Kunstmarkt kromp in 2023, maar Chinezen geven juist meer geld uit aan kunst

De internationale kunstmarkt is vorig jaar met 4 procent gekrompen, naar een omzet van 65 miljard dollar, omgerekend bijna 59,5 miljard euro. Dat staat in het woensdag gepubliceerde Global Art Market Report, dat de Britse econoom Clare McAndrew jaarlijks samenstelt in opdracht van de kunstbeurs Art Basel en de Zwitserse bank UBS.

Na twee jaar van fors herstel na de coronapandemie is de kunstmarkt teruggekeerd naar het niveau van 2019, toen de omzet 64,4 miljard dollar bedroeg. Een belangrijke reden voor de krimp is dat er aanzienlijk minder kunstwerken van boven de 10 miljoen dollar werden verkocht. Door stijgende rentetarieven, hardnekkig hoge inflatie, oorlogen en politieke instabiliteit zouden kopers aan de top van de markt selectiever en voorzichtiger zijn geworden.

Kleine kunsthandels

Voor het onderzoek werden de resultaten van 1.600 kunsthandelaren en 500 veilinghuizen onderzocht. Daaruit bleek dat de omzet bij veilinghuizen met 7 procent daalde. Handelaren zetten vorig jaar gemiddeld 3 procent minder om. Relatief kleine kunsthandels deden het beter dan de topgaleries.

Hoewel de omzet met 10 procent daalde naar 27,2 miljard dollar is de VS met een marktaandeel van 42 procent wereldwijd gezien nog altijd dominant. De Chinese kunstmarkt groeide met 9 procent naar 12,2 miljard dollar. Het land haalde daarmee Groot-Brittannië in als de op een na grootste kunstmarkt.

De Britse kunstmarkt daalde vorig jaar opnieuw, dit keer met 8 procent naar 10,9 miljard dollar. De onderzoeker wijdt de aanhoudende Britse omzetdaling in het rapport aan problemen met de Brexit.