Je tienertijd is de tijd om te experimenteren. De tijd waarin je ontdekt wat je identiteit is, wat je goed en fout vindt, wat bij je normen en waarden past. De tijd van rebelleren. Tenminste, dat is allemaal mogelijk als je thuis een goede basis meekrijgt. Maar wat nou als je wieg ergens staat waar dat niet zo is? Doordat een van je ouders verslaafd is, of psychische problemen heeft. Doordat je worstelt met depressie of lang bent gepest op de basisschool. Door fysieke en geestelijke mishandeling, of misbruik, waardoor je zelfbeeld is aangetast en je op plekken komt waar je op die leeftijd niet hoort te zijn. Kortom, de kinderen die geen onvoorwaardelijke liefde hebben gekend. Die de basis missen om van zichzelf te houden. Die zelf verslaafd raken, in het criminele circuit belanden, worstelen met een depressie of in de mensenhandel raken.
Ik ben Mohini Awadhpersad, ik was één van deze jongeren – op mijn veertiende kwam ik terecht in de gesloten jeugdzorg. Net als Jason Bhugwandass, die deze week zijn rapport over misstanden in de gesloten jeugdzorg presenteerde. Jongeren vertellen in dat rapport over onder meer veelvuldig en met geweld vastgebonden worden, verkrachtingen, pesterijen door personeel.
Je zou juist deze kinderen nabijheid willen bieden, helpen om hen de waarde van leven te laten voelen, liefde geven zodat zij tenminste van iemand leren wat liefde is. Helaas gebeurt dat niet. Ze worden van plek naar plek doorverwezen – van pleeggezin naar instelling. Daar krijgen zij opnieuw het gevoel niets waard te zijn, bouwen opnieuw een trauma op door de dingen die zij zien en door hoe er met hen wordt omgegaan.
Gesloten jeugdzorg is het eindstation in de jeugdzorgketen, waar je letterlijk opgesloten bent. Daar word je „voor je eigen veiligheid” geplaatst, zeggen voogd of jeugdbeschermer. Als jongere hoop je dat je hier dan eindelijk de hulp krijgt die je nodig hebt, want na dit station is er blijkbaar niks meer. Tegelijkertijd voel je dat er iets mis is met jou; want waarom moet je hier terecht komen en waarom is dít je laatste kans?
Gesloten jeugdzorg is ontstaan om een groep jongeren, die overal uitviel, te helpen en te voorkomen dat zij in de jeugdgevangenis terechtkwam. Er zijn nu ongeveer 695 plekken. Vroeger werden ‘strafrechtelijke’ en ‘civiele’ jongeren samen onder één dak geplaatst, wat in 2008 veranderde. Helaas veranderden de mensen die er werkten niet mee. Veel hulpverleners in de gesloten jeugdzorg waren gewend om repressief te handelen en met straffen en belonen te werken.
Uitzondering
Bij binnenkomst voel je al een koud gevoel over je lichaam trekken door de hoge hekken om het gebouw dat de komende tijd jouw ‘thuis’ is. Je wordt standaard gefouilleerd om te kijken of je geen gevaarlijke dingen bij je hebt. Ze vragen het niet aan je, ze doen gewoon lichaamsonderzoek of kledingonderzoek, ook als je eerder bent misbruikt. Onbekende handen aan je lichaam, van mensen die je moeten helpen.
Als jongere moet je opnieuw wennen aan nieuwe regels die voor iedereen hetzelfde zijn, ook als ze helemaal niet bij jou passen, zoals geen eigen telefoon terwijl je altijd je telefoon bij je hebt gehad. Als je niet doet wat zij willen, wordt je verlof – de dagen dat je thuis bent – ingekort of helemaal ingenomen. Je kan hierdoor soms wekenlang je ouders, familie of vrienden niet zien.
Jongeren vertellen verhalen waarin zij door vijf mensen naar de grond worden geduwd omdat zij ‘agressief’ werden, of niet meewerkten met wat de groepsleiding wilde. Na een vijfde keer tegenstribbelen zie je jongeren opgeven. Ze veranderen langzaam in een ander wezen, totaal anders dan hoe zij binnenkwamen. Sommige jongeren slaan een maaltijd over omdat ze bijvoorbeeld te laat zijn voor het ontbijt. Anderen kunnen weken niets eten omdat er geen rekening wordt gehouden met hun geloofsovertuiging. Als je geluk hebt, heb je een paar personeelsleden waarbij je voelt dat zij dit werk doen met hun hart. Door de manier waarop ze jou benaderen en met je praten. De meeste jongeren vertellen dat dit de uitzondering is.
De isoleercellen zijn inmiddels gesloten maar jongeren worden langer naar hun eigen kamer gestuurd om ‘af te koelen’. In plaats van het gesprek te voeren, moeten jongeren alleen in hun kamer zijn en zelf nadenken over hun gedrag.
Het laatste station
Ik ben later in de gesloten jeugdzorg gaan werken en maakte mee dat een jongen op het terrein een (geslaagde) poging tot zelfmoord deed. Maar het personeel was dat gewend – ze gingen meteen over op de orde van de dag, alsof verdriet er niet mag zijn, alsof het gesprek er niet mag zijn. Het personeel werkt verder en verliest hierbij een stuk van hun ziel omdat zij dit al jaren hebben meegemaakt. Zij zien niet meer in hoe heftig dit is voor de andere jongeren die er wonen. Als nieuwe werknemer voelt het dan ook niet fijn om je kwetsbaar op te stellen, dan word je gezien als een zwakke.
Er heerst een hiërarchische en koude cultuur. Werk je nog wel op de juiste plek als je niet meer schrikt van een suïcidepoging? Moeten, op dit laatste station, mensen werken die niet kwetsbaar kunnen zijn, terwijl zij met de kwetsbaarste kinderen werken van de maatschappij?
Ik zou wensen dat ik toentertijd, op mijn veertiende, nooit op dit laatste station had hoeven belanden. En toen ik er wel kwam, dan had ik gehoopt dat iemand me een knuffel had gegeven. Dat ik ruimte kreeg om mezelf te ontwikkelen. Maar in plaats daarvan werd ik aan mijn lot overgelaten en ging ik met meer trauma’s weg dan ik binnenkwam. Waarom? Ik leerde te worden en te handelen naar wat zij wilden. Hiermee maskeerde ik al mijn emoties en belevingen. Om eindelijk, eindelijk vrij te zijn. Dus is eigenlijk de vraag: moet gesloten jeugdzorg wel een eindstation zijn voor zo’n kwetsbare doelgroep? Of nog beter; moet er überhaupt gesloten jeugdzorg zijn?
Lees ook
Jason kwam zelf in de gesloten jeugdzorg terecht. Nu onthult hij de misstanden