Tv-recensie | Ramadan op televisie: het blijft zo braaf

Wat doen we met de ramadan? Dat zal wel een terugkerende vraag zijn in Hilversum. De publieke omroep moet er voor alle Nederlanders zijn, dus ook voor de één miljoen moslims. Die hebben geen eigen omroep en komen er doorgaans bekaaid vanaf op de witte tv. De vastenmaand die zondag begon, is een mooie gelegenheid om dat een beetje recht te trekken.

Maar hoe? De omroep heeft al een quiz geprobeerd, een reisserie, een kookprogramma, een journaal en een talkshow. Wisselend succes, maar het probleem blijft: het is zo braaf. Iedereen is blij en vroom, je krijgt er een wee EO-gevoel van.

Daar gaat het wekelijkse Villa Ramadan (NPO2) niet veel aan veranderen. Dit keer is gekozen voor een realityshow. Zes deelnemers, uitgekozen op hun uiteenlopende persoonlijkheden, komen samen in een verbouwde boerderij met veel kussentjes en gouden poefs, om samen te vasten en na zonsondergang de iftar-maaltijd te nuttigen. Onder leiding van presentator Karim Amghar vertellen ze hun levensverhalen: mantelzorger voor autistische broer, bekeerde bijstandsmoeder, vluchteling krabbelt op na hersenbloeding, man fietst naar Mekka voor het goede doel.

De enige deelnemer zonder levensverhaal, de net afgestudeerde Yasmine Ballachi, blijkt het meest geschikt voor reality. Ze geeft in ieder geval enigszins pittige reacties op de anderen tijdens de bekende commentaartjes tussendoor. Zo kan ze het niet waarderen dat de fietsende hadji zijn fiets de huiskamer in rijdt. „O my God!”

Ik hoopte dat ze de hele ramadan samen in de boerderij moesten blijven en elkaar één voor één moesten wegstemmen. Maar nee, ze mogen na een halve dag gewoon weer naar huis. Reality drijft op grote gevoelens, maar hier blijft iedereen vriendelijk en respectvol.

Wanneer de schemering valt, gaan ze met zijn allen de keuken in. Ballachi neemt de leiding want ze blijkt een kookkanaal op TikTok te hebben – Yasmealz. Ze geeft een andere deelnemer op zijn kop omdat hij de tomaten niet vierkant genoeg snijdt. Volgende keer moet de omroep maar weer een kookshow proberen, bij voorkeur met Yazmealz.

Zwarte sneeuw

De makers van de documentairereeks Staal (NPO2) hebben hun uiterste best gedaan om een evenwichtig beeld te geven van Tata Steel, voorheen de Hoogovens. De staalfabriek in IJmuiden komt voornamelijk in het nieuws als grootste vervuiler van Nederland – verwoestend voor het klimaat en de volksgezondheid. Maar de eerste aflevering begint juist met Tata-werknemers die hun liefde betuigen voor de fabriek en met omwonenden die zo genieten van het uitzicht op de schoorstenen.

Naast het belang voor de gemeenschap – indirect zijn zo’n dertigduizend mensen afhankelijk van het bedrijf – laat Staal ook de worsteling zien van de leiding met de klachten en de poging tot transitie. Tata-topman Hans van den Berg, die ook meewerkt, zei op LinkedIn „trots” te zijn op de serie.

Het verzet tegen Tata komt ook aan bod. Een moeder zit in kleermakerszit op de eettafel en huilt nadat ze zich heeft aangesloten bij de rechtszaak tegen Tata. Ze heeft er spijt van dat ze niet eerder is opgestaan tegen de vervuiling – haar zoontje was wel heel vaak en zwaar ziek. Een andere bewoner zegt dat hij de vervuiling vooral merkt als hij op vakantie is: dan hoest hij niet. Indrukwekkend zijn de beelden van de zwarte sneeuw in de omringende duinen. Een soort post-apocalyptisch landschap.

Maar het meest vernietigend was het verhaal van een actievoerende bewoner die was gebeld door een raadslid van GroenLinks, of ze niet kon ophouden met haar lastige vragen want ze zou de cultuur van de streek niet begrijpen. Tot zover GroenLinks en tot zover de overheid die zijn burgers beschermt.