Column | Politieke verbeelding is een noodzaak: het kan echt anders

Stel je een samenleving voor waar niet-menselijke dieren de baas zijn. Een paar van de oudere koeien helpen nieuwkomers van alle soorten te integreren. Een varken heeft haar eigen huis gebouwd, in het ravijn, met wat hulp van een mens. De hanen houden de haviken in de gaten, iedereen kent hun waarschuwingsroep. De ouderen in de gemeenschap, die zorg nodig hebben, kiezen er vaak voor nabij de mensen te wonen. Besluiten worden gezamenlijk genomen, maar de dieren nemen het voortouw; mensen onderhouden contacten met de omringende mensengemeenschap.

Of stel je een antikapitalistische samenleving voor die feministisch is en waarin mensen zich inzetten voor herstel van de natuur, met eigen instituties los van de staat. Iedereen vanaf twaalf jaar besluit mee over de koers van de gemeenschap. De eerste samenleving vind je in VINE Sanctuary in Vermont (lees pattrice jones – bewust zonder hoofdletters), de tweede bij de zapatistas – een bevrijdingsbeweging van voornamelijk oorspronkelijke bewoners van Mexico, in Chiapas, een Mexicaanse staat.

Als ik weer lees dat het anders moet in de politiek denk ik aan dit soort voorbeelden. Maar in Nederland betekent anders meer van hetzelfde – Nederlanders klagen graag, maar willen eigenlijk geen verandering. De vorige zin is natuurlijk een generalisatie maar verwijst naar een veelvoorkomende houding. Doe maar normaal, dan doe je gek genoeg, en steek je hoofd niet boven het maaiveld uit. Deze houding uit zich bijvoorbeeld in een hang naar conservatisme dat voorgesteld wordt als authenticiteit – daarom zijn mensen als Wilders en Omtzigt zo populair, en Van der Plas trouwens ook. Het is een reactieve houding, politici en burgers reageren op wat ze niet bevalt maar willen of bieden geen echt alternatief. Deze houding wordt versterkt door narratieven van angst, in de media en politiek, over aantasting van ‘onze manier van leven’.

Behouden van die manier van leven gaat eigenlijk om het behouden van bezit, dat onrechtvaardig is verdeeld en ook nog eens onrechtmatig is verkregen. We danken onze financiële rijkdom voor een groot deel aan kolonialisme en uitbuiting van andere dieren, land namen we ook af van de dieren.

Politieke verbeelding lijkt iets frivools, een cursus die je naast je werk doet om je verder te ontwikkelen. Maar we hebben systeemverandering nodig om de klimaatcrisis het hoofd te kunnen bieden. Een parlementaire democratie met vierjarige verkiezingen, die sterk wordt gestuurd door economische belangen, is niet in staat adequaat op dat soort kwesties te reageren. Ons politieke systeem is in de huidige vorm op bepaalde punten bovendien ondemocratisch, bijvoorbeeld in wie meespreekt en de macht van bedrijven. Daarnaast gaat veel politieke aandacht nu naar de politiek zelf, naar ego’s in de formatie, of naar problemen die het verbureaucratiseerde systeem heeft veroorzaakt (denk aan de toeslagencrisis). Instituties kunnen beschermen tegen willekeur, maar beschermen nog steeds vooral de belangen van de machtigen.

Politieke verbeelding is noodzakelijk om andere democratische structuren te kunnen doordenken en politieke experimenten te ontwikkelen, zoals in VINE en bij de zapatistas. Verbeelding is ook nodig om je te kunnen inleven in anderen. Pas als je je de positie van een ander kunt voorstellen, begrijp je hoe afschuwelijk het is dat het amendement Vestering bij de Wet Dieren wordt afgezwakt en uitgesteld, of dat de Jeugdzorg niet goed functioneert. Pas dan kun je voelen wat vluchtelingen en mensen in Gaza meemaken. We hebben ook politieke verbeelding nodig voor het ontwikkelen van nieuwe narratieven over het samenleven met die anderen, op basis van zijn in plaats van hebben. Want uiteindelijk is niets echt van ons en zijn we hier allemaal maar even.

Eva Meijer is schrijver en filosoof. Ze schrijft om de week een column.