Topambtenaar Dick Schoof van het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid vanaf 2014 burgers laten volgen met online nepaccounts, terwijl hij wist dat dit waarschijnlijk niet mocht. Dit blijkt uit interne documenten die NRC opvroeg.
Het ministerie probeerde de documenten drie jaar lang geheim te houden, maar moest ze onlangs openbaren. De rechter legde het ministerie een dwangsom op van 100 euro voor iedere dag dat de documenten niet zouden worden verstrekt.
Tweede Kamerlid (SP)Michiel van Nispen Van een topambtenaar mogen we echt meer verwachten
De vrijgegeven stukken werpen een nieuw licht op het handelen van Dick Schoof, tot 2018 de baas van de NCTV en vanaf 2020 secretaris-generaal op het ministerie van Justitie en Veiligheid. In een recent interview met De Groene Amsterdammer, waarin Schoof „hoeder van de rechtsstaat” wordt genoemd, vertelt hij hoe belangrijk het is dat een overheid zich aan de eigen wetten houdt. „Zowel wij ambtenaren als de minister hebben ons te houden aan de wet- en regelgeving die we hebben opgebouwd.”
Maar uit de interne documenten blijkt dat Schoof ambtenaren activiteiten heeft laten uitvoeren waarvan hij te horen kreeg dat die waarschijnlijk niet mochten. Al vanaf 2014 waarschuwen juristen hem over de nepaccounts waarmee de NCTV stiekem burgers online in de gaten houdt. Daarvoor ontbreekt een juridische grondslag. Het kan volgens de juristen worden gezien als iets wat alleen opsporings- en inlichtingendiensten mogen en de NCTV niet: het heimelijk volgen van personen. Ze noemen het „een grijs gebied” en vrezen dat het „juridisch niet toegestaan is”.
Linkse en rechtse activisten
Desondanks vroeg Schoof toenmalig minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) toestemming om ermee door te gaan. Of de oud-minister met Schoofs verzoek heeft ingestemd, zegt de woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid niet te weten. Het besluit zou zoek zijn. De woordvoerder zegt dat de NCTV, ondanks interne „discussies” over de grondslag, ervan uit bleef gaan dat het monitoren gewoon mocht. Op andere vragen die NRC stelde aan Schoof wordt niet ingegaan.
Het verzamelen van informatie over burgers via sociale media gaat dan ook na de interne waarschuwingen verder. In 2015 blijkt zelfs dat de NCTV zoveel privacygevoelige gegevens heeft opgeslagen, dat het opslagsysteem het niet meer aankan. En in het voorjaar van 2018 wordt binnen de organisatie opnieuw gesignaleerd dat de informatieverzameling niet mag. Er is geen juridische grondslag voor. Bijzondere persoonsgegevens verzamelen is daarnaast gevoelig, omdat ook sprake is „van een vorm van profilering van personen”, vermeldt de interne nota.
Juristen waarschuwden dat de NCTV een boete van 20 miljoen euro riskeerde. Maar daardoor liet de instantie zich niet weerhouden
Als zou uitkomen wat de NCTV aan het doen is, schrijven de juristen, hangt de dienst een boete van 20 miljoen euro boven het hoofd. Maar de NCTV gaat er – onder leiding van Schoof – gewoon mee door.
De praktijk blijft onveranderd tot april 2021. Dan onthult NRC dat de antiterrorismecoördinator jarenlang onbevoegd privacygevoelige informatie van burgers verzamelde. Het gaat onder meer om politieke campagneleiders, religieuze leiders, linkse en rechtse activisten. Van sommigen beschreef de NCTV met wie ze waren getrouwd, hoeveel kinderen ze hadden of met wie ze omgingen, soms vergezeld van foto’s.
Lees ook Onmin en uitglijders bij de club die het land moet beschermen
Staatsgeheimen naar Marokko
Berichten met dergelijke gegevens werden gedeeld met gemeenten, politie, AIVD en zelfs buitenlandse veiligheidsdiensten. De NCTV haalt de nepaccounts vlak voor de publicatie van het NRC-artikel uit de lucht. Daarna wordt een wetsvoorstel ingediend om het programma alsnog legaal te maken, wat aanvankelijk op veel bezwaren stuit van politici en toezichthouders, maar wat recentelijk – in december 2023 – alsnog is gelukt.
Een van de NCTV-medewerkers die gebruikmaakte van de illegale nepprofielen, was de senior analist Ab el M., die nu verdacht wordt van het lekken van staatsgeheimen aan Marokko. Jarenlang verzamelde hij grote hoeveelheden online informatie over salafisten en jihadisten en schreef daar analyses over voor de NCTV. Volgens het Openbaar Ministerie stond de analist in nauw contact met de Marokkaanse inlichtingendienst.
Tweede Kamerlid Michiel van Nispen (SP) noemt het handelen van Schoof „een hele slechte zaak”. „Van een topambtenaar mogen we echt meer verwachten. Het is schadelijk voor het vertrouwen dat de wet zo makkelijk opzijgeschoven wordt als het de overheid zelf even niet uit komt.”
Lees ook Odido krijgt boete vanwege schending privacy van miljoenen klanten
Premier Dick Schoof heeft na urenlang crisisoverleg op het Catshuis bevestigd dat het kabinet na het opstappen van staatssecretaris Nora Achahbar van Financiën verder gaat. „We hebben als kabinet het vertrouwen uitgesproken met elkaar door te gaan”, zei hij vrijdagavond laat op een persconferentie. „Het opstappen van Achahbar kwam onverwacht en raakte mij en collega-bewindspersonen”.
Schoof wil geen uitspraken doen over wat er precies in de ministerraad van afgelopen maandag is gezegd, maar zei in antwoord op vragen herhaaldelijk dat er geen sprake is en was van racisme binnen het kabinet en de coalitiefracties. Hij wijst er daarbij op dat Achahbar in haar vertrekbrief niets schrijft over racisme.
De premier zei tijdens zijn korte persconferentie verder dat hij geen gehoor wil geven aan de oproep van oppositiepartijen om de notulen van de ministerraad te openbaren. „Het gespreksverslag is staatsgeheim en blijft voorlopig ook geheim”.
Liveblog Crisisberaad kabinet
Schoof: We hebben als kabinet het vertrouwen uitgesproken met elkaar door te gaan
Het kabinet-Schoof gaat door, maar zonder NSC-staatssecretaris Nora Achahbar. Dat is vrijdagavond de uitkomst van de ministerraad waar ook de fractieleiders van de coalitiepartijen bij aanschoven, melden Haagse bronnen aan NRC. De crisis die sinds vrijdagochtend in het kabinet heerste, lijkt daarmee bezworen.
Liveblog Crisisberaad kabinet
Kabinet-Schoof gaat door, zonder NSC-staatssecretaris Achahbar
Vrijdagochtend, een week geleden, zette Job Cohen thuis de radio aan bij het wakker worden. Zo hoorde hij dat Israëlische supporters waren aangevallen door Amsterdamse jongens. Dat de Israëlische regering van plan was vliegtuigen te sturen om die supporters te repatriëren. En toen had Wilders al op X geschreven dat het om een ‘Jodenjacht’ en een ‘pogrom’ ging. „Hij had meteen de toon gezet. Alles stond in die sleutel.”
Als burgemeester van Amsterdam (2001-2010) kreeg Cohen in 2004 te maken met een eruptie van spanning toen een geradicaliseerde moslim Theo van Gogh doodde. Moest hij daaraan terugdenken toen hij het nieuws vrijdag hoorde? „Nee, eigenlijk niet zo.” Alleen al het vrijwel ontbreken van sociale media, zegt hij. „Toen ik aantrad als burgemeester, vertelde ik dat ik een e-mailaccount had, [email protected], en dat de Amsterdammers mij daarop konden bereiken. Dat was destijds reuze progressief.”
Cohen roert in zijn koffie in een bistro in zijn woonplaats Maarssen. Hij is nog net zo bedachtzaam als toen hij burgemeester was. Hij waarschuwt dat hij zich alles niet meer zo scherp kan herinneren. „Ik heb vorig jaar een bypass-operatie ondergaan, en dat heeft mijn geheugen geen goed gedaan.”
Zijn er nog mensen in bestuurlijk of politiek Nederland die u belt op zo’n moment?
„Nee, ik ben er al te lang uit. Ik heb ook voor mezelf besloten om de huidige burgemeester Femke Halsema op geen enkele manier in de wielen te rijden. Alleen als ik op een gegeven moment zie dat ze het goed doet, dan stuur ik een appje en zeg ik: ‘goed gedaan’.”
Is dat appje gestuurd deze week?
„Jazeker. Ik was heel tevreden. Ze gaf de indruk dat ze er samen met de driehoek bovenop zat. Ik vind dat ze het verdomd goed doet.”
Na de moord op Van Gogh heeft koningin Beatrix…
„Mij opgebeld.”
U heeft helemaal geen slecht geheugen!
„Dit zijn dingen die je niet vergeet. Ze vroeg: kan ik iets voor u betekenen?”
En toen heeft u voorgesteld dat ze naar een islamitisch jongerencentrum zou gaan.
„Het was belangrijk dat de koningin na zo’n heftige gebeurtenis tegen de islamitische gemeenschap zou zeggen: jullie zijn het niet die Van Gogh hebben vermoord, hij is het, de dader. En dat is precies hetzelfde wat op dit ogenblik speelt. Diegenen die het doen, moet je aanpakken. Maar maak er niet iets algemeens van.”
Of een integratieprobleem helemaal onjuist is? Nee, niet helemaal. Er gaan altijd een paar generaties overheen voordat mensen zich onderdeel van de samenleving voelen
En dan maakt premier Schoof maandag op zijn persconferentie er iets algemeens van: dit is een integratieprobleem. Is dat helemaal onjuist?
„Nee, niet helemaal. Er gaan altijd een paar generaties overheen voordat mensen zich onderdeel van de samenleving voelen. Tegelijkertijd, als je veel van die mensen spreekt, die vinden het heerlijk hier in Nederland. Een integratieprobleem? Ik vind het moeilijk om dat te beoordelen.”
Stel dat u nu burgemeester was geweest. Waar was u het eerst naartoe gegaan? Naar een synagoge of naar de moskee?
„Ik denk naar een synagoge. Maar ik zou onmiddellijk daarna naar een moskee zijn gegaan. In het begin hadden we niet in de gaten wat een vreselijk tuig er onder die Maccabi-jongens zat. De nadruk lag op het feit dat Amsterdamse taxichauffeurs Joden achterna gingen.”
Wat ze ook hebben gedaan.
„Maar wat mede een reactie was op wat die Maccabi-jongens hadden gedaan. Dat hebben we pas later ontdekt. Maar dat evenwicht was er in het begin helemaal niet.”
Burgemeester Halsema legde in haar persconferentie vrijdag ook de nadruk op het opjagen: ‘Ik begrijp heel goed dat dit de herinnering aan pogroms terugbrengt’
„Later in de gemeenteraad heeft ze die uitspraak wat meer ingekaderd. Dan zie je dat woorden ertoe doen. Door dat ‘Jodenjacht’ en ‘pogrom’, denk je, jezus wat is hier aan de hand? Daardoor is de omvang van het probleem ook groter geworden.”
Echt waar?
„Het zou kunnen. Je ziet hoeveel Joodse bewoners in Amsterdam zich nu echt bang voelen. Nee, ik zou het woord ‘pogrom’ niet hebben gebruikt.”
U is verweten dat u altijd maar de dialoog bleef zoeken…
„Theedrinken. Ja. En ik huldig nog steeds hetzelfde standpunt als toen: theedrinken, de boel bij elkaar houden. En repressie als dat nodig is.
„Al voor de moord op Van Gogh had ik een keer een Joods-Marokkaans overleg georganiseerd. Dat was nadat rond 4 mei een aantal Marokkaans-Amsterdamse jongens met kransen voor de Dodenherdenking hadden gevoetbald. Dat was voor mij reden om te zeggen, ik ga om de tafel met moslimorganisaties. Zo deden we het na de moord op Van Gogh ook. Toen hebben we een ‘draaiboek vrede’ ingesteld: aan stadsdeelbestuurders gevraagd om goed te kijken en te luisteren wat er speelde en spanningen te dempen. Praten met islamitische organisaties.”
Heeft het gewerkt?
„Ja, maar niet definitief.”
En zou het recept van vrede sluiten nu nog werken?
„Het leidt niet tot vrede. Maar ik zie geen andere manier om mensen bij elkaar te brengen. Een van de sterkste vragen die tot twee keer toe aan Wilders gesteld werden in het debat, kwam van SP-leider Jimmy Dijk. ‘Zou u ook in gesprek gaan met die groep waar u zo tegen bent? En twee keer was het antwoord van Wilders: nee. Dat laat precies zien wat ik daar zo tegen heb. Het kan me niet verrekken, denkt Wilders, ik sta alleen voor de mensen die het met mij eens zijn, de rest kan oprotten. Geen gesprek. Dat vind ik onbegrijpelijk. Ga in godsnaam met elkaar praten. Ik denk aan Itay Garmy en Sheher Khan, een Joods en een islamitisch raadslid uit Amsterdam. Ze zijn na de aanval van Hamas op 7 oktober demonstratief met elkaar gaan praten. Zijn ze het eens? Nee. Maar ze praten met elkaar.”
De tijd van dialoog is voorbij – dat zegt niet alleen Wilders, dat zegt ook de leider van de VVD. Dat linkse politici nog tot een dialoog oproepen, betekent dat ze wegkijken van het echte probleem.
„Daders van dit soort geweld moet je aanpakken.”
Wilders en Yesilgöz zeggen: je moet de voedingsbodem bekijken. Leerkrachten die niet meer over de Holocaust durven praten, omdat islamitische leerlingen dan boos worden.
„Dat is ongetwijfeld zo. Leraren die daar moeite mee hebben, moet je helpen. Ik ga via de organisatie Na de oorlog langs bij scholen om het persoonlijke verhaal te vertellen over wat mijn familie in de oorlog heeft meegemaakt. Ongelooflijk nuttig.”
En u ontmoet geen agressie?
„Tot nu toe niet. Ik moet er bij zeggen, ik heb alleen havo- en vwo-scholen gedaan. De leerlingen waren muisstil en zo te zien onder de indruk. Een keer kwamen een paar meisjes op me af en vroegen wat ik van Palestina vond? Ik zei dat ik begrip heb voor de onmacht en boosheid van de Palestijnen. Maar goed, dit was vóór 7 oktober.
Het kan me niet verrekken, denkt Wilders, ik sta alleen voor de mensen die het met mij eens zijn, de rest kan oprotten. Geen gesprek. Dat vind ik onbegrijpelijk
„De vlam is in het kruitvat gegaan op 7 oktober. Het begint al veel langer geleden, in 1948 bij de Nakba, toen Palestijnen werden verdreven om plaats te maken voor de Joden. Maar ik snap natuurlijk óók dat Israël is ontstaan, en daar ben ik blij om. Het heeft wel een enorm litteken gemaakt bij de Palestijnen. Dat is ook een gevolg van het feit dat ook het Palestijnse gezag niet heeft meegewerkt aan het vinden van een definitieve oplossing.
„Wat vervolgens op 7 oktober gebeurt, is verschrikkelijk. Hoe Israël daarop reageert is ook weer verschrikkelijk. Het conflict duikt dan op in Amsterdam bij een voetbalwedstrijd. Dan zie je dus dat het een wereldconflict is. Wat hier in Amsterdam is gebeurd, is daar een direct gevolg van. Als 7 oktober niet was geweest, dan had Maccabi hier gespeeld en was er niks gebeurd.”
„Alle reden om te zeggen – vergelijkbaar met de moord op Van Gogh, maar op een andere manier – we gaan naast de repressie ook aan de gang met het draaiboek vrede.”
Henri Bontenbal van het CDA zei in het Kamerdebat: het is onacceptabel dat je in Amsterdam wel rustig met een hoofddoek over straat kunt, maar niet met een keppeltje.
„Dat hoor ik ook. En dat moeten we aanpakken, natuurlijk. Ik zou als burgemeester de politie instrueren om mensen aan te pakken die Joden met een keppeltje lastigvallen. Een norm stellen. Maar daarnaast moet je in gesprek gaan. Je moet dit soort problemen op twee manieren aanpakken, niet op één manier. Preventief én repressief.”
De oppositie had het lastig in het Kamerdebat.
„Wilders is de anderen tot nu toe de baas. Ook in mijn tijd als PvdA-leider kon ik niet tegen hem op. En nu gaat hij een bezoek brengen aan de Westelijke Jordaanoever. Ik ben benieuwd hoe de NSC daarop reageert.”
Later op dezelfde vrijdag, na dit gesprek, stapte één NSC-bestuurder uit het kabinet, staatssecretaris Nora Achahbar, naar verluidt uit onvrede over uitingen van collega-bewindslieden over moslims.
De andere partijen in de coalitie lijken te denken dat een groot deel van het probleem ligt in de onverdraagzaamheid van moslims.
„Ik weet het niet, ik durf daar geen antwoord op te geven. Het omgekeerde kan ook waar zijn, dat in die gemeenschap helemaal niet op zo’n manier wordt gedacht. Zij leven hun eigen leven, doen dat met een godsdienst die we hier niet kenden, waar enige afstand toe is. Maar om die dingen te combineren, ik durf daar echt geen antwoord op te geven.”
De rechtse partijen in de regering wijzen onbekommerd naar de moslimgemeenschap. Hun redenering is: elke goede remedie begint met een heldere diagnose.
„Zeker. Maar wanneer weet je dat je een heldere diagnose hebt?”
Is het niet ironisch dat radicaal- rechts, vroeger de erkende bron van antisemitisme…
„Nu Israël en de Joden omarmen? Ja, dat is het. Ik zag een tv-programma waarin al die vriendjes van Wilders uit andere landen werden getoond: de Hongaarse premier Orbán, die de Joodse activistische miljardair George Soros verdacht maakt. Al dat soort mensen met wie Wilders op de foto gaat, zijn gepatenteerde antisemieten.”