„Er zijn niet veel mensen die dat leuk vinden: ergens binnengaan en saneren”, zei Rob den Besten toen hij in 2000 vertrok als NS-topman in NRC. „Het is ook niet leuk, maar een bedrijf reorganiseren en klaarmaken voor een nieuwe fase is wel heel leuk. Je moet weten wat je wilt en af en toe impopulaire besluiten durven nemen.”
Rob den Besten stond te boek als rassaneerder. Hij had al eerder de bezem gehaald door het gemeentelijk vervoersbedrijf in Rotterdam (RET) en daarna als directeur van Schiphol. Met zijn cv was hij in de jaren negentig de aangewezen persoon om de verzelfstandigingsoperatie van de NS te leiden. Den Besten was een no-nonsense manager, zoals het toen genoemd werd. Met als streepje voor dat hij van 1984 tot 1989 secretaris-generaal bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat was geweest. Hij wist hoe de hazen in Den Haag liepen.
Rob den Besten is op 6 maart na een kort ziekbed overleden, maakte zijn familie zaterdag wereldkundig in een overlijdensadvertentie.
De minister zat hem dwars
Den Besten mopperde een beetje in dat afscheidsinterview. Hij had de Nederlandse Spoorwegen in zes jaar losgeweekt van de overheid en er een winstgevende zelfstandige organisatie van gemaakt. Maar toenmalig minister Netelenbos zat hem aan het einde nog even flink dwars. De NS had gehoopt het vervoersrecht voor de Hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Parijs te krijgen, maar moest ondanks eerdere gunstige signalen toch gewoon meedoen aan de openbare aanbesteding. „Ik had het prettig gevonden als dit bedrijf nog even wat meer op adem had kunnen komen.”
De concessie voor de HSL tussen Breda en Amsterdam ging uiteindelijk wel naar de NS. Hoeveel hoofdpijn de HSL zijn opvolgers nog zou bezorgen, zal Den Besten waarschijnlijk niet hebben voorzien.
Je zou kunnen zeggen dat Den Besten het tij mee had. Toen hij in 1992 bij de NS kwam, legde de staat er honderden miljoenen guldens op toe. Het kon alleen maar beter gaan. En het ging beter. Marktwerking was in de mode. Den Beste leidde de NS alsof het naar de beurs moest gaan en liet een winstgevend bedrijf achter. En de reiziger merkte dat zijn trein vaker op tijd vertrok.
Venijnig
Charmant, alert en voorkomend, maar ook ongeduldig en venijnig. Zo werd Den Besten in een profiel bij zijn vertrek als NS-topman getypeerd. Hij maakte vijanden, maar hij wist de interne verhoudingen tussen machinisten, conducteurs en leiding aanzienlijk te verbeteren. En de NS betrok klanten bij de plannen voor een betere dienstverlening. Rob den Besten wilde van de NS vooral een normaal bedrijf maken, minder gericht op Den Haag, meer met de blik naar buiten. Hoewel spanningen bij de NS nooit ver weg zijn: reizigersvereniging Rover klaagde al snel weer over de dienstverlening, personeel verzette zich tegen het ‘rondje om de kerk’. Nu werd het juist gemist dat er geen ‘spoorhazen’ meer in dedirectie zaten, alles draaide om de denkbeeldige aandeelhouder. Een trend die door Den Besten was ingezet.
Rob den Besten ging al op 59-jarige leeftijd met vervroegd pensioen bij de NS. Volgens eigen zeggen om privé-redenen, en hij vond dat zijn werk er na de privatisering wel op zat. Hij verdween daarna uit het publieke leven. Den Besten werd 83 jaar.