Pas in september zou hij bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest zijn debuut als gastdirigent maken, maar vrijdag klimt hij in de Maasstad al op de bok: de Russische dirigent Valentin Uryupin. Hij springt in voor chef-dirigent Lahav Shani, die in april zijn eerste kind verwacht en vorige week met vaderschapsverlof vertrok. Op het programma staan Prokofjevs balletsuite Romeo en Julia en Mozarts Negende pianoconcert ‘Jeunehomme’ met de jonge Koreaanse sterpianist Seong-Jin Cho.
Uryupin (38) studeerde klarinet en orkestdirectie in Moskou, en werd in 2021 aangesteld als muziekdirecteur van het Novaya Operatheater in de Russische hoofdstad. Dat hij zich actief uitspreekt tegen de oorlog in Oekraïne, zijn geboortegrond, kwam hem te staan op gedwongen ontslag en een boycot door de Russische autoriteiten. Inmiddels woont hij in Berlijn en is hij geregeld te gast bij orkesten en operahuizen in heel Europa en daarbuiten.
In Nederland dirigeerde Uryupin in eerdere seizoenen het Nederlands Philharmonisch Orkest en de philharmonie zuidnederland. Bij Phion, Orkest van Gelderland en Overijssel leidde hij vorig jaar nog een tournee met de Vierde symfonie van Bruckner. Aanstaande vrijdag maakt hij zijn vervroegde opwachting in Rotterdam. Wie is hij? NRC maakte vast kennis.
U was al een paar keer te gast in ons land. Wat zijn uw ervaringen met Nederlandse orkesten?
„Ik geloof niet echt in het classificeren van orkesten op basis van nationaliteit. Zelfs twee orkesten in één en dezelfde stad zitten soms op totaal verschillende planeten. Dat gezegd hebbend: ik heb in Nederland hele fijne samenwerkingen gehad.
„Vooral de tournee met Phion vorig jaar was memorabel. Dat was mijn eerste serieuze kennismaking met Bruckner. Tijdens de zeven uitvoeringen was ik onder de indruk van hoe het orkest en ik onze visie op de muziek meer en meer aanscherpten. Iedereen was heel gedreven om zich steeds verder te ontwikkelen.”
Hoe kijkt u uit naar de samenwerking in Rotterdam?
„Het Rotterdams Philharmonisch heeft al een lange traditie met de muziek van Prokofjev, ze weten heel goed hoe ze dat moeten spelen. Ik ga dus vooral goed luisteren naar wat het orkest mij aanreikt. Maar wanneer je bepaalde muziek vaak speelt, is het ook belangrijk om niet de frisheid te verliezen. Aan de Romeo en Julia-suite die we uitvoeren, deels samengesteld door Lahav, heb ik daarom zelf een paar minder bekende delen uit het ballet toegevoegd.”
En wat Mozart betreft?
„Wat kan ik zeggen – de Jeunehomme is één van Mozarts beste pianoconcerten. Ik verheug me op de samenwerking met Seong-Jin Cho. Ik herinner me zijn ongelooflijke succes op het Tsjaikovski-concours van 2011 in Moskou. Dat was echt een sterrenjaar, met Daniil Trifonov, Yeol Eum Son en Seong-Jin Cho als top drie.”
Zelf bent u van huis uit klarinettist. Hoe kwam u in het dirigentenvak terecht?
„Vanaf mijn negentiende speelde ik steeds vaker klarinetconcerten waarbij ik tegelijkertijd zelf het orkest leidde. Langzaamaan kwam het dirigeren meer op zichzelf te staan, en inmiddels doe ik dat fulltime. Ik speel nog wel klarinet, maar hooguit een paar concerten per jaar.”
Hoe heeft de klarinet uw dirigeerstijl beïnvloed?
„Wanneer je tegelijkertijd klarinet speelt, kun je als dirigent geen overbodige gebaren maken. En dat hoeft ook niet, zolang je vertrouwen hebt in de oren van je musici.
„Veel komt uiteindelijk neer op ademhalen. Als klarinetspeler blaas je natuurlijk letterlijk, maar een violist ademt net zo goed. Wanneer ik dirigeer, focus ik met het orkest dan ook vaak op gezamenlijke ademhaling.”
In welk repertoire bent u gespecialiseerd?
„Mijn voordeel, en soms ook nadeel, is dat ik een pluralist ben: ik heb een heel breed repertoire. Al die verschillende muziek leert mij begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Om een voorbeeld te geven: vorig seizoen dirigeerde ik Tsjaikovski’s opera De tovenares in Frankfurt. Als je dat werk bestudeert, leer je in één klap een heleboel. Natuurlijk over Tsjaikovski’s eigen omstandigheden, maar ook over het Rusland van die tijd – en zelfs over de late middeleeuwen, want het verhaal speelt zich af in de vijftiende eeuw. Van zo’n opera leer je soms meer dan uit een paar goede boeken.”
U bent een uitgesproken tegenstander van de Russische oorlog in Oekraïne, uw geboorteland. Hoe kijkt u naar de discussie om in Europa wel of geen Russische muziek uit te voeren?
„Het valt me heel zwaar om te zien wat er gebeurt in mijn favoriete Oekraïense steden zoals Charkiv. Maar noch Tsjaikovski, noch Rachmaninoff, Moesorgski of Sjostakovitsj heeft daar schuld aan. De cultuur van een land is niet gelijk aan de misdaden van zijn regering.
„Recent heb ik het dagboek gelezen van Lev Margulis, een violist uit Leningrad in de Tweede Wereldoorlog. In december 1941, tijdens het beleg van de stad, stierven talloze burgers van de honger maar het radio-orkest waarin Margulis speelde bleef gewoon doorwerken. En weet je welk stuk ze uitvoerden, terwijl hun thuisstad werd belegerd door de Duitsers? De Zevende symfonie van de Duitse componist Beethoven. Muziek staat boven de politiek”