Kunstenaars die schilderslinnen met messen bewerken. Thrillerschrijvers die hun hoofdpersonen op gewelddadige manier om zeep helpen. Films die gruwelen laten zien. In allerlei kunstvormen spelen extreme emoties een rol, maar bijna nergens worden die door het publiek zo serieus genomen als in de muziek. Of het nu gaat om een liefdesbreuk, psychische problemen of gewelddadige confrontaties, de luisteraar is geneigd te denken dat dit de zanger werkelijk is overkomen.
Hoe kreeg muziek dit aura van ‘echt gebeurd’? Wellicht heeft het te maken met de korte productietijd: wat nu gebeurt, kan vanavond een liedje zijn. Die spontaniteit wekt de verwachting van authenticiteit.
Dit geldt voor popmuziek in het geheel en voor hiphop in het bijzonder. Je kunt zeggen dat Chuck D (voorman van hiphopcrew Public Enemy) zijn genre geen gunst deed toen hij begin jaren negentig verkondigde dat rap „het zwarte CNN” was. Enerzijds was het effect positief, want als ‘zwart CNN’ kregen rapteksten meer gewicht. De beschrijvingen van gure wijken waar doorgaans geen media komen, informeerden een groot publiek.
Maar zijn uitspraak is ook een valkuil. Inmiddels wordt als vanzelfsprekend aangenomen dat hiphopteksten een realistisch beeld schetsen. Dat bleek weer in de berichtgeving rond de moord op de 26-jarige rapper Bigidagoe, uit Holendrecht in Amsterdam-Zuidoost, op 25 februari.
Zonder concreet bewijs werden Bigidagoes – zo nu en dan – gewelddadige teksten beschouwd als een realistische afspiegeling van zijn dagelijks leven. Dit verband tussen tekst en artiest leidt tot begripsverwarring: rapper wordt synoniem met crimineel en andersom.
Als een rapper rapt over geweld – met woorden als ‘blazen’ (slaan), ‘pijp’/‘nakoe’ (vuurwapen), ‘ripdeal’ en ‘opp’ (vijand) – dan zal hij dat ook in werkelijkheid beoefenen, is de aanname. Feit en fictie worden inwisselbaar.
Bigidagoes zaak is nog niet opgelost. Of zijn dood te maken had met criminaliteit, met een ruzie tussen ‘gangs’ of iets in de relatiesfeer, moet blijken. Daarover zeggen zijn liedjes niets.
Knakeloos
Voor mijn boek Ik laat me shine niet doffen, over opgroeien in Amsterdam-Zuidoost, heb ik veel jongeren, veelal van Surinaamse en West-Afrikaanse afkomst, gesproken, en heb ik hun rapteksten bestudeerd. In die teksten vertellen de bewoners vaak dat ze ‘komen van de bodem’ en dat ze vroeger ‘skeer’ (blut) of ‘knakeloos waren’. Bigidagoe vertelt erover in zijn nummer ‘Rosé’: „Ik ken die koude dagen ook, ja ik was radeloos/ Er waren geen idee ze waren knakeloos/ Nooit zou je me zien ik was op kaas met bro/ Nu ben ik met me broeders en we maken dough.”
Van blut naar ‘dough’ (geld), van platzak naar bemiddeld, het is een bekend rap-sjabloon. Volgens de teksten wordt het fortuin vergaard door cocaïnehandel (‘sosa’, ‘blokken’) of beroving, en gaat de opbrengst naar mooie auto’s, dure sieraden en designerkleding.
Staan die auto’s inderdaad voor de deur? Is de handel in ‘blokken’ winstgevend? Ofwel: kun je de rapper geloven op zijn woord?
Na vergelijk van de teksten met informatie die ik kreeg van buurtbewoners concludeerde ik dat rapteksten een kern van realisme bevatten, maar ook zijn ingebed in een grote dosis bluf en branie. De precieze verhouding daartussen laat zich niet makkelijk doorgronden.
Gewelddadigheid is niet nieuw in de popmuziek. Witte reuzen als wijlen Johnny Cash („I shot a man in Reno/ just to watch him die”) en Nick Cave („She saw into the heart of her final blood-soaked night/ Those lunatic eyes, that hungry kitchen knife”) hadden het er ook over. Het publiek herkent hun ironie en het gedachtenexperiment (‘Hoe voelt het om iemand te doden?’).
Rap als aanjager
Muzikanten uit Amsterdam-Zuidoost krijgen die speelruimte niet. Hun woorden worden letterlijk genomen. In deze krant schreven auteurs Sjoerd de Jong (7/3) en Kemal Rijken (7/3) over het verband tussen het gedrag van rappers en hun teksten. Ze concludeerden dat de teksten aanwijzingen geven van crimineel gedrag. Kemal Rijken noemt „radicalisering op crimineel gebied” als oorzaak van recente geweldsincidenten, met rap als aanjager. Hij stelt voor om hiphop van de publieke omroep te weren, als eerste stap richting een oplossing.
In Amsterdam-Zuidoost speelt een aantal problemen: armoede, achterstelling, de greep van de drugshandel, gebrek aan perspectief. Ook zijn er onderlinge vetes. Jonge bewoners voelen zich niet veilig en dragen een wapen uit zelfbescherming. Deze vraagstukken zijn complex en diepgeworteld in maatschappelijke omstandigheden.
In hun muziek hoor je die omstandigheden terug. Je kunt op meerdere manieren naar hiphop luisteren. Het genre heeft na vijftig jaar inmiddels zijn eigen folklore, met thema’s als geweld, ontbering, het streven naar luxe. Rap is rijk aan hyperbolen en woordspelingen. Je kunt het verstaan als sociologische rapportage, als entertainment (Jordymone9 die rapt: „Ik sta met wallen op de Wallen”), als verbeelding van dromen. Hiphop is het allemaal.
Lees ook
Gangsterrapper Bigidagoe kende geweld in zijn songs én zijn leven