Doodgeschoten twaalfjarige Palestijnse jongen was volgens Ben Gvir een ‘terrorist’

De twaalfjarige Rami Hamdan Al-Halhouli was dinsdag na een dag vasten net terug uit de moskee, toen hij samen met een vijftal vrienden buiten zijn huis in de arme Palestijnse wijk Shuafat in Oost-Jeruzalem wat vuurwerk afstak. Rami zwaaide rond met een stok, met daarop wat smeulend vuurwerk gebonden. Nog voor dit afging, klonk er een schot van achter de huizenhoge muur achter de woningen, waar Israëlische politiemensen militairen de wijk – oorspronkelijk een vluchtelingenkamp – in de gaten houden. Tot verbijstering van zijn toesnellende ouders bleek Rami in de borst te zijn getroffen. Hij was bijna op slag dood.

De Israëlische minister van binnenlandse veiligheid, de extreemrechtse Itamar Ben Gvir, prees na afloop de politieman, die Rami had doodgeschoten als „een held”, die zich „voorbeeldig” had gedragen. Volgens hem ging het om het neerschieten van een terrorist, al weigerde hij in te gaan op de vraag wat voor bewijs er was dat Rami daadwerkelijk een terrorist was.

De Israëlische autoriteiten wezen er wel op dat het volgens de instructies van de politie is toegestaan om te schieten op mensen die vuurwerk afsteken en naar militairen gooien. Volgens hen was dat het geval geweest, al bleek daarvan op video-opnames van omstanders niets. Volgens de schutter had hij op het onderlijf van de jongen gemikt maar was de kogel in Rami’s borst terechtgekomen doordat hij vanaf een hoger gelegen punt schoot. Ook merkte de politie op dat er elders in Oost-Jeruzalem daags tevoren confrontaties waren geweest met Palestijnen die met vuurwerk gooiden.

Tot haar verontwaardiging kon Rami’s familie de jongste zoon van het gezin nog niet meteen begraven, zoals de islamitische traditie wil. Zijn lichaam werd nog voor autopsie in het ziekenhuis vastgehouden. „Je schiet een kind dood en wilt weten waaraan hij is dood gegaan?” vroeg de vader smalend aan journalisten. De vader zou Rami’s overschot ergens midden in de nacht kunnen afhalen bij een controlepost, vergezeld van maximaal drie andere personen. Ze mochten het lichaam niet naar huis meenemen en moesten dat meteen begraven. De begrafenis zou door maximaal vijftig mensen mogen worden bijgewoond, lieten de Israëliërs hem weten.


Lees ook
Zeker vijf Palestijnen gedood bij Israëlische invallen in meerdere delen bezette Westelijke Jordaanoever

Israël voert haast elke nacht arrestaties uit in steden, dorpen en vluchtelingenkampen op de Westelijke Jordaanoever die het net als de invallen plaatst binnen de context van haar „anti-terreur”-activiteiten om Palestijnse militante groepen te bestrijden. H