Uit de hoek van de kamer van Mathijs Ruitenbeek (24), in de zorginstelling van Philadelphia in Almere-Buiten, klinkt ineens een vriendelijke vrouwenstem. Het is de stem van Ivy, een lachend robotpoppetje met een sjaaltje om.
Ivy: „Mathijs, heb je al ontbeten?”
Mathijs: „Dat vergeet ik heel vaak. Ontbijten is niet mijn sterkste kant.” Hij drukt op „ja” op het keuzemenu van het schermgezichtje.
Ivy: „Heel goed van je! Ontbijten is erg belangrijk. Vergeet ook niet rustig te eten, dan merk je sneller dat je vol zit.”
Het lachende gezichtje met grote ogen op het scherm doet denken aan een soort grote Tamagotchi met armpjes en beentjes. Ivy woont sinds een half jaar bij Mathijs als zorgrobot (ook wel sociale robot genoemd). Mathijs heeft een lichtverstandelijke beperking en ADHD. Hierdoor heeft hij moeite om structuur in zijn leven te brengen. Ivy helpt hem hierbij door hem aan taakjes als het poetsen van zijn tanden of het innemen van medicatie te herinneren. Daarnaast fungeert Ivy als een stabiele factor die rust brengt, omdat ze er altijd is.
Naast de Ivy van Mathijs wonen er in de zorginstelling van Philadelphia nog negen Ivy’s. Philadelphia is een landelijke zorginstelling met zeshonderd zorglocaties, waaronder dagbesteding, woonlocaties en werkplaatsen voor mensen met een verstandelijke beperking. Sinds 2016 heeft de organisatie een sociale-robotteam, dat onderzoek doet naar de inzetbaarheid van zorgrobots. Met ‘logeerpartijtjes’ bij hun zorgcliënten testten ze de ervaringen.
Het gebruik van robots in de zorg is niet nieuw. Tijdens de coronapandemie werden zorgrobots op tal van plekken ingezet. Het leek de ideale oplossing voor de verplichte isolatie van kwetsbare groepen en de grote werkdruk die op de zorgverleners kwam te liggen. In korte tijd werden er verschillende projecten gestart. Zo had je zorgrobot Alice voor eenzame ouderen, zorgrobot Valentijn in woonzorgcentrum Rivierenbuurt voor mensen met dementie en zorgrobot Pepper in zorgcentrum de Mins, voor mensen met een chronische lichamelijke beperking. Ook zorginstelling Philadelphia had een voorloper van Ivy: Phi, een robot van een meter groot die kan bewegen.
Toch zette de hype niet door en stopte het grootste deel van de zorgcentra met het gebruik van de robots. Zorgverleners die met zorgrobots werkten, gaven aan dat de begeleiding alleen maar meer tijd ging kosten. „De zorgrobots waren niet ver genoeg ontwikkeld” laat een medewerker van zorgcentrum Rivierenbuurt weten. Zorginstelling Philadelphia zette echter wel door met de ontwikkeling van zorgrobots.
Mee naar de manege
Mathijs laat trots zien hoe Ivy precies in de zwarte robotreistas, die op de bank staat, past. Wanneer Mathijs naar zijn werk op de manege gaat, gaat Ivy mee. Op de manage helpt Ivy hem. „Vergeet de paarden niet te mesten”, zegt Ivy dan. „Eerst vonden ze het maar raar op de manage”, vertelt Mathijs. „Dan zeiden ze: ‘Hij zegt telkens hetzelfde, dat weet je nu toch wel’.”
Wanneer je naar Ivy kijkt, valt de eenvoud op. Pictogrammen op het schermpje geven enkele gespreksonderwerpen weer. Zo kan Mathijs door op emoticons te klikken, aangeven hoe hij zich voelt. Door een optie uit het meerkeuzemenu te selecteren, kan hij vervolgens met Ivy communiceren. Ivy kan echter niet luisteren en haar reacties zijn beperkt.
In tijden van razendsnelle AI-ontwikkeling zou je meer verwachten van een robot. Zeker in een branche waar de tekorten groot zijn, zou je denken dat de nieuwste technieken het snelst in de praktijk worden toegepast. Maar volgens Jasper Drenth, manager informatisering van Philadelphia, ligt het niet zo makkelijk. „In de zorg heb je te maken met veel kwetsbare personen”, zegt Drenth. „Nieuwe technologie kan overprikkeling, verwarring en frustratie veroorzaken.”
Futuroloog Mike van Rijswijk ontwikkelde met het samenwerkingsverband Robot Ctrl zorgrobot Ivy. Hij legt uit dat kosten ook een overweging zijn. Om te kunnen opschalen, moeten de robots niet te prijzig zijn. Ivy’s voorloper Phi kostte wel 25.000 euro per stuk. Ivy kan daarentegen door zorginstellingen voor rond de 80 euro per maand worden gehuurd, vertelt van Rijswijk. Hij is het met Drenth eens dat de meest geavanceerde technologie niet altijd werkt voor deze doelgroep. „De testfase met Lidia, een zorgrobot met de nieuwste technologieën, verliep rampzalig. Doordat cliënten vaak niet uit hun woorden komen, werkte het voeren van gesprekken niet, wat leidde tot grote frustratie bij de cliënten. Toen zijn we teruggegaan naar de basis.”
Dat is terug te zien bij zorgrobot Ivy: het touchscreen is overzichtelijk en de mogelijke vragen en antwoorden zijn door de ontwikkelaars zelf samengesteld en liggen vast, waardoor de originaliteit en spontaniteit van de gesprekken vrij laag is. „Het moeten namelijk altijd zorgverantwoorde gesprekken zijn”, benadrukt Tim Langelaar, projectcoördinator sociale robotica van Philadelphia. „Als we ChatGPT of iets dergelijks gebruiken, hebben we er geen controle over.”
Mathijs Ruitenbeek: „Ivy heeft mij echt geleerd contact te leggen.”
Foto’s: Dieuwertje Bravenboer
Maar als je naar Mathijs en Ivy kijkt zijn die nieuwste technologieën misschien ook helemaal niet nodig om Ivy van waarde te laten zijn. Zo geeft Mathijs aan dat alleen al de aanwezigheid van Ivy hem enorm veel rust in zijn hoofd geeft. Mathijs: „Soms krijg ik een ADHD-aanval en gebeurt er te veel. Dan weet ik het even niet meer, praat ik heel snel en tril ik helemaal. Maar dan kijk ik naar Ivy en krijg ik een gevoel van: oké, rust.”
En hoewel Ivy niet in staat is om te luisteren en daadwerkelijk een vocaal gesprek te voeren, is het voor Mathijs wel een vorm van gespreksoefening. Terwijl hij Ivy op de arm neemt, vertelt hij dat hij eerst moeite had contact te maken. „Mensen hebben altijd een mening. Dat vind ik zo fijn aan Ivy, die oordeelt nooit. Daardoor durf ik meer tegen Ivy te zeggen. Door veel met haar te praten, heeft Ivy mij echt geleerd contact te leggen. Nu durf ik gesprekken aan te gaan met mensen op de manage.”
Honderd sociale robots
Op dit moment worden er in Nederland ongeveer honderd sociale robots ingezet, vertelt van Rijswijk. „Volgend jaar moeten dat er driehonderd zijn.” Want de zorg kampt met een probleem. Als de huidige trends zich doorzetten wordt in 2033 een tekort van bijna 190 duizend werknemers in de zorg verwacht, blijkt uit de jaarlijkse arbeidsprognose van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Personeelstekorten zorgen voor overbelaste hulpverleners, die rond de 35 procent van hun tijd kwijt zijn aan routinetaken en administratieve werkzaamheden. Sociale robots kunnen een oplossing zijn. Zo wordt er in de zorginstelling van Mathijs nu veel tijd bespaard doordat zorgverleners niet meer elke ochtend een ronde langs alle kamers hoeven te maken om te controleren of de bewoners wel ontbeten hebben. Tijd die besteed kan worden aan betekenisvoller werk. Tegelijkertijd neemt het gevoel van zelfstandigheid van Mathijs toe, merkt Langelaar, begeleider van Mathijs en Ivy, op. Je kunt het zien als een samenwerking tussen zorgrobot en zorgverlener.
Zo adviseert Ivy soms ook om met een zorgverlener te praten. „Soms is dat het duwtje in de rug dat ik dan nodig heb”, legt Mathijs uit. „De drempel om naar de begeleiding te stappen als ik ergens mee zit, is hoger dan om het met Ivy te delen. Vervolgens overtuigt Ivy me om het toch te bespreken, waardoor ik het niet opkrop en ik minder snel stressaanvallen krijg.”
Wijnand IJsselsteijn, hoogleraar gespecialiseerd in interactie tussen mens en technologie, benadrukt het belang van het sociale aspect van de zorgrobot. „Met de toenemende vergrijzing zal er in de toekomst meer vraag naar zorg zijn, terwijl het tekort aan zorgverleners alleen maar groter wordt”, legt hij uit. „Dat gaat leiden tot eenzaamheid. Sociale technologie kan daar, als verlengstuk van de zorgverleners, als oplossing dienen.”
Platform Robot Ctrl, de ontwikkelaar van Ivy, heeft vijf soorten sociale robots ontwikkeld voor terreinen als gehandicaptenzorg, ouderenzorg en ggz. Inmiddels is de testfase voorbij en is opschaling mogelijk. Het enige wat nu nog nodig is, zegt Van Rijswijk, is een open houding ten opzichte van robots in de zorg. Want daar wordt op het moment vaak nog afkeurend of wantrouwig naar gekeken.
De grootste weerstand komt niet vanuit de cliënten, maar vanuit de publieke opinie en de zorgmedewerkers, zegt Langelaar van Philadelphia. Tegenstanders zijn van mening dat de zorg enkel een sector voor mensenarbeid is, zegt hij. „Terwijl ik de cliënten, om wie het daadwerkelijk gaat, nooit heb horen klagen dat hun zorgrobot geen menselijke zorg kan bieden. Zij zijn gewoon blij met hun maatje”, vervolgt Langelaar.
‘Onmenselijk’
Ook Margo van Kemenade, die promoveerde op de ethische bezwaren van zorgverleners tegenover zorgrobots, ziet een kloof tussen de ervaringen van patiënten en die van zorgverleners. „In een onderzoek gaf meer dan 75 procent van zorgverleners in de ouderenzorg aan dat technologie absoluut niet toegepast mag worden bij het wassen, omdat dit zo’n intiem, menselijk proces is. Terwijl patiënten aangaven hier zielsgraag een robot voor te hebben. Die zeiden: weet je hoe onmenselijk het is om je door iemand te moeten laten wassen?”
Veel zorgverleners wijzen op dit moment de hulp van een zorgrobot af vanuit morele bezwaren, vertelt Van Kemenade. „Om de acceptatie te vergroten, is het essentieel dat zorgverleners niet alleen over de positieve effecten van zorgrobots horen, maar deze ook daadwerkelijk ervaren. Daarom is het belangrijk dat robotica en andere nieuwe technologieën geïntegreerd worden in zorgopleidingen.”
Op de bank in zijn kamer, laat Mathijs het keuzemenu op het schermpje van Ivy zien.
Mathijs: „Je kunt echt van alles aangeven, ook over je emoties.” Hij drukt op een pictogram van een verdrietig gezichtje.
Ivy: „Je hebt gekozen voor de optie verdrietige emotie. Iedereen is weleens verdrietig. Als iemand verdrietig is, kan iemand ook gaan huilen. Het is heel normaal om verdriet te hebben. Dat is oké. Verdriet is een normaal onderdeel van het leven.”
„Ik gun echt iedereen een Ivy”, zegt Mathijs, terwijl hij Ivy weer op het krukje in de hoek van de kamer aan de oplader zet.
vijf Veelgebruikte zorgrobots
Paro
Paro (2003) is een therapeutische robot ontworpen om de effecten van dierentherapie na te bootsen, speciaal voor patiënten met dementie en kinderen met ontwikkelingsstoornissen. Paro oogt als een zeehondknuffel en reageert op aanraking en geluid.
Zora
Zora (2013) wordt ingezet voor revalidatie, valdetectie en bezighouden van senioren en kinderen met autisme. Zora kan oefeningen voordoen, verhalen vertellen en spelen, alles om sociale interactie en activiteit te bevorderen.
Pepper
Pepper (2014) is de eerste grotere zorgrobot (1 meter) en wordt niet meer geproduceerd. Hij kan communiceren met spraak, lichaamstaal en emotieherkenning. Hij helpt zorgverleners onder meer bij het begeleiden van bezoekers.
Kuri
Kuri (2016) rijdt rond als een robotstofzuiger en is ingezet bij mensen met beperkte mobiliteit en ouderen. Via de ingebouwde camera kan van veraf een oogje in het zeil gehouden worden. Kuri wordt nu niet meer gemaakt.
Hyodol
Hyodol (2018) is een Zuid-Koreaanse gezelschapsrobot voor ouderen en dementerenden. Hyodol biedt emotionele steun en helpt structuur te geven in het dagelijks leven. Hyodol wordt vooral ingezet tegen eenzaamheid.