Theatermakers Adam Kissequel en George Tobal: ‘De dood overkomt ons. Daarmee kun je maar beter vrede sluiten’

Twee vrienden reizen regelmatig zomaar met de trein. Ze stappen uit wanneer de honger toeslaat, het verlangen naar een wandeling opkomt of de coupé te vol zit om verstaanbaar te filosoferen over het bestaan. Op een van die dagen sluiten ze vriendschap met een meisje dat aanschuift. Niet lang daarna treft het noodlot haar in de vorm van een tumor. Een ziekte die alles op scherp zet.

Hoe vier je het bestaan in het aangezicht van de dood? Over die vraag gaat de muziekvoorstelling Leven. Het stuk is een dialoog tussen de concreetheid van woorden en het ongrijpbare van muziek. Waar beide hoofdpersonen George en Adam op de grenzen van de taal stuiten om over de dood te spreken, openen de noten van componisten als Beethoven, Schubert, Brahms en Glass slagbomen naar nieuwe verten.

Met strijkkwartetten plaveit Club Classique de weg voor de twee acteurs Adam Kissequel (34) en George Tobal (38). Beide acteurs kwamen op jonge leeftijd naar Nederland vanuit respectievelijk Angola en Syrië. Tobal schreef de tekst voor Leven. In het Talentenhuis in Osdorp zitten ze in een kale ruimte met één grote tafel waar een verscheidenheid aan stoelen omheen staat. Hier ontstonden confronterende en humorvolle voorstellingen van het toneelgezelschap George en Eran over wereldvrede, vluchtelingen, racisme, armoede en het verharde politieke klimaat. Maar voor Leven beweegt Tobal bij die vuurhaarden van het maatschappelijk-politieke debat vandaan.

https://www.youtube.com/watch?v=lPi4miFF2H8

Mooie toekomst

„Hier gaat het om drie jongeren”, zegt Tobal: „Één uit Afrika, één uit het Midden-Oosten en een Nederlands meisje. Hun afkomst speelt geen rol. Het draait niet om wát ze zijn, maar om wie. Hoe ontwikkelen vriendschap en dromen over een mooie toekomst zich als de werkelijkheid van een dodelijke ziekte hun inhaalt? Ze ontdekken dat ze misschien niet zijn wie ze dachten te zijn. Dat in hun borst meerdere zielen schuilen. In onze meningensamenleving neigen we ernaar anderen – vooral die we niet kennen – terug te brengen tot één dimensie. Maar een mens is niet dit of dat. Situaties bepalen ons denken en doen.”

„We zijn zo druk om iedereen een plek te geven”, vindt Kissequel: „Jij staat daar, ik hier – daardoor vergeten we vaak echt te kijken naar de mens tegenover ons. De voorstelling waarschuwt ons niet te verharden, niet vast te lopen in aannames over anderen.”

Tobal: „Het stuk gaat ook over de onvermijdelijkheid van de dood. Iets waar ik moeilijk mee in het reine kom. Adam en ik hebben al veel familie verloren. En met de jaren sluipt de dood dichterbij. Ik durfde dat niet in de ogen te kijken. In een van de scènes vraagt Adam mij of ik als hij sterft aan zijn bed wil zitten, zodat iemand tegen hem kan zeggen dat zijn leven betekenis heeft gehad. Mijn personage denkt juist alleen dood te gaan. Maar lachen doen we ook. De voorstelling heet niet voor niets Leven. Dat vieren we. ”

Scène uit de voorstelling Leven, door Club Classique en George en Eran Producties.
Foto Christel de Wolff

Onontdekt land

Beide acteurs stonden zelf al vaker oog in oog met de dood. In zijn kindertijd in Angola zag Kissequel – als vierjarige wandelend met zijn grootvader – hoe woedende buurtbewoners een inbreker doodsloegen. „Maar de grootste pijn is het verlies van mijn oudere broer aan een ziekte. Hij was nog maar twaalf. Ik denk aan hem elke keer als George in de voorstelling zegt: ‘Dan duwt ze me zachtjes richting de deur.’ Ik herinner me de laatste blik van mijn broer. Hij keek me vanuit zijn bed aan en zei: ‘Ga maar.’ Daarna stierf hij.”

Tobal en een filmploeg troffen in Spanje een stervend moordslachtoffer aan op straat. „Ik werkte lang met de Iraanse choreograaf Sassan Saghar Yaghmai in de tijd dat ik een angry young man was. ‘Het leven is te kort om boos te zijn’, hield hij me altijd voor. Die woorden bleven echoën in mijn hoofd, maar ik begreep ze niet. Totdat ik na die moord in Spanje besefte hoe snel het afgelopen kan zijn.”

Kissequel: „De dood overkomt ons. Met die gedachte kun je maar beter vrede sluiten. Maar we lopen er vaak liever voor weg. Zoiets zegt Shakespeare’s Hamlet ook in zijn To be or not to be-monoloog. Hij benoemt de angst voor wat ons na de dood wacht: een onontdekt land waaruit nog nooit een reiziger terugkeerde. Dan dragen we liever de kwalen die we al kennen.”

Tobal: „Maar hoeveel greep hebben we op dit leven dat we kennen? Dat is een illusie. We vrezen de dood en de pijn die erbij hoort. Ik speelde eens in een stuk van toneelschrijver Rob de Graaf. Daar zat een treffende zin in: ‘Pijn is net jeuk, hoe meer je krabt, hoe meer je krijgt.’”

https://www.youtube.com/watch?v=ESvkTdHYODc