Afgelopen jaar was het warmste jaar ooit gemeten. Ook op het gebied van broeikasgasuitstoot, de stijging van de zeespiegel en het smelten van de poolkappen zijn in 2023 records gebroken. Dat schrijft de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) van de Verenigde Naties dinsdag in een alarmerend rapport. Volgens de WMO is de kans groot dat de limiet van 1,5 graad opwarming, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs, afgelopen jaar al is overschreden.
Volgens het weeragentschap waren de temperaturen afgelopen jaar 1,45 graad hoger dan in de 19e eeuw. Vanwege de foutmarges die de wetenschappers hanteren, wordt het aannemelijk geacht dat de verhoging van de temperaturen hoger lag dan 1,5 graad. Dat betekent overigens niet dat de temperaturen op aarde definitief 1,5 graad hoger liggen: de gemiddelde temperatuurstijging wordt gemeten over een periode van dertig jaar.
Desondanks was 2023 uitzonderlijk heet, meldt de organisatie. „Op een gemiddelde dag was bijna een derde van de oceanen in de greep van een hittegolf, waardoor cruciale ecosystemen en voedselsystemen werden geschaad. Tegen het einde van 2023 had meer dan 90 procent van de oceaan op enig moment te maken gehad met hittegolven”, schrijft de organisatie.
Een sprankje hoop
De temperatuurstijgingen hebben ook effect op de voedselvoorziening van de wereldbevolking en op de economie, en zijn volgens de WMO de reden dat talloze mensen hun huis ontvluchten omdat hun leefomgeving niet langer leefbaar is. „Niet eerder waren we zo dichtbij – zij het op dit moment op tijdelijke basis – de limiet van 1,5 graad van het Klimaatakkoord van Parijs”, zegt WMO-secretaris-generaal Celeste Saulo in een persverklaring. „De WMO luidt de noodklok.”
De organisatie schrijft dat de gletsjers in 2023 het meeste ijs hebben verloren sinds in 1950 werd begonnen met metingen, en dat de oppervlakte van het zee-ijs rond Antarctica nooit eerder zo klein was. Alleen het feit dat vorig jaar 50 procent meer hernieuwbare energie is opgewekt, noemt de WMO „een sprankje hoop”.
’Twee decennia aan opwarming’
De Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) kwam dinsdag eveneens met nieuwe data. In de vijf oceanen op de wereld werd na maart vorig jaar elke dag een nieuw temperatuurrecord gebroken, constateerde de NOAA in samenwerking met de Universiteit van Maine.
De mondiale gemiddelde oceaantemperatuur lag vorig jaar 0,25 graden hoger dan in 2022, zegt Gregory C. Johnson, een oceanograaf van de NOAA, tegenover CNN. Die stijging staat „gelijk aan ongeveer twee decennia aan opwarming in één jaar”. „Het is dus behoorlijk groot, behoorlijk significant en een beetje verrassend.”
De wetenschappers stellen dat de warmte van het oceaanwater vorig jaar het gevolg is van menselijk handelen, en verder is opgestuwd door El Niño. Dat weerfenomeen veroorzaakt de opwarming van het zeewater langs de evenaar in de oostelijke Stille Oceaan, wat effect heeft op het weer in grote delen van de wereld.
Een hoge temperatuur van oceanen kan orkanen versterken en andere extreme weersomstandigheden veroorzaken, waaronder verzengende hittegolven en intense regenval.
De ene recensent wil graag „bewijs zien” dat de kinderen van Meghan Markle inderdaad al die groente eten die ze voor hen klaar maakt. De ander vindt vooral haar „gebrek aan humor, ironie, zelfbewustzijn” storend. Weer een ander vraagt zich af waarom de serie deels als kookprogramma wordt gebracht, „terwijl ze niet bijzonder goed is in koken of het erg leuk lijkt te vinden, op wat groenten of fruit op dienbladen rangschikken na”.
Sinds afgelopen week is op Netflix With Love, Meghan te zien, de nieuwste televisieserie van de echtgenote van de Britse prins Harry. In elke aflevering ontvangt de Amerikaanse vrienden of kennissen en deelt ze intussen kook- en leefstijladviezen. Ze komt met tips voor het inpakken van cadeautjes, kinderfeestjes of bloemschikken, en doet voor hoe je een pot vers badzout voor je gasten maakt.
De serie krijgt er in de Britse pers opgewekt en vilein, maar genadeloos van langs. Van nieuwssite The Independent krijgt de „huishoudelijke godin”, een verwijzing naar de wél populaire Britse chef Nigella Lawson, één ster. Ook dagblad The Guardian geeft er één. Het koningsgezindere The Daily Telegraph is iets guller en geeft er twee, net als de krant The i Paper. Die laatste schrijft: „Het is al te makkelijk om Meghan Markle te beschimpen. Helaas is het zowel nodig als onvrijwillig bij het kijken naar With Love, Meghan.”
Meghan kan al sinds zij en prins Harry hun officiële koninklijke functies opzegden, inmiddels vijf jaar geleden, weinig goed meer doen bij de meeste Britse media. En evenmin bij de Britten zelf. In een recente populariteitsranglijst van leden van het koninklijk huis staat Meghan zelfs lager dan prins Andrew, de jongere broer van koning Charles die zijn koninklijke titels kwijtraakte door verdenkingen van seksueel misbruik. Eind vorig jaar kwam daar nog nieuwe ophef rond Andrew bij, omdat hij bevriend zou zijn geweest met een vermeende Chinese spion.
Harry en Meghan wonen alweer jaren in Californië met hun twee kinderen en zijn nog maar heel af en toe in het VK. Met hun productiebedrijf Archewell Productions maken ze documentaires, podcasts en kinderprogramma’s, maar groot succes hebben ze nog niet. Zoals The Telegraph constateert: „We kunnen gerust zeggen dat de verbannen royals Hollywood niet echt hebben veroverd.” Om vervolgens al hun flops eens uitgebreid op een rij te zetten.
Slechte relatie
De kritiek op With Love, Meghan komt erop neer dat de hertogin van Sussex wereldvreemd overkomt in het speciaal voor haar serie gehuurde landhuis in Montecito, een dure buurt van Los Angeles. Ze geeft vanuit haar enorme tuin vol bramenstruiken, citroenbomen en bakken met sla de tip aan „Londenaren of anderen die klein wonen” om toch íéts van een plantenbak op hun balkon te zetten.
Maar de Britse weerzin tegen Meghan gaat dieper. Waar ze in de eerste jaren van haar relatie met Harry als verfrissend werd gezien, veranderden na verloop van tijd de verhoudingen, zowel met het koningshuis als die met de Britse pers. Prins Harry had al veel langer een slechte relatie met de tabloidpers en al snel gold dat ook voor Meghan. Harry komt overigens alleen in de laatste aflevering voor, waarin Meghan een brunch voor vrienden houdt met quiche en zelfgebakken koekjes met gedroogde bloemetjes.
„Meghan heeft het spel nooit begrepen”, schreef The London Standard deze week in een analyse over de verstoorde relatie tussen Meghan, in de meritocratische Verenigde Staten opgegroeid, en de rest van de koninklijke familie, die er juist zo van doordrongen is dat ze in een gouden kooi leven. „Van koninklijke huize zijn betekent dat je niet geliefd bent om wie je bent: in feite wordt je geen ‘zelf’ gegund.” Maar de haat tegen Meghan, stelde The London Standard ook vast, „is buiten alle proporties in vergelijking met wat ze echt heeft gedaan” en dus moeten „racisme en ouderwets snobisme” meespelen. Hoe dan ook: „Er zit iets tragisch aan Meghan die rondhangt in haar geleende keuken en doet alsof ze gelukkig is.”
Het is inmiddels een vertrouwd beeld: de Oval Office, het kantoor in het Witte Huis van de president van de Verenigde Staten. Aan tafel de president zelf, een legertje getrouwen er omheen. Daar tegenover: ruim een dozijn journalisten. Op tafel: een berg mappen, decreten, executive orders. Al babbelend zet Donald Trump de ene na de andere handtekening onder een nieuwe maatregel.
Trump zorgde de afgelopen week eigenhandig voor schokgolven in de mondiale economie. De aankondiging van de importheffingen voor Canada, Mexico en China bracht onrust en onzekerheid bij beleggers, maar ook bij Amerikaanse bedrijven en consumenten. Als importeren duurder wordt, wordt alles duurder in de VS. En dat is slecht nieuws voor de economie.
Een dag na de invoering waren de tarieven alweer deels afgezwakt, of uitgesteld. Dat zorgt voor een dieper liggend probleem: er is simpelweg geen peil meer te trekken op het Amerikaanse economische beleid. In de Financial Times zei een ondernemer die in de Amerikaanse auto-industrie werkt: „Er waren drie veranderingen in 24 uur die ons raakten, en dat is een beetje verontrustend. We kunnen op dit moment niet raden wat, hoe of wie. Het gaat heen en weer als een trekzaag.”
Trump zelf is ervan overtuigd dat zijn beleid banen oplevert en de VS rijker maakt. Maar hij lijkt daarin de enige. In de echte economie, de werkelijkheid van alledag, begint Trumps gezigzag zijn sporen na te laten – en niet op de manier waarop de president had gehoopt. Investeerders, consumenten en bedrijven vertonen de eerste tekenen van afkeer en wantrouwen. Een week vol onrust in zeven grafieken.
Verkiezingswinst op de beurzen verdampt
Een handelsoorlog zoals Trump die lijkt te willen ontketenen met vriend en vijand, hakt er diep in bij beleggers. Alle mooie woorden ten spijt, kleuren de koersborden de laatste dagen vooral dieprood. Het aanvankelijk enthousiasme voor Trump dat na zijn verkiezing in november de aandelenkoersen opstuwde, is nagenoeg compleet verdwenen. De belangrijke S&P500-index verloor de laatste weken vele procenten.
(GRAFIEK S&P en AEX!)
En niet alleen de beurskoersen worden geraakt. Het gedreig met importheffingen schopt ook de markt voor grondstoffen en voedsel in de war. De prijzen van Amerikaans graan daalden afgelopen week sterk, uit angst voor een aanbodoverschot op de wereldmarkt. Als Amerika de import van graan duurder maakt, zal dat zijn weg vinden naar andere markten. Dat drukt de prijzen.
Ook de prijzen van maïs, tarwe en sojabonen zijn sinds half februari fors gedaald. Nadat Trump de importtarieven aan het eind van de week afzwakte, zou normaal gesproken enig herstel te zien moeten zijn. Dat kwam er ook, maar stond in geen verhouding tot de prijsdalingen van de weken daarvoor. Dat toont wel aan dat handelaren de onzekerheid zwaarder laten wegen dan Trumps woorden.
Vertrouwen Amerikanen lager
Koersen en voedselprijzen gaan altijd omhoog en omlaag. Maar ook Amerikaanse consumenten beginnen Trumps wispelturigheid te voelen en dat maakt ze somberder over de toekomst. Dat is al terug te zien in de maandelijkse consumentendata. Uit cijfers van de Federal Reserve van St. Louis blijkt bijvoorbeeld dat de consumentenbestedingen in januari zijn gedaald met 0,2 procent – de grootste daling sinds januari 2021.
(GRAFIEK CONSUMENTENBESTEDINGEN)
Zorgelijker is misschien nog wel dat het consumentenvertrouwen ook omlaag is gegaan, voor de tweede maand op rij. Uit het maandelijkse onderzoek naar consumentenvertrouwen van de Universiteit van Michigan blijkt dat het vertrouwen met 10 procent gedaald is ten opzichte van vorige maand. De verwachtingen voor persoonlijke financiën en de economische vooruitzichten op korte termijn daalden beide met bijna 10 procent in februari, terwijl de economische vooruitzichten op de lange termijn met ongeveer 6 procent terugvielen, naar de laagste waarde sinds november 2023. Gewone Amerikanen maken zich dus concrete zorgen over het effect dat Trumps acties op hun levensonderhoud zullen hebben. Ze beginnen hun uitgaven te beperken, wat de economische groei verder kan drukken.
Sombere verwachtingen
Het begint erop te lijken dat men het geloof in Trump aan het kwijtraken is als het over de economie gaat. Gevraagd naar hun verwachting over de inflatie de komende maanden, zegt inmiddels een ruime meerderheid van de Amerikanen te verwachten dat die fors zal toenemen. De Universiteit van Michigan peilde dat de verwachte inflatie inmiddels 4,3 procent bedraagt, een vol procentpunt hoger dan een maand geleden. Grappig is wel dat Democraten een stuk pessimistischer zijn over de inflatie dan Republikeinen. Ongeveer driekwart van de Democraten verwacht dat importheffingen tot hogere prijzen zullen leiden, bij de Republikeinen is dat minder dan de helft.
(GRAFIEK VOORSPELLING GDP FED ATLANTA)
Dit alles zet een rem op de zo bejubelde Amerikaanse groeicijfers. Uit zogenoemde high frequency-data van de Federal Reserve van Atlanta blijkt dat de economische groei in het eerste kwartaal van dit jaar een enorme duikvlucht neemt. De cijfers, verzameld uit economische activiteiten zoals boodschappen en andere transacties, suggereren zelfs een krimp van 2 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Sommige economen in de VS vrezen al een door heffingen veroorzaakte recessie.
Schokgolf over de wereld
Ook beleid dat niet primair economisch lijkt, heeft grote consequenties. Sinds president Zelensky vorige week een oorwassing kreeg van Trump en zijn vice-president JD Vance, is het vraagstuk van veiligheid wereldwijd hoog op de agenda gekomen. Het leidde er deze week toe dat de notoir zuinige Duitsers hun befaamde schuldenrem op de begroting deels loslaten als het om defensie-uitgaven gaat. Duitsland gaat dus veel meer lenen dan voorheen, en dat liet beleggers niet onberoerd. De rente op de 10-jaars Duitse staatsobligaties, een van de belangrijkste benchmarks op de Europese obligatiemarkten, schoot omhoog. De Duitse regering betaalt inmiddels 2,9 procent rente over een lening. Een week geleden was dat nog 2,4 procent. Een ongekende sprong van 0,5 procentpunt. Behalve tijdens de coronaperiode kende Duitsland sinds de eurocrisis niet zo’n hoge rente op staatsleningen.
In de slipstream van de Duitse rente, werden ook alle andere Europese staatsobligaties mee omhoog getrokken. En dat gaan Europeanen merken. Want de rente die op de markten betaald wordt voor staatsleningen zet de toon voor leningen van bedrijven en particulieren. Zo bezien zet Trump met zijn Oekraïne-diplomatie zelfs de Nederlandse hypotheekrente in gang: banken en andere hypotheeknemers verwachten een stijging van de rente.
Gedwongen daadkracht EU
Wat Duitsland in het klein deed met de schuldenrem, gebeurde donderdag in Brussel in het groot. In reactie op het Amerikaanse isolationisme en openlijke flirts met het opgeven van de NAVO, zet de Europese Commissie grootschalig in op strategische en militaire autonomie. Primair om Oekraïne te kunnen blijven steunen, maar zeker ook om de eigen verdediging na decennia van verwaarlozing in rap tempo op te krikken.
Op advies van Ursula von der Leyen zet Brussel nu 150 miljard klaar – geld dat gezamenlijk geleend moet worden op de kapitaalmarkten – en liggen er plannen dat aan te laten vullen tot 800 miljard door de lidstaten zelf. Dat geld moet dan als het enigszins lukt ook uitgegeven worden bij Europese defensiebedrijven. Dat miste zijn uitwerking niet: aandelen in Rheinmetall, het grootste defensiebedrijf van Duitsland, sloten donderdag 15 procent hoger dan aan het begin van de week, Leonardo in Milaan zelfs 17,3 procent. Het Franse Thales pakte ook bijna 17 procent en het Zweedse Saab steeg 11,6 procent. De Europese index voor ruimtevaart en defensiebedrijven had een topweek en stond vele procenten in de plus.
Van de weeromstuit beleeft de euro zijn beste week sinds de financiële crisis van 2008. Ten opzichte van de dollar klom de Europese eenheidsmunt met 4,5 procent. De forse sprong is vooral te danken aan het feit dat Europa weer groeiperspectief ziet dankzij de forse investeringen (in defensie en onder meer infrastructuur) die gepland staan. En ook de afzwakkende Amerikaanse economie maakt dat Europa er relatief gezien weer beter voor staat. Het zal vast niet de bedoeling zijn van Trump, maar als hij zo doorgaat wordt MAGA vanzelf MEGA. Met de E van Europa.
Tijdens China’s jaarlijkse Volkscongres ging het deze week veel over Amerika, al dan niet direct. „Het is een fantasie als een land denkt dat het China klein kan houden en tegelijk goede relaties met China kan onderhouden”, zei buitenlandminister Wang Yi vrijdag tijdens een persconferentie. Een dag eerder had minister van Handel Wang Wentao al gewaarschuwd dat China liever geen handelsoorlog met Amerika wil, maar „als de VS de verkeerde weg op willen gaan, dan loopt China mee tot het eind”.
Terwijl de VS heffingen op invoer uit Canada en Mexico de afgelopen dagen opnieuw uitstelden, ging een nieuwe Amerikaanse heffing van 10 procent op Chinese goederen dinsdag wel in. In het antwoord op Trumps handelspolitiek balanceert de Chinese overheid tussen angst voor escalatie, die slecht is voor de Chinese economie, en de noodzaak om stevig te lijken – ook voor de eigen inwoners. Relatief gematigde tegenmaatregelen worden daarom afgewisseld met felle opmerkingen.
Lees ook
Deze Chinese maatregelen doen de Verenigde Staten nog niet écht pijn
Tijdens het congres werden de details en de begroting van China’s binnenlandse agenda voor het komende jaar aangekondigd. Zoals verwacht wordt er flink geïnvesteerd in zaken als defensie, waarvoor het budget met 7,2 procent omhoog gaat, en wetenschap en innovatie (10 procent). Zo werd er een nieuw kapitaalfonds van 1.000 miljard yuan (127 miljard euro) aangekondigd om innovatie in „harde technologie” te financieren, met een focus op kunstmatige intelligentie, kwantumcomputers en schone energie.
Zelfvoorzienender
Analisten keken ook uit naar meer details over fiscale steun voor China’s kwakkelende economie, een topprioriteit voor het land. Een opvallende maatregel is dat China komend jaar voor het eerst een begrotingstekort van 4 procent van het bnp accepteert, 1 procent meer dan tot nu toe. Dat levert het land een financiële ruimte van omgerekend ongeveer 200 miljard euro op, om door middel van leningen economische groei te stimuleren en om de impact van de Amerikaanse importheffingen te verzachten. Lokale overheden mogen ook meer obligaties uitgeven. Slechte leningen die de economie naar beneden trokken moeten zoveel mogelijk opnieuw worden gefinancierd.
De Chinese buitenlandminister Wang Yi stond vrijdag de pers te woord. China biedt volgens hem ‘zekerheid in een onzekere wereld’. Foto Jade Gao/AFP
Het land streeft komend jaar naar een groei van het bnp van „ongeveer 5 procent”, vergelijkbaar met vorig jaar. Volgens Lynn Song, China-econoom voor ING, laat dat doel zien dat China bereid is om „assertiever beleid” te voeren om het groeiniveau in het komende jaar zoveel mogelijk vast te houden, ondanks het lage consumentenvertrouwen in eigen land en onverwachte buitenlandse schokken, zoals die van de Amerikaanse maatregelen.
De plannen passen in China’s strategie om zelfvoorzienender te worden, en vooral de afhankelijkheid van Amerika geleidelijk te verkleinen.
Lees ook
China wil niet de leider van de nieuwe wereldorde zijn
Oekraïne
De Chinese investeringen staan in flink contrast met de scherpe bezuinigingen op de overheidsuitgaven die de nieuwe Amerikaanse regering doorvoert. Ook wat betreft buitenlands beleid nam buitenlandminister Wang de gelegenheid te baat om China te presenteren als een stabiele factor in een turbulente wereld.
„Wij zullen zekerheid bieden in een onzekere wereld”, zei Wang vrijdag in een gesprek met journalisten. Hij verwees naar de oorlog in Oekraïne, waar China volgens hem „een constructieve rol” wil spelen in een vredesproces. China stelt zich officieel neutraal op in het conflict, maar heeft in de praktijk Rusland, waarmee het volgens Wang een „volwassen en veerkrachtige” band heeft, van onontbeerlijke economische steun voorzien.
Minder vredelievend klonk Wang over conflicten waarbij China zelf betrokken is
Wang zei dat hij „vertrouwen had in Europa”, maar herhaalde niet zijn eerdere uitspraak dat Europa in eventuele onderhandelingen over een wapenstilstand een rol zou moeten spelen. Dat zei hij vorige maand op de Veiligheidsconferentie in München. China’s gezant voor Europese Zaken Lu Shaye zei woensdag in de marge van een paneldiscussie met diplomaten in Beijing tegen de South China Morning Post wel dat een oplossing van de oorlog „niet alleen door de VS en Rusland besloten moet worden”. Hij noemde de Amerikaanse opstelling „vanuit Europees perspectief verschrikkelijk”.
Afgevaardigden van de strijdkrachten arriveerden woensdag bij de openingsceremonie van het Nationaal Volkscongres in Beijing. Foto Wang Zhao/AFP
Taiwan
Minder vredelievend klonk Wang over conflicten waarbij China zelf betrokken is. Over spanningen in de Zuid-Chinese Zee, waar China en onder meer de Filippijnen voortdurend – soms letterlijk – strijden om het gezag om eilandjes en de wateren daaromheen, waarschuwde Wang dat „provocaties averechts werken” en dat het conflict wordt aangewakkerd door „externe krachten”.
Ook voor Taiwan, het democratisch bestuurde eiland dat China als afvallige provincie beschouwt, had Wang ferme woorden: „Taiwan is nooit een land geweest, niet in het verleden en niet in de toekomst.” Steun voor Taiwans onafhankelijkheid is „spelen met vuur”, waarschuwde Wang.