In haar nieuwste voorstelling Adi(c)sco, neemt Cecilia Moisio (1978) het publiek mee naar het discotijdperk, de periode waarin partydrugs populair werden. De Finse choreografe wil het taboe rondom verslaving doorbreken en het effect ervan doorgronden. Wat gebeurt er in het brein van een verslaafde, hoe ervaart die het zelf? Welk gevolgen heeft het voor de omgeving? Mateloosheid vertalen naar dans is Moisio wel toevertrouwd en de disco-context belooft veel glitter en meeslepende discodans en, zoals altijd in haar werk, een vleug humor om het serieuze onderwerp te verluchtigen.
Moisio woont en werkt sinds 1997 in Nederland en noemt zichzelf ‘psychologisch activist’. Activistisch is ze zeker. Maar in een tijd waarin veel dansmakers de spandoeken uitrollen en zich uitspreken over racisme en discriminatie, klimaatverandering en sociale ongelijkheid, zoekt zij haar thema’s dichter bij huis, gebruikmakend van tekst, zang en dans en vaak in samenwerking met wetenschappers. Wat zijn de belangrijke, onderling verknoopte thema’s in het oeuvre van deze danskrijger?
Lees ook
Cecilia Moisio is een bal energie
1
Faalangst
Eigenlijk keert het in al haar voorstellingen terug: de neiging om te willen voldoen aan verwachtingen – en de angst daarin te falen. Of het nu over genderrollen gaat, communicatie in het digitale tijdperk, liefde of werk. Verbonden met dat grote thema zijn de leugens die we onszelf en elkaar voorspiegelen in het sociale verkeer, ten koste van onze authenticiteit. Al in haar eerste choreografische experimenten (Masculine en Hello, my name is …, uit respectievelijk 2009 en 2010) duikt het thema op, maar ook in haar voorstellingen over familieverhoudingen (zie aldaar). Het meest pregnant komt het aan de orde in I can see myself through your eyes (2018): op een ronde speelvloer, het publiek intiem rondom gezeten, spreken Moisio en zangeres Ineke Vandoorn hun angst uit voor het oordeel van publiek en pers. Allerlei kwalificaties worden uitgestrooid, waarbij Moisio in een fragment telkens onderuitgaat op het ritme van de woorden. Haar opgesomde levensloop slingert van dansdrift naar twijfel, van bevestiging naar afwijzing naar eervolle nominaties en opnieuw afwijzing. Succes en goedkeuring zoeken de twee vrouwen uiteindelijk in een showdans in gala-uitdossing: „Als ik niet mezelf zou zijn, zou ik gewéldig zijn.” Waarna ze toch zichzelf met eigen ogen durven aanschouwen, hoe eng dat ook is.
2
Feminisme
Een feministische boodschap is bij Moisio nooit ver weg. Altijd onderliggend, soms prominent. Dat kan ook bijna niet anders, als telg uit een Finse familie van sterke vrouwen in een van de meest feministische maatschappijen van Europa. Maar we zijn er nog lang niet, betoogde ze al in 2013 tijdens de Parade-voorstelling Juxtapose, waarin twee, aanvankelijk keurige dametjes zich afwisselend verzetten en onderwerpen aan het opgedrongen vrouwbeeld. En waarom is het nog steeds minder geaccepteerd als vrouwen, die in onze maatschappij hypergesexualiseerd worden gepresenteerd, ‘ja’ zeggen tegen hun lusten en driften (OMGYES, 2016)?
Tegelijkertijd wordt de vrouwelijke genotszone, de vulva, ook nu nog veronachtzaamd. In de revue-achtige voorstelling Pink portal en de gecomprimeerde, wat ruigere en minder belerende Parade-versie V (beide 2022) wordt die in een rozerood decor en uitbundig geplooide kostuums in ere hersteld, na eeuwen van mannelijke desinformatie en omfloerste gesprekken. Moisio daarentegen is luid en duidelijk, soms al te simplistisch, dan weer ironisch en humoristisch.
Lees ook
Feminisme is nog steeds nodig
3
Familie
Familie is op verschillende manieren een repeterend thema in haar oeuvre, dat bestaat uit voorstellingen en films. Toen iemand haar in 2010, een jaar na haar eerste officiële werk, zei dat haar uitgesproken, multidisciplinaire benadering bij uitstek geschikt zou zijn voor jongeren, was Moisio aanvankelijk beledigd. Pas in 2018 ging ze overstag en werkt daarbij soms samen met een regisseur, zoals in het geestige Juffenballet (2018, regie René Geerlings).
In haar choreografische stijl is duidelijk een – artistieke – bloedlijn herkenbaar. Repetitieve, krachtige, naar het monomane neigende dansfragmenten verraden haar verleden als danseres – een stérke danseres met een grote toneelpersoonlijkheid – bij Krisztina de Châtel en Ann van den Broek, twee powervrouwen in het Nederlandse dansveld.
Ook inhoudelijk stelt Moisio familiebanden regelmatig centraal: allereerst de complexe relatie tussen moeder en dochter, met goedkeuring als eeuwig streven, en natuurlijk ontbreekt ook het Oedipuscomplex niet. In het recente Pinocchio Effect (2023), gemaakt voor Scapino Ballet Rotterdam, staat de rol van leugens en geheimen in gezinsrelaties centraal. Moisio weet er als kind van een aan alcohol verslaafde vader alles van. Adi(c)sco heeft die verslaving zelfs als thema, het verlangen naar de roes, inclusief de verwoestende uitwerking ervan op de naaste omgeving. Moisio interviewde haar dansers, ervaringsdeskundigen en wetenschappers over aard en oorzaak van een dergelijk verlangen.
4
In your Face
„Veel makers willen niet informatief of educatief zijn, maar ik wil dat juist wel. Ik wil die informatie in het gezicht van het publiek drukken”, zegt Moisio zelf op de site van NITE, het Groningse gezelschap waarmee zij Adi(c)sco heeft gemaakt. Ze houdt ervan de extremen en de clichés op te zoeken om haar boodschap over te brengen. In recensies wordt regelmatig gesignaleerd dat zij de doseerknop niet weet te vinden en dat het werk gediend zou zijn met een stevige regisseurshand. Enerzijds erkent Moisio die kritiek: „Ik herken de mateloosheid in mijn werk.” Anderzijds omarmt ze haar tomeloosheid; in your face, dat is hoe zij het wil. Onverhuld, moralistisch, niet mis te verstaan, confronterend, met cartooneske humor als verzachtend element.
De potentie is evident, maar te vaak nog zit Moisio zichzelf in de weg. En soms werkt haar recht-op-je-doel-af-benadering uitstekend, zoals in I can see myself through your eyes. Dan toont ze op haar compromisloze manier iets origineels en eigens te kunnen toevoegen aan het dansaanbod in Nederland.