Van grove beschuldigingen als ‘omkoping’ en ‘lekken van informatie’ naar ‘ongepaste uitlatingen gedaan om betaling van een factuur te verkrijgen’. Dat is wat er over is van de grote luchtballon aan verwijten aan voormalig advocaat en presentator Khalid Kasem.
Hij moest stoppen met zijn presentatiewerk, zag zijn verleden uitgespit en moest maar hopen op een gunstige afloop. Dat stel ik me althans zo voor, want zelfs wanneer je 100 procent zeker weet dat beschuldigingen niet kloppen, maakt je brein overuren, want ‘wat als’ er iets is waar je geen weet van hebt, ‘wat als’ ze iets verzinnen dat niet waar is, maar wel geloofd wordt. ‘Wat als’. De meest vermoeiende vraag in tijden van crisis, want ‘wat als’ is een schichtige stem die je als een enge, zenuwachtige schaduw blijft achtervolgen en waarin je allerlei monsterlijke scenario’s ziet opdoemen.
‘Ongepaste uitlatingen gedaan om betaling van een factuur te verkrijgen’. Zijn er eigenlijk freelancers die niet eens flink gevloekt hebben van ellende, omdat opdrachtgevers maar niet over de brug kwamen? Ik had eens een producent die me niet meer wilde uitbetalen, omdat hij vond dat ik ‘genoeg had gekregen’. Reken maar dat ik me toen ongepast heb uitgelaten en uiteindelijk de NVJ [Nederlandse Vereniging van Journalisten] erbij heb gehaald.
In persoonlijke omstandigheden kunnen, mógen we ons anders uitlaten. Ongenuanceerd, snoeihard, ronduit kwetsend. Daar is het privéleven voor, om in vrijheid en veiligheid van alles te bespreken dat vervolgens in de vuilnisbak eindigt. Onvoltooide ideeën, niet afgekoelde woede, frustratie, baldadigheid, foute grappen.
Als vreemden vervolgens in die afvalbak gaan graaien naar wat sappigs, zullen ze precies dat vinden: weggegooide gedachten, smeulende resten van een onaf gesprek. Niet per se een realistische weergave van wie je bent, wel een momentopname die niet het hele verhaal vertelt. Want wat de gluurders niet meekrijgen zijn de vervolggesprekken, de nieuwe ideeën, wellicht gevoelde spijt of een clou.
In de jaren dat ik nog als tolk werkte, heb ik talloze tapgesprekken vertaald. Ik moest daar in het begin erg aan wennen en me over de principiële bezwaren heen zetten die ik er tegen had. Het is erg ongemakkelijk om een heimelijk deelgenoot te zijn van een gesprek dat niet voor je oren bestemd is.
Ik betrad er een wereld waar ik onder geen beding deel van wilde uitmaken, leerde mensen kennen aan de hand van hun telefoongesprekken en zag hoe sommige collega’s gretig uit de meest onschuldige uitwisselingen iets ‘bezwaarlijks’ wilden halen om hun aanwezigheid maar te rechtvaardigen. Maar ik leerde ook dat gesprekken onverwachte wendingen kunnen nemen en als je niet alles meekrijgt, mis je dus ook essentiële afslagen.
Ik begrijp heus dat geheime opnames soms doorslaggevend kunnen zijn; grote politieke misdaden en maatschappelijke kwesties worden ermee blootgesteld en dat is van enorm belang.
Maar als deze zaak iets bewijst, dan toch zeker dat je voorzichtig moet zijn met privégesprekken. We hebben recht op een eigen ruimte waar onze gedachten, ruw en ongefilterd, vrijelijk en zonder consequenties kunnen stromen.
En het mag ook minder met die drang te scoren en dat hijgerige opjagen van mensen die je niet leuk vindt. Het is niet fijn om hatelijke bagger over je uitgestort te krijgen, zeker wanneer je niks fout hebt gedaan. Dat laat grote littekens achter.
Ik hoop dat Kasem zijn presentatiewerk hervat. De beste wraak is zorgen dat het goed met je gaat.
Hassnae Bouazza is schrijver, journalist, columnist en programmamaker.