Tv-recensie | Pro-tip van een prepper: haal ‘guilty pleasures’ in huis voor als de pleuris uitbreekt

„We leven hier toch al ruim tachtig jaar in vrede?” De voice-over van presentator Hans van der Steeg klonk over zonnige beelden van Hollandse grachten. Langs nietsvermoedende fietsers liep hij door de stad, met zijn gedachten bij de verontrustende oproep die NAVO-topman Rob Bauer half januari aan burgers deed tijdens een persconferentie: zorg dat je de juiste spullen in huis hebt – water, een radio, een zaklamp op batterijen – voor het geval er onverhoeds oorlog uitbreekt.

Van der Steeg kon maar moeilijk geloven dat die voorbereidingen hier, in het veilige Nederland, echt nodig waren – en toch zat de oproep hem niet helemaal lekker. Terwijl het uitzicht op de grachten plaatsmaakte voor beelden van een ondergrondse atoombunker in Rijswijk, kondigde Van der Steeg de kwestie van de week aan: „Voorbereiden op een eventuele oorlog, is dat absolute noodzaak of je reinste bangmakerij?”

De makers van Dit is de kwestie (EO) hadden weer een kwestie gevonden die een weinig ontspannen dinsdagavond beloofde. Andere zenders boden weinig soelaas: bij Sophie & Jeroen (BNNVARA) kwam schrijver en Ruslandkenner Jelle Brandt Corsius vertellen over zijn reizen naar het Oekraïense front, bij Op1 (EO) schoof voormalig commandant landstrijdkrachten Mart de Kruif aan om de nieuwste ontwikkelingen rond Russische milities te bespreken, en in We gaan er allemaal aan (PowNed) had Valerio Zeno voor de zesde week op rij een manier bedacht waarop de mensheid tot een gruwelijk eind zou kunnen komen (waarom stopt niemand die man?).

Met hangende pootjes dan toch maar terug naar Dit is de kwestie, want een lesje in doomsday preppen leek ineens geen overbodige luxe meer. Maar na de eerste angstige scènes vanuit de Rijswijkse bunker – die tijdens de Koude Oorlog werd gebouwd ter voorbereiding op een Russische aanval – nam de aflevering een onverwachtse wending: geen van de geïnterviewden, van survivalexperts tot professoren, leek de zaken echt somber in te zien.

Kansberekening

Zo kocht Van der Steeg in een prepwinkel een goedgevulde survivalrugzak van tweehonderd euro („Laat die Russen maar komen!”), alleen maar om zich vervolgens door lector crisisbescherming Menno van Duin te laten vertellen dat hij dat ding waarschijnlijk echt nooit nodig ging hebben. Die opvatting ondersteunde Van Duin met een heel overzichtelijk staaltje kansberekening. „In termen van statistiek is de kans buitengewoon gering dat er iets gaat gebeuren waardoor jij ineens denkt: goh, wat is het handig dat ik die tas heb”, zei de lector. Muziek in de oren voor de survivalrugzakloze kijker die die tweehonderd euro liever ergens anders aan besteedt.

Aan een noodvoorraad, bijvoorbeeld, al houd je dan nog flink wat geld over – tenzij je het zo grondig aanpakt als prepper Anneke Blom, die thuis een uit de kluiten gewassen voorraadkast heeft staan (door haar man omgedoopt tot ‘de prepbunker’) vol pakken amandelmelk, hagelslag, soep, en… „Mij valt meteen die champagnefles op”, zei Van der Steeg. „Wanneer ontkurk je die dan?” „Ik denk dat het heel goed is dat je guilty pleasures hebt als de pleuris uitbreekt”, opperde Blom. „Dat je dingen kan eten en drinken en doen waar je gelukkig van wordt.”

Na de onverwachtse joligheid van de aflevering voelde het voor deze kijker toch verstandig om het officiële lijstje voor een noodpakket erbij te pakken en een kleine inventarisatie te maken: wat was er al in huis? Weinig, zo bleek. Vooral in de categorie „lang houdbaar eten” was de score slecht. Twee blikjes kikkererwten en één doos chocolaatjes. Flessen water waren er ook al niet. Wel twee Club-Mates en – echt waar – een fles champagne. Met de guilty pleasures zat het tenminste alvast goed.