Gehavend Rafah wacht tot het nog benarder wordt

Voor 7 oktober had Rafah nog twee- tot driehonderdduizend inwoners, nu zijn het er ongeveer anderhalf miljoen. De stad in de Gazastrook, aan de zuidgrens met Egypte, is nagenoeg de laatste plaats waar het Israëlische leger nog geen grootscheeps grondoffensief heeft ingezet. Gedwongen door Israëlisch geweld en verder aangemoedigd door bevelen van het Israëlische leger is een groot deel van de bevolking van Gaza naar deze plek gevlucht.

Dat Israël Rafah nog niet heeft ingenomen betekent niet dat de stad tot nu toe gespaard is gebleven. Meermaals overleden tientallen mensen tegelijkertijd door bombardementen van het Israëlische leger. Met name sinds februari is Rafah met regelmaat beschoten. Als gevolg daarvan liggen veel gebouwen in de stad in puin.

Ondanks de ruim miljoen Palestijnse vluchtelingen die in Rafah schuilen, heeft de Israëlische premier Benjamin Netanyahu zijn leger vorige maand opdracht gegeven een plan te maken om Rafah binnen te vallen. Vrijdag keurde de premier dat plan goed, ondanks waarschuwingen van de internationale gemeenschap dat een dergelijke inval tot een nieuwe humanitaire ramp zal leiden.

Aan het begin van de islamitische vastenmaand ramadan kampt Rafah met groeiende hongersnood. Eind februari kampte volgens VN-hulporganisatie UNICEF één op de tien jonge kinderen met acute ondervoeding, een verdubbeling ten opzichte van januari.