Jirí Kylián leert de dansers van Het Nationale Ballet dat het om hén draait

De Nederlands-Tsjechische choreograaf Jirí Kylián was van 1975 tot 1999 artistiek leider van het Nederlands Dans Theater (NDT) en tot 2006 waren zijn creaties in Nederland strikt voorbehouden aan die groep. Sindsdien voert Introdans nu en dan ook werken van Jirí Kylián (77) uit. Vanaf zaterdag prijkt Wings of Wax (1997) op het repertoire van Het Nationale Ballet (HNB).

De choreograaf is een paar dagen in de studio aanwezig om de puntjes op de i te zetten. Gezeten tegen de spiegelwand kijkt hij geconcentreerd, nu en dan een arm bewegend, maar vooral in woorden een intentie of energie benadrukkend. „Fly, explode, jump!” Met zijn bekende voorliefde voor grapjes helpt hij een danseres die besluiteloosheid in haar bewegingen moet leggen : „Je weet niet waar je heen wilt: links, rechts? Hierheen, daarheen? HNB, NDT?”

Kylián wordt met buitengewoon veel enthousiasme en egards ontvangen in Amsterdam. Een groot deel van de artistieke staf, onder wie directeur Ted Brandsen, is uitgerukt om de repetitie bij te wonen. Langs de kant zuigt een opmerkelijk grote groep dansers – zittend, staand, liggend of rekkend – elke beweging, elke correctie op. De gretigheid om deze nieuwe danstaal te leren is voelbaar.

„Als iemand als hij binnenkomt, voel je een shift in het hele gezelschap. Iedereen wil erbij zijn”, zegt Joseph Massarelli, en Riho Sakamoto zucht verzaligd: „Het is wonderlijk: hij is nu twee dagen bij de repetities, en we zijn zó gegroeid.” Zij dansen zaterdag de première van Wings of Wax, een choreografie voor vier dansparen onder een grote, ondersteboven hangende boom.

Dansen met je ziel

Net als de dansers is Kylián na de tweede repetitiedag in zijn nopjes: „Stefan Zeromski en Elke Schepers, twee oud-dansers van NDT, hebben de choreografie geweldig overgebracht op de dansers. Ik hoef fysiek niet veel te veranderen”, aldus de choreograaf, die kort geleden nog een werk instudeerde met de jonge dansers van NDT2. „Daar ben ik meer een leraar. Hier kan ik bezig zijn met de betekenis en de spanning. Ik ben erg tevreden: ze dansen het met hun ziel, zijn geïnteresseerd en proberen te begrijpen waar het om gaat.”

In de studio geeft hij zijn aanwijzingen vrijwel zonder stemverheffing. „Neem wat meer risico, ga er maar in hangen”, zegt hij als een danseres haar lichaam wat keurig in een piqué-balanshouding blijft staan. De balletarmen en -handen moeten ook worden afgezworen: „Normal hands graag, human hands. Don’t be like a dancer.”

Jirí Kylián repeteert ‘Wings of Wax’ met Riho Sakamoto bij Het Nationale Ballet
Foto Altin Kaftira

Dat laatste is wel de moeilijkste instructie, zeker voor dansers die bij HNB nauwelijks ervaring opdoen met stijlen die buiten het klassieke en neo-klassieke idioom vallen. Des te gelukkiger zijn zij dat Kylián besloot dat Wings of Wax een betere keuze voor HNB zou zijn dan Stepping Stones (1991). Dat is binnen zijn oeuvre zéér klassiek en wordt bovendien op spitzen gedanst.

„Jaaaa!”, flapt Sakamoto er hardgrondig uit. „Héél gelukkig dat het geen spitzenstuk is. Ik hou van dansen op de slappe schoen. Je lichaamscentrum zit lager, je kunt meer kracht uit je torso halen. Als vrouw ben je op spitzen altijd de gepartnerde, nu kun je voor elkaar zorgen. Het stelt mannen en vrouwen gelijk.”

Ze voelt zich enorm uitgedaagd: „Ballet is in vergelijking statisch en gericht op de juiste houding en vorm. Ik vind het moeilijk daar níét naar te streven. Gewoon, je arm eens laten vallen en de beweging laten vloeien. Voor mij is dit echt mind blowing.”

Natuurdocumentaire

„Dans kan zo extreem onnatuurlijk zijn”, vindt Timothy van Poucke, die eveneens in de eerste bezetting danst. „Maar als ik nu naar mijn collega’s kijk is het bijna of ik een natuurdocumentaire zie.” Massarelli: „Zoals mensen eigenlijk zouden moeten bewegen. Bijna als een Neanderthaler.” Van Poucke: „En tegelijkertijd moet het er helemaal bedoeld uitzien. Complex én natuurlijk.”

Minstens even belangrijk als nieuwe fysieke ervaringen zijn de ideeën die Kylián hun meegeeft. Over hoe ze de choreografie zouden moeten benaderen, met welke instelling ze überhaupt op het toneel kunnen staan. Het bewustzijn dat hij na afloop van de choreografie telkens weer een stukje ouder zal zijn (een Kylián-stokpaardje), zette bij Massarelli iets in gang. „Eerst schrik je. Oh my God! Maar dan realiseer je je dat het over de ervaring van het moment gaat. Het leert je te omarmen dat alles voortdurend verandert, dus ook dat jij de passen een volgende keer anders, met meer wijsheid zult doen. Dergelijke bagage tilt je op.”

Don’t be like a dancerChoreograaf Jirí Kylián

„Ik ben anders over het stuk gaan denken sinds hij vertelde dat niet de choreografie het belangrijkste is, maar het feit dat jíj die uitvoert, op dat moment in de tijd”, zegt Van Poucke. „Dus in het moment zijn, niet vooruit denken. Daar zijn wij als klassieke dansers juist altijd mee bezig: verder komen, hoger.”

In de toekomst hopen zij meer choreografieën van Kylián te kunnen dansen. De choreograaf staat in elk geval open voor meer verzoeken van HNB. Creaties zullen dat niet zijn: „Daar heb ik de energie niet meer voor.” Zijn scheppende werk speelt zich nu af op het vlak van films en installaties. Volgend jaar toont een groot Kylián-festival in Oslo zowel choreografieën als films en beeldend werk.

De dansers voelen zijn creatieve kracht. Massarelli: „Hij laat ons heel erg ervaren waarom we in de studio staan.” Sakamoto: „Dit is echt iets waar we het hele seizoen naar hebben uitgekeken.” Van Poucke kijkt – toch – verder vooruit: „Choreografen worden uit dansers geboren. Er lopen hier collega’s rond die later tot choreograaf zullen uitgroeien, mede dankzij deze ervaring. Daarom is dit zo belangrijk.”