Het afgelopen kwartaal nam de werkloosheid wederom onder volwassenen toe. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekendgemaakt. In februari waren er 379.000 mensen werkloos. Dat is het hoogste aantal in bijna anderhalf jaar.
De afgelopen drie maanden nam het aantal werklozen toe met gemiddeld zevenduizend per maand. In februari vorig jaar waren er nog 356.000 mensen zonder baan. De toename past volgens het CBS bij het „verslechterde economische beeld van Nederland in februari”. In de berekeningen neemt het statistiekbureau alleen mensen mee die een baan zoeken.
Ook het aantal WW-uitkeringen steeg in februari. Het UWV registreerde vorige maand iets minder dan 174.000 lopende uitkeringen. Dat zijn er bijna zevenduizend meer dan in januari.
Jongeren
Ook bij jongeren is er sprake van toenemende werkloosheid. Het aantal jongeren dat werkloos is, nam in februari toe van 8,2 naar 8,7 procent. Van alle jongeren tussen de 15 en 25 jaar heeft 7 procent in 2023 überhaupt nooit een baan gehad. Hoe jonger, hoe minder vaak iemand betaald werk heeft: het grootste aantal niet werkende jongeren is 15 jaar. Bij bijvoorbeeld 24-jarigen heeft 2 procent nooit betaald werk gehad.
Van de ruim twee miljoen jongeren in Nederland werkten er 1,7 miljoen in 2023 wel. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook mensen die vorig jaar een bijbaantje hadden of een betaalde stage volgden.
Lees ook Van armoedeval tot werkloosheid: het debat over bestaanszekerheid kent grote dilemma’s
127 jaar nadat een Britse landeigenaar ze opgroef uit een boeddhistische grafheuvel, is een collectie eeuwenoude edelstenen terug in India. Eerder dit jaar zouden de juwelen, die gelinkt worden aan de stoffelijke resten van Boeddha, door veilinghuis Sotheby’s te koop aangeboden worden in Hong Kong. Deze veiling werd uitgesteld nadat de Indiase regering dreigde juridische stappen te ondernemen.
India zag in de verkoop van de relieken een schending van internationale wetgeving rondom cultureel erfgoed. Door de juridische dreiging en kritiek van experts op het gebied van kunst- en erfgoedrecht en de wereldwijde boeddhistische gemeenschap stelde Sotheby’s de veiling in mei uit. Nu blijkt dat achter de schermen verder werd onderhandeld. De Indiase regering kondigt aan de juwelen zelf via Sotheby’s te hebben gekocht in samenwerking met Indiaas conglomeraat Godrej Industries Group. Premier Modi noemt de deal een geslaagd voorbeeld van „publiek-private samenwerking”. Het bedrag dat met de overname is gemoeid is niet bekendgemaakt.
Boeddhistische relieken
De collectie komt waarschijnlijk uit de derde eeuw voor Christus. In 1897, tijdens de koloniale overheersing van India door het Verenigd Koninkrijk, groef de Britse landeigenaar William Claxton Pappé de juwelen op uit een boeddhistische grafheuvel. De opgraving vond plaats in Piprahwa, een dorp dat bekend is omdat een deel van de as van spiritueel leider Siddharta Gautama Boeddha hier begraven zou zijn.
Claxton Peppé haalde de juwelen uit een stoepa, een traditioneel bouwwerk waarin relieken van boeddhistische heiligen worden geborgen. In diezelfde stoepa werden ook botresten en as gevonden. De juwelen worden daarom direct gelinkt aan het stoffelijk overschot van Boeddha, die rond 480 voor Christus overleed. Voor de boeddhistische gemeenschap zijn de ‘Piprahwa-stenen’ dan ook van grote spirituele en emotionele waarde.
Parels, robijnen en saffieren
De collectie bestaat uit meer dan driehonderd edelstenen: parels, robijnen en saffieren en gouden sieraden. De verwachting was die in mei verkocht zouden worden voor zo’n 11 miljoen euro. Maar na de aankondiging van de veiling barstte al snel een discussie los: mogen zulke relikwieën wel verhandeld worden op de vrije kunstmarkt?
Op papier waren de juwelen eigendom van de achterkleinzoon van Claxton Peppé. In mei verklaarde hij nog tegenover The Guardian dat het zijn recht was de juwelen te verkopen aan de hoogste bieder. Hij vond een veiling „de meest eerlijke en transparante manier” om de relieken weer bij de boeddhistische gemeenschap terecht te laten komen.
Daar was de Indiase regering het niet mee eens. In een brief aan Sotheby’s schreef het Indiase ministerie van Cultuur in mei dat de juwelen een essentieel onderdeel zijn van het religieuze en culturele erfgoed van zowel India als de wereldwijde boeddhistische gemeenschap. De veiling zou in strijd zijn met heilige tradities, en bovendien een voorbeeld van „voortdurende koloniale exploitatie”. Het ministerie riep op tot het annuleren van de veiling, repatriëring van de juwelen en publieke excuses van Sotheby’s en de verkoper.
Eind goed al goed, voor de Indiërs. De collectie arriveerde woensdag op het vliegveld van Delhi. Het plan is om haar na een feestelijke ceremonie tentoon te stellen voor het grote publiek. Minister Gajendra Singh Shekhawat van Cultuur omschreef de terugkeer van de stenen als „een van de belangrijkste voorbeelden van de repatriëring van ons verloren erfgoed”.
De Litouwse premier Gintautas Paluckas is donderdag afgetreden. Dat bevestigde hij in Litouwse media. Afgelopen weken laaiden protesten op in hoofdstad Vilnius naar aanleiding van beschuldigingen van corruptie aan het adres van Paluckas. Demonstranten eisten ontslag en opheldering over zijn eerdere zakelijke transacties.
De president van Litouwen, Gitanas Nausėda, kondigde donderdagochtend het ontslag van Paluckas aan in de media. Paluckas nam als leider van de sociaal-democratische partij LSDP eind vorig jaar de rol van premier op zich in een driepartijencoalitie met onder meer de nationalistisch-populistische partij Nemunas Dawn, berucht om zijn antisemitisme.
Kort na zijn aantreden onthulde het Litouwse onderzoeksjournalistiek platform Siena dat Paluckas al vijftien jaar leningen van de staatsontwikkelingsbank ontving zonder deze af te lossen. Hij had in 2013 een mobiele app voor Litouwse vissers opgezet. Het bedrijf maakte nooit winst en ging snel failliet — maar bleef leningen opstrijken.
Naast deze dubieuze leningen zou Paluckas ook nauwe banden met offshorebedrijven onderhouden en meerdere vastgoeddeals in Vilnius hebben gesloten met gemeenschapsgeld toen hij in het gemeentebestuur van de hoofdstad zat. Hij werd in 2012 al veroordeeld voor het verkeerd afhandelen van een aanbesteding voor de rattenverdelgingsdiensten van Vilnius. Volgens de rechter had hij misbruik gemaakt van zijn positie door geld aan te nemen van de partij aan wie de aanbesteding uiteindelijk werd toegekend.
De vertrekkende premier zei in reactie op zijn aftreden „geen fundamentele fouten te hebben gemaakt” als premier en dat hij zijn werk altijd „te goeder trouw” gedaan heeft. Wel erkent hij in het verleden „fouten” te hebben gemaakt. De voornaamste reden van zijn vertrek, zei Paluckas, is omdat de schandalen zijn regering belemmeren. „Ik kan laten gebeuren dat onze coalitie gegijzeld wordt. Daarom heb ik dit besluit genomen.”
Tolga Koklu (55) wordt met ingang van 1 september de hoogste baas van de politie in de eenheid Rotterdam. Dit wordt door meerdere bronnen binnen de politie bevestigd.
Door zijn benoeming hebben straks twee van de tien regionale eenheden van de nationale politie een eenheidschef met een migratieachtergrond. In 2023 werd Hamit Karakus benoemd tot politiechef van de politie in Noord-Holland. Hij was de eerste hoofdcommissaris van Turkse komaf. Ook Koklu is geboren in Turkije.
Tolga Koklu. Foto Algemene Bestuursdienst
Koklu wordt de opvolger van politiechef Fred Westerbeke die na 5,5 jaar volgende maand zijn werk in Rotterdam neerlegt. Westerbeke wordt adviseur van de korpsleiding. De aanstaande benoeming van Koklu past in het streven van de nationale politie om een meer diverse organisatie te worden.
Opspraak
De afgelopen jaren is de Rotterdamse politie regelmatig in opspraak gekomen door het handelen van agenten. In augustus 2024 werd via NRCbekend dat er bij het basisteam centrum van de politie Rotterdam sprake is van een „sociaal onveilig werkklimaat” als gevolg van „slechte onderlinge omgangsvormen” en „falend leiderschap”. Die conclusie trok de politie na een extern onderzoek dat werd verricht na klachten van agenten over onder meer discriminatie, pesten en buitensporig geweld van politiemensen. De Arbeidsinspectie begon dit jaar na klachten een onderzoek naar het werkklimaat binnen de politie in Rotterdam.
In 2020 kondigde de Rotterdamse politie na berichtgeving van NRC een „diepgaand onderzoek” aan naar racistische uitlatingen van politieagenten in een eigen WhatsAppgroep. In conversaties van negen politieagenten in de „Jan Smit Appgroep”, zoals ze hun groep noemen, werden burgers met een migratieachtergrond onder meer aangeduid als „kankervolk, kutafrikanen en pauperallochtonen” op wie ze willen „schieten”.
De vorig jaar aangetreden nieuwe korpschef van de nationale politie, Janny Knol, noemde deze incidenten in een interview „mensonwaardig gedrag. Het maakt mij boos. Het schaadt het vertrouwen in de politie.”
In 2023 werd een agent van de Rotterdamse politie die eerder was veroordeeld vanwege een racistische belediging benoemd in een leidinggevende functie bij de vreemdelingenpolitie. Dat besluit werd na kritiek ingetrokken.
Politieacademie
Koklu begon zijn politieloopbaan in 1991 in Limburg. Hij was daarna zeven jaar manager security bij Holland Casino. Later werkte hij onder meer in de eenheidsleiding in Den Haag. Koklu werd vorig jaar benoemd tot plaatsvervangend politiechef in Rotterdam. Koklu was ook werkzaam bij de Politieacademie, waarvoor hij gedurende twee jaar het International Management Development traject volgde. In dat kader heeft hij ook als programmamanager bij de Europese Politieacademie in Boedapest gewerkt. Hiij was daarnaast drie jaar senior strategisch adviseur voor de internationale politiesamenwerking tussen Duitsland en Nederland.
Koklu wil nog niet reageren omdat zijn benoeming tot Rotterdamse eenheidschef nog formeel moet worden beklonken.