Het bendegeweld in Haïti heeft inmiddels ook welvarende, voorheen relatief veilige delen van hoofdstad Port-au-Prince bereikt. In Pétionville, Laboule en Thomassin sloegen bewoners maandag op de vlucht of belden in paniek naar lokale radiostations dat de politie moest komen, omdat bendeleden deze zuidelijke, heuvelachtige buitenwijken naderden. De gangs begonnen huizen te plunderen en bewoners te terroriseren. Ooggetuigen zagen minstens een dozijn lijken op straat liggen.
Lees ook
Honger en dood door geweldsuitbarsting in Haïti
Sinds bendes de hoofdstad eind februari in gewelddadige anarchie stortten, is de situatie almaar verslechterd. In armere stadsdelen zijn er al tienduizenden burgers op de vlucht geslagen voor de bendes en voor hun gewelddadige botsingen met de politie. Maandag viel ook in verschillende wijken de stroom uit, nadat elektriciteitshuisjes ontdaan waren van kabels, transformatoren en accu’s.
Het vliegveld en de haven van Port-au-Prince blijven ondertussen dicht, waardoor er te weinig levensmiddelen en voedselhulp binnenkomen. VN-kinderfonds Unicef meldde dit weekeinde dat een bende een zeecontainer vol medische hulpmiddelen voor kraamzorg heeft gekaapt. Terwijl westerlingen geëvacueerd worden met noodvluchten vanuit tweede stad, Cap-Haïtien, lijdt de helft van de bevolking van elf miljoen Haïtianen inmiddels honger, aldus schattingen van de VN.
Wie spelen de hoofdrol in deze ernstigste crisis in jaren voor het land?
De bendes
Bendes zijn in Haïti een diepgeworteld en oud fenomeen, maar met hun opstand tegen premier Ariel Henry beleven ze deze weken hun doorbraak. Al decennia treden bendes en milities op als de gewapende arm van partijen, invloedrijke zakenlieden en de Haïtiaanse elites. Ze worden ingezet om buurten te terroriseren waar veel aanhangers van de tegenstander wonen, of treden juist op als een soort Robin Hood-achtige figuren door hulp uit te delen in de ‘eigen’ wijken. Vooral in de hoofdstad, die ze hebben onderverdeeld in eigen maffiakoninkrijkjes, treden ze steeds zelfstandiger op en verrijken ze zich met ontvoeringen, afpersingen en wapen- en drugshandel.
Lees ook
‘Jimmy Barbecue’: de bendeleider die Haïti met grof geweld wil ‘bevrijden’
Er waren lang twee rivaliserende groepen bendes. De machtigste is de G-9 van Jimmy ‘Barbecue’ Chérizier, een oud-politieagent met een dubieuze reputatie. Zijn bendefederatie uit stadsdeel Delmas is gelieerd aan de Parti Haitien Tèt Kale (PHTK), de partij van de eind 2021 vermoorde president Jovenel Moïse. De andere grote bendecoalitie (G-Pep) wordt geleid door Ti Gabriel, heeft haar machtsbasis in de uitgestrekte sloppenwijk Cité Soleil en is gelieerd aan de oppositie.
De afgelopen jaren vochten deze twee groepen met elkaar om invloed en territorium. Na een eerder mislukt pact tot ‘samenleven’ wisten ze zich vorige maand alsnog te verenigen tegen de omstreden premier Ariel Henry. Toen die op buitenlandse werkreis ging, ontketenden de bendes drie weken geleden een geweldsgolf.
Bendeleider Chérizier dreigde met een „burgeroorlog die kan uitmonden in genocide” als de premier zou terugkeren naar het land. Om dat dreigement kracht bij te zetten, vielen bendes de politie aan, bevrijdden ze duizenden gedetineerden, bestormden ze het vliegveld en plunderden ze de haven. Ze dringen zo het weinige resterende overheidsgezag verder in het nauw en eisen een politieke rol voor zichzelf.
Caricom
Na deze geweldsexplosie wist de buitenwereld vorige week aanvankelijk wel wat Haïti nodig heeft. „Haïtianen verdienen een land waar kinderen naar school kunnen en hun ouders weten dat ze veilig zijn”, aldus de verklaring waarin het Caraïbische landenblok Caricom maandag 11 maart zijn oplossing presenteerde. Om meer geweld te voorkomen, kon Henry beter aftreden, werd besloten tijdens een noodberaad met Haïtiaanse ‘stakeholders’ (leidende figuren) en hoge functionarissen van Frankrijk, Canada, Mexico en de Verenigde Staten.
Henry kwam aan de macht kort nadat de laatste president, Jovenel Moïse, in zijn bed werd doodgeschoten door een Colombiaans doodseskader, eind 2021. Daags na die moordaanslag werd Henry, vooral op aandringen van de VS, tot premier benoemd en naar voren geschoven als tijdelijk bestuurder. In die rol zou hij het land vooral veilig genoeg moeten krijgen om verkiezingen te organiseren. Ruim twee jaar later is zo’n stembusgang echter verder weg dan ooit.
Het Caricom-overleg bepaalde dat Henry de macht daarom moest overdragen aan een ‘presidentiële overgangsraad’ – een al langer bestaand voorstel van de Haïtiaanse oppositie. Deze negen leden tellende „diverse coalitie van politieke spelers” kan, aldus de Caricom, „een pad voorwaarts uitstippelen”. Een pad naar „een toekomst van sterke democratische instituties, vreedzame conflictbemiddeling en veiligheid en voorspoed voor alle Haïtanen”.
Deze voorgestelde tijdelijke oplossing leek een poging om de criminele coup van de bendes nog te stuiten. Maar ruim een week later is de raad – die oorspronkelijk binnen een paar dagen gevormd had moeten worden – er nog altijd niet. Verschillende partijen willen er geen politici voor leveren en ook de katholieke kerk houdt afstand, om een neutrale rol te kunnen blijven spelen. De bendes, die feitelijk de macht hebben in Port-au-Prince, voelen zich buitengesloten en dreigen met nog meer geweld als de raad er komt.
Kenia
Henry verliet zijn land vorige maand vooral om in Kenia alsnog de komst van duizend politieagenten te bezegelen – een ultieme poging om de macht te behouden. Dit plan om Keniaanse agenten orde op zaken te laten stellen circuleert sinds 2022 en vorig jaar gaf ook de VN-Veiligheidsraad er zijn fiat aan. Washington toonde zich bereid om de portemonnee te trekken.
Haïti ontworstelde zich in 1804 na een slavenopstand van het Franse juk en als eerste vrije zwarte staat van de koloniale wereld kijkt het trots naar het moedercontinent. Waar eerdere VN-missies Haïti nooit konden stabiliseren, zou een Afrikaanse missie daar mogelijk wel inslagen, was de hoop.
Lees ook
Keniaanse agent die vrede moet brengen in Haïti, is in eigen land gevreesd en gehaat
In Kenia lagen rechters echter dwars, terwijl Haïti zelf ondertussen verder afgleed. Na het vertrek van Henry is de missie nog onzekerder geworden. Kenia wil voorlopig niet meer meedoen en hoewel de VS hebben beloofd meer geld vrij te maken, is het de vraag of de regering-Biden dit in het Congres loskrijgt.
Guy Philippe
In de Caricom-verklaring wordt de eis gesteld dat leden van de overgangsraad geen veroordelingen, aanklacht of internationale sancties achter hun naam hebben. Verder mogen ze niet de intentie hebben om mee te doen aan de volgende verkiezingen. En moeten ze VN-resolutie 2699 onderschrijven, die voorziet in de komst van een internationale veiligheidsmissie naar het land.
Onder deze voorwaarden kunnen veel politici worden uitgesloten, maar bovenal Guy Philippe. Deze oud-senator en voormalig paramilitair geniet een zekere populariteit in Haïti na zijn leidersrol, in 2004, bij een coup tegen toenmalige president Aristide. Vorig jaar werd hij door de VS uitgezet naar zijn thuisland na zeven jaar in een Amerikaanse cel te hebben gezeten wegens een veroordeling voor witwassen.
Philippe maakte begin dit jaar, al voor de jongste geweldsescalatie, zijn interesse in het presidentschap duidelijk. Die ambitie herhaalde hij ook begin deze maand nog eens in interviews, waarbij hij ook het buitenland bekritiseerde, dat te lang achter Henry is blijven staan. Anders dan bendevoorman Chérizier sloot Philippe een burgeroorlog echter uit. „Ik weet dat de Amerikanen, die alles hier beslissen, wijs genoeg zijn om te begrijpen dat de Haïtianen iets van verandering willen”, zei hij op 8 maart tegen persbureau Reuters.
Verenigde Staten
Meer nog dan de oude kolonisator Frankrijk bepalen de VS sinds vorige eeuw het internationale Haïti-beleid – voor zover daarvan nog sprake is. Met de rest van de regio blijft Washington benadrukken dat een niet-westerse politiemissie en nieuwe verkiezingen de enige duurzame uitweg uit deze impasse kunnen bieden.
Er is geen parlement meer, er zijn geen burgemeesters en inmiddels is er ook geen regering. Sinds de vorige stembusgang van 2016, die er pas kwam na meermaals uitstel en de annulering van een eerdere uitslag, heeft de bevolking al acht jaar niet gestemd. En ook die laatste verkiezingen waren zeer omstreden. Nog geen vijfde van het electoraat kon of kwam stemmen en Moïse zou hebben gefraudeerd. De VS erkenden zijn stembuszege echter, zoals ze bij gebrek aan beter ook Henry lang bleven steunen.
Lees ook
Haïti: het land dat nooit mocht zijn, heeft geen bestuur meer
De Amerikanen zijn bovenal geïnteresseerd in Haïti wegens de mogelijke exodus van vluchtelingen die op gang zou kunnen komen, als het land verder implodeert. Zeker in een verkiezingsjaar, waarin migratie al een belangrijk thema is door de asielcrisis aan de zuidgrens met Mexico, wil president Joe Biden niet ook nog bootjes naar Florida zien oversteken. Tegelijkertijd heeft hij rekening te houden met Afro-Amerikaanse kiezers die Haïti een warm hart toedragen vanwege zijn bijzondere ontstaansgeschiedenis. Nu progressieven en moslimkiezers zich al afkeren van zijn pro-Israël-koers, kan Biden niet ook nog zwarte kiezers verliezen wegens zijn (gebrek aan) Haïti-beleid.