„Rustig maar, ú staat niet terecht”, hoor je als toeschouwer van de hagelnieuwe opera The Shell Trial. „Nog niet”, althans. Want welke rol speel je zelf in de klimaatcrisis? Draag je verantwoordelijkheid als individu, of kun je die afwentelen op overheden en fossiele grootmachten?
Bij opera The Shell Trial blijken de zaallichten aan te blijven waardoor ook het publiek bij de voorstelling betrokken wordt. Er hangen geen gordijnen, de orkestbak is dicht, musici en dirigent, en dus ook het publiek, maken deel uit van het toneelbeeld. Al fungeert The Shell Trial uiteindelijk vooral als spiegel voor de operawereld zelf.
Het werk van componist Ellen Reid en librettoschrijfster Roxie Perkins, afgelopen zaterdag in wereldpremière bij De Nationale Opera, is gebaseerd op het veelgeprezen toneelstuk De zaak Shell. Daarin bogen theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit zich over de geruchtmakende rechtszaak die Milieudefensie aanspande én won tegen Shell, waarin het bedrijf verantwoordelijk wordt gehouden voor de klimaatschade die ze veroorzaken. Het thema is brandend actueel: volgende maand dient het hoger beroep dat de oliemaatschappij tegen de uitspraak heeft aangetekend.
Op het toneel delen archetypische personages hun perspectief op de verantwoordelijkheidskwestie: we zien De Wet, De Overheid, De CEO, De Consument om beurten kriskras over de bühne bewegen en zingen voor een decorwand met lichtprojecties, geflankeerd door archiefkasten en tafels vol uitgestalde dossiers. Perkins voegde in haar operabewerking van het toneelstuk bovendien stemmen toe die in het debat vaak ongehoord blijven: De Klimaatvluchteling en De Shell-arbeider, maar ook De Piloot die vreest voor zijn baan. Een belangrijk personage is De Historicus die, gekleed in een plooirok van archiefmateriaal, de koloniale wortels van het klimaatprobleem blootlegt.
Lees ook
Manoj Kamps: ‘Ik wil andere verhalen, andere identiteiten’
Politiek engagement
Zo veel actueel politiek engagement is volgens het programmaboek van The Shell Trial niet zo ongebruikelijk als het misschien lijkt: het genre draagt altijd politieke elementen, of reflecteert op z’n minst een politieke werkelijkheid. La Traviata van Verdi als aanklacht tegen patriarchale machtsverhoudingen, de Griekse tragedie in Stravinsky’s Oedipus Rex als metafoor voor eigentijds wanbeleid.
Dat is waar, maar steekt de kracht van zulke opera’s niet juist in dat metaforische element; de gelaagdheid van een tekst waarmee elke generatie steeds weer opnieuw kan reflecteren op zijn eigen plek in de wereld? In The Shell Trial loopt dat spoor een beetje dood: van metaforiek is weinig sprake. Het libretto is nauwelijks vatbaar voor een andere uitleg dan wat er letterlijk staat. Het geheel smaakt soms meer naar een lezing waarin de interpretatie wordt voorgekauwd, dan naar een opera die opties aandraagt en kritische vragen oproept. De personages blijven plat en brengen precies het perspectief dat je had verwacht, waardoor het publiek naar huis wordt gestuurd met een enkelvoudige boodschap die, hoe waar ook, nogal voorspelbaar is: Shell vervuilt, Shell is verantwoordelijk.
Toch lukt het in The Shell Trial wel degelijk om het publiek van begin tot eind te boeien. De spannende muziek van Reid laveert handig tussen grilligheid en warmte, en er wordt steengoed gezongen. Vooral sopraan Lauren Michelle en tenor Anthony León brengen hun lange vocale lijnen met verbluffende souplesse. Extra knap, omdat ze geregeld vóór het orkest staan en de heldere slag niet kunnen zien waarmee dirigent Manoj Kamps de dertig leden en academisten van het Koninklijk Concertgebouw door de partituur leidt.
Geslaagde beeldsuggesties
En waar het libretto weinig aan de verbeelding overlaat, creëren Romy en Gable Roelofsen in hun regie een paar geslaagde beeldsuggesties – zoals de kleurrijke bloemen die, vastgevroren in een groot blok smeltend ijs door een brandend huis worden getrokken.
Een slimme vondst in de opera is het omdraaien van generationele rolpatronen. Het kinderkoor vertegenwoordigt het verleden, terwijl De Ouderen juist vooruit lijken te blikken. Naar de toekomst. Als het kinderkoor vanuit de foyer al zingend de zaal binnenschuifelt, staat het kippenvel op de armen. Ook het slotbeeld, wanneer ze in hun slaapzakjes verweesd het toneel bezaaien nadat de aarde is opgebrand, maakt indruk.
Maar een wake-upcall is The Shell Trial uiteindelijk vooral voor de opera-industrie zelf. De makers hebben de productie aangegrepen als testcase voor de vraag: hoe duurzaam is het om een opera te produceren? Decors van gerecyclede materialen, beperking van reisbewegingen door cast en crew, en geen maaltijden met vlees tijdens de productie. Belangrijke dilemma’s die niet in extremis kunnen worden doorgevoerd – wie geen CO2 wil uitstoten, kan geen opera maken – maar wel navolging en discussie verdienen in de operawereld zelf. „Het recht”, klinkt in The Shell Trial, „is geen zwaard maar een spiegel.”