Isaac Julien, een van de invloedrijkste kunstenaars ter wereld, verbindt ongelijkheid in verleden en heden: ‘Tijd is geen rechte lijn.’

„Misschien moet het geluid nog wat harder”, zegt de Britse kunstenaar Sir Isaac Julien (1960) bedachtzaam, terwijl hij nog een inspectieronde doet door de tentoonstelling in het Bonnefanten Museum, daags voor de opening. Vervolgens wijst hij op een bankje, daar moet een tweede bij – in de tint van de zaal, in dit geval zilvergrijs. Het bankje staat bij vijf filmschermen waarop sfeervol zwart-witgeschoten scènes opdoemen van sculpturen, musea en dandyeske personages uit het vroeg 20ste-eeuwse culturele leven van de Harlem Renaissance. De onberispelijk in pak gestoken Julien lijkt daar zelf bij te passen, zijn haar in model gebracht waardoor hij voor dit interview nogal fashionably late kwam. Het bankje wordt geregeld, reageert de opbouwploeg. Op zijn overzichtsexpositie zijn meerdere films te zien, die samen bijna te veel zijn om in één bezoek tot je te nemen.

Julien loopt verder de museumvleugel door tot de slotzaal, die juist geheel donkerrood is. Nauwkeurig bekijkt hij er de opstelling van Lessons of the Hour uit 2019. Met tien schermen is dit een van zijn meeslependste kunstwerken: zo zaalvullend dat je als bezoeker er helemaal in opgenomen wordt. Op die schermen komt een 19de-eeuws personage het beeld in gegaloppeerd. Het is acteur Ray Fearon van het Royal Shakespeare toneelgezelschap die hier Frederick Douglass speelt, de abolitionist van wie Julien drie toespraken verwerkte in deze film. Met zijn beroemde speech What to the Slave is the Fourth of July? legde Douglass in 1852 uit dat juist 4 juli, de Amerikaanse bevrijdingsdag, voor slaafgemaakten een wrede bevestiging was van hun gevangenschap. Julien ontleende de titel Lessons of the Hour aan Douglass’ gelijknamige betoog tegen het gruwelijke lynchen van zwarte Amerikanen in die tijd. „Die geschiedenis trek ik in een volgende scène door naar het heden, door het te koppelen aan de rellen rond de dood van Freddie Gray in 2015. In dit werk, en mijn andere werken, vervaag ik de grenzen tussen heden en verleden.”

De tien schermen van installatieoverzicht Lessons of the Hour.
Foto Jack Hems

Gray overleed door politiegeweld, de rellen hingen samen met protesten tegen het systemisch racisme waar Douglass destijds al tegen ageerde. „Gray stierf in Baltimore, nota bene de stad waar Douglass een tijd woonde. Zo krijg je parallelle tijden”, legt Julien uit. „Ik maakte dit werk in 2019, aan de vooravond van de Black Lives Matter-beweging. Zo’n vermenging van tijden pas ik toe in meer werken, om te laten zien hoe we in onze daden worden achtervolgd door het verleden en het heden. Daarom moeten we volgens mij terugkeren naar sommige kwesties van vroeger om over na te denken. Kwesties zijn onopgelost en zullen nog wel een tijd onopgelost blijven.”

Rode draad

Die onopgeloste maatschappelijke kwesties die Julien al veertig jaar aankaart, hebben sociale rechtvaardigheid als rode draad. Dat rijgt de werken aaneen in deze overzichtstentoonstelling die eerder te zien was in Londen en Düsseldorf. Het gaat over zwarte en queer identiteiten, in relatie tot klasse, seksualiteit en culturele geschiedenissen zoals de Harlem Renaissance, een culturele bloeitijd van zwarte kunstenaars en denkers begin vorige eeuw in New York.

Isaac Julien, Pas de Deux with Roses (Looking for Langston Vintage Series), (1989/2016), 58,1 x 74,5 cm.
Beeld Isaac Julien

Sir Julien – sir, want twee jaar geleden geridderd door de Britse koningin – stond volgens het blad Art Review vorig jaar op nummer vijf van de meest invloedrijke personen in de kunstwereld. Er is dus veel veranderd sinds hij in de jaren tachtig in Londen pionierde in zwarte queer cinema, waar nul ruimte voor was in de grimmige Thatcher-jaren en in 1988 zelfs een verbod kwam op het tonen van homoseksualiteit. Die wet, Sectie 28, werd pas in 2003 opgeheven. „O jazeker!” roept hij uit op de vraag of de wereld er beter uitziet dan toen. „Behalve politiek gezien dan”, voegt hij toe.

Onrecht en systemische ongelijkheid zijn nog steeds onopgelost. Is dat waarom u vindt dat we worden achtervolgd door heden en verleden?

„Ja, want onrecht blijft bestaan. Vaak wordt dat politiek benaderd terwijl je je ook kunt afvragen: waar is de poëzie? Ook daarmee kun je onderwerpen uitdrukken, recht doen. Kunst maakt onderwerpen op een andere manier toegankelijk. Toen ik Lessons of the Hour maakte, raakte ik geïnspireerd om mijn eigen archief in te duiken. Daar ontdekte ik foto’s die ik had gemaakt in 1983 van de familie van Colin Roach en de protesten tegen de dood van hun zoon. Hij was overleden in een politiebureau in Noord-Londen en ze wilden weten wat er met hem gebeurd was.

„Mijn film Who Killed Colin Roach? uit 1983 laat de protestmars zien die door de straten trok en hoe aan het eind de demonstranten ‘We Shall Overcome One Day’ zingen. Dat lied gaat over de zoektocht naar vrijheid en waarheid, thema’s die terugkeren in later werk zoals Lessons of the Hour. Frederick Douglass voerde campagne voor de vrijheid van zwarte mensen in die tijd. Die behoefte is er nog steeds.”

Wat gebeurt er als je een gebeurtenis zoals de dood van Colin Roach of Freddie Gray combineert met Frederick Douglass?

„Het heeft te maken met gelijkheid, rechtvaardigheid, en vrijheid. Dat is de achtergrond van de titel van deze tentoonstelling, What Freedom is to me, een uitspraak van Nina Simone. Zij zei dat vrijheid voor haar betekende om vrij van angst te zijn. Toch bestaat die angst nog steeds, de vraag is hoe we die overwinnen. Deze tentoonstelling gaat daarover via het idee van verlangen. Mijn werken zijn als gedichten, liederen en ik denk dat dat je kan brengen naar een ander niveau van identificatie. Hopelijk biedt dat iets wat mensen raakt als ze mijn tentoonstelling bezoeken.”


Lees ook
In de beeldende kunst wint het verhaal het steeds meer van de abstractie

Isaac Julien, <strong>The North Star (Lessons of the Hour)</strong> (2019, foto, 160 x 213,29 cm)” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/03/isaac-julien-een-van-de-invloedrijkste-kunstenaars-ter-wereld-verbindt-ongelijkheid-in-verleden-en-heden-tijd-is-geen-rechte-lijn.jpg”><br />
</a></p>
<h2 class=Pianoklanken

Om die mensen te raken is de tentoonstelling ingericht door architect Sir David Adjaye, in een parcours waar je als bezoeker lopend door de ruimtes wordt omringd door steeds weer andere pianoklanken, stemmen en gezang dat net zo warm aanvoelt als het tapijt in de filmzalen. Zoekend naar een rustige plek zijn we even buiten de tentoonstelling gaan zitten, voorbij een gang waar enkele van zijn vroegste filmexperimenten op te zien zijn – wel nog op één ouderwetse monitor. Dat is heel anders dan het sensuele en groots opgezette Once Again… (Statues Never Die) uit 2022, maar ook dat werk is niet kritiekloos. Once Again… gaat zowel over de Harlem Renaissance als over de in Engeland fel bediscussieerde Benin bronzen: een groep van duizenden beelden in het British Museum, eind 19de eeuw geroofd van het koninklijk paleis van Benin in Nigeria.

Er is veel discussie over het teruggeven ervan, maar u trekt het breder.

„Restitutie is zeer terecht, ze zijn geroofd onder vreselijke, vreselijke omstandigheden. Dat vereist verzoening en reparatie. Maar die roof is ook gaan na-ijlen op andere manieren, in de moderne kunst die toen ontstond. Dat is iets waar we over moeten nadenken. Het modernisme ontstond met verwijzingen naar Afrikaanse kunst, zoals door Picasso en Modigliani. Maar ook door Richmond Barthé, een zwarte queer beeldhouwer die deel uitmaakte van de Harlem Renaissance. Hij is in zekere zin vergeten geraakt. Mijn vraag is: waarom? Natuurlijk was Picasso briljant, maar waarom is er geen erkenning voor de zwarte kunstenaars van toen? Ik was vorige week in New York in het Metropolitan Museum bij een geweldige tentoonstelling over de Harlem Renaissance. Het is pas sinds kort, dat Amerika werkelijk interesse krijgt in de Black Arts Movement uit de begintijd van het modernisme. Dat levert dialogen op die nog niet klaar zijn. Once Again… gaat daarover, net als mijn eerdere film Looking for Langston.”

De titel van ‘ Once Again…’ ontleende u aan ‘ Statues Also Die’, een film van Chris Marker uit 1953. Hij verweet het westen dat het Afrikaanse kunst reduceert tot kijkobject, waardoor de oorspronkelijke rol ervan verdwijnt, sterft. U draait de titel om, is dat omdat beeldhouwkunst nog altijd springlevend is?

Once Again… zit vol verwijzingen naar beeldhouwkunst uit de kunstgeschiedenis. Je ziet een personage lopen door een gang vol beeldhouwwerken uit de Griekse en Romeinse oudheid. Dat alles is een spel in dit werk. Het sluit aan bij wat ik poëtische restitutie noemt: de Beninbronzen onderdeel maken van een cultureel verhaal, opvoeren in de kunstgeschiedschrijving. Ik vind het interessant om na te denken over het verbeelden van kwesties en geschiedenissen die zo onzichtbaar zijn. Dat gold ook voor Looking for Langston, mijn film over de Harlem Renaissance die in de geschiedschrijving opzettelijk onzichtbaar gemaakt is.”

Die film uit 1989, ook te zien in Maastricht, gaat zowel over de dichter Langston Hughes als over hoe zwarte mannenlichamen vaak gereduceerd zijn tot homo-erotische objecten. Delen ervan citeert hij in Once Again…, zodat de blik op lichamen wordt vergeleken met de westerse kijk op Afrikaanse kunst – als kijkobject.

Isaac Julien, After George Platt Lynes (Looking for Langston Vintage Series), (1989/2017), 180 x 260 cm.
Beeld Isaac Julien

Anders dan in de Londen, in de Tate Britain, geeft Julien in het Bonnefanten Museum nog een draai aan dit spel: binnen de tentoonstelling staat een extra tentoonstelling, met beeldhouwkunst. Afrikaanse sculpturen staan opgesteld naast beeldhouwwerk van Barthé en de eigentijdse kunstenaar Matthew Angelo Harrison die een Afrikaanse speer in perspex vatte – noem het een objet trouvé. „Zo heb ik een eeuw beeldhouwkunst in deze presentatie opgenomen”, aldus Julien.

Die sculpturen vergezellen de vijf grote videoschermen van Once Again… waar acteurs in filmscènes kijken naar sculpturen in glazen vitrines. Bovendien hangen in deze zilvergrijze zaal spiegelende panelen, zodat je als museumbezoeker jezelf ziet kijken, en je je wat ongemakkelijk afvraagt of je nu niet precies hetzelfde staat te doen, namelijk postkoloniaal kunstwerken reduceren tot kijkobjecten.

Isaac Julien, The Lady of the Lake (Lessons of the Hour), (2019), 160 x 213,3 cm.
Beeld Isaac Julien

Voorbij die zaal brengen andere films weer andere onderbelichte geschiedenissen in beeld. Zoals de dood van 21 Chinese immigranten, kokkelplukkers, bij de Britse kust in 2004. Voor Julien, zelf een zoon van immigranten uit Saint Lucia, is hun verhaal een gevolg van migratie en kapitalisme, een systeem dat zelf moeilijk te verbeelden is. Hij vertelt in Ten Thousand Waves over de tragedie van de kokkelplukkers vanuit het gezichtspunt van Mazu, tot wie Chinezen in de Ming-periode baden voor een veilige terugkeer van zee.

Een glanzend portret van de machteloze godin, niet in staat de kokkelplukkers te beschermen, hangt in een witte gang, hoofdader in de museumvleugel. Die leidt tot de filmzalen – elf films in totaal – in Adjaye’s tentoonstellingsontwerp. Daarin valt het herschrijven van de geschiedenis samen met onverwachte volgordes en wendingen, waarmee Julien de bezoeker hoopt te verrassen. Bij een eerdere expositie werd hem gevraagd of het geluid zachter kon maar hij wilde een kakofonie, de ruimtes overnemend voor een echt meeslepende ervaring.

Is dat waarom u nu ook het geluid harder wilt?

„A little bit, yeah”, lacht hij. „Ik wil het gegeven van een tentoonstelling op een andere manier benaderen. De tentoonstelling duurt tot half augustus, een lange tijd. Dat geeft mensen de kans om meermaals terug te gaan, dat deden ze ook in Londen en Düsseldorf. Vergelijk het met de bioscoop, daar ga je ook af en toe heen, en telkens kies je een andere film.”

En waarom is het parcours niet chronologisch?

„De lineaire tijd is een westerse vinding zegt ook architect Lina Bo Bardi, een van mijn heldinnen. Over haar maakte ik het werk A Marvellous Entanglement, een hommage. Tijd is geen rechte lijn, je kunt altijd opnieuw uit de geschiedenis putten, nieuwe beginmomenten zoeken, andere verhalen schrijven, telkens weer.”