een beslissing is genomen, zal ik het weten. Ik zal de eerste zijn die het weet. Sterker nog, ik zou waarschijnlijk het bevel geven, maar dat heb ik nog niet gedaan.”
Wat er maandag ook wordt aangekondigd aan maatregelen voor Oekraïne of tegen Rusland, het mag niet lijken of Trump naar de pijpen van Zelensky danst, zijn oor laat hangen naar de Senaat of Hegseth de dienst uitmaakt. En al komt er een NAVO-deal, dat betekent niet dat de Europese bondgenoten Trump aan hun zijde vinden. Zondag kondigde de president opnieuw importheffingen van 30 procent aan voor producten uit de EU.
Vijf jaar geleden werd er na een marathonvergadering in Brussel besloten om honderden miljarden in de Europese economie te pompen. Maar hebben die ook daadwerkelijk geholpen? EU-correspondent Rik Rutten onderzocht waar het geld naartoe ging. En ontdekte dat dit fonds de rol van Europa fundamenteel heeft veranderd.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Bij gevechten tussen bedoeïenenstammen en lokale strijders in de overwegend druzische stad Sweida in het zuiden van Syrië zijn zeker 37 mensen om het leven gekomen, meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR). Ook raakten zeker vijftig mensen gewond.
Onder de doden zijn 27 druzen, onder wie twee kinderen, en tien bedoeïenen. Het is voor het eerst sinds mei dat er weer een uitbarsting is van dodelijk geweld in het gebied. Toen ging het om gevechten tussen de druzengemeenschap en regeringstroepen. Ook in andere steden in het zuiden van Syrië zouden gevechten zijn uitgebroken.
De regering heeft militairen naar het gebied gestuurd om de situatie weer onder controle te krijgen. Een aantal van hen is volgens het SOHR al betrokken geraakt bij de gevechten tegen druzische schutters.
Druzen zijn een religieuze en etnische minderheidsgroepering die een langdurige vete hebben met bedoeïenen in Zuid-Syrië, dat zijn nomadische Arabische stammen. Sinds de val van het regime van Assad afgelopen december hebben de spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen tot nieuw geweld geleid.