Het spijt me zo
Een jongen lag op een vieze ziekenhuisvloer, gewond en met veel bloed om hem heen. Hij lag dood te gaan. Bang, in shock en alleen.
Eén van de talloze beelden van de afgelopen maanden die voor eeuwig op mijn netvlies staan gebrand. En ik wil dingen zeggen over mijn onbegrip van Amerikaanse buitenlandse politiek en Nederlandse medeplichtigheid. Mijn verontwaardiging uiten over de stilte van zovelen en mijn frustratie dat men zich in dit land drukker maakt om het verstoren van een vergadering dan over meer dan tienduizend vermoorde kinderen.
Ik scroll verder.
Twee kleine kindjes naast elkaar op een stretcher in een ziekenhuis, onder het vuil door een bombardement. Een broertje en een grote zus. Beiden bibberend van schrik en angst, geeft ze hem een kus. Ze zijn alleen.
En misschien moet ik betogen dat dit geen gelijke strijd is, door de verschillen in militaire en economische macht. Dat we als samenlevingen onze menselijkheid verloochenen en verliezen als we dit nog een seconde langer steunen met geld en wapens.
Maar het enige dat in me opkomt, kijkend naar die beelden: het spijt me zo. Het spijt me zo erg. Jullie verdienden beter dan dit. Sorry, sorry.
Indra Römgens
Ravenstein
Lijkzakje
Het lijkzakje was nog niet helemaal dichtgemaakt. De vader kon zijn pasgeboren kind nog net een kus op het wangetje drukken. Israëlische soldaten hadden het ziekenhuis in Gaza waarin het kind lag ’s nachts gebombardeerd. Bijna tachtig doden – misschien nog veel meer.
Wat ik niet kan begrijpen, is dat nazaten van de Joodse mensen die de Holocaust overleefden deze bombardementen uitvoeren. Zij kennen de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog – de honger, de dorst, het gebrek aan alles, de angst, het weggevoerd worden. Hoe is dat mogelijk?
Het lijkzakje met het Palestijnse kind is later, buiten het beeld van de tv-camera, ongetwijfeld dichtgeknoopt. De vader was een dag, misschien een paar dagen, vader.
Hanneke de Wit
Broek in Waterland
Abnormaal
Twee paprika’s (weer tientallen doden in Khan Younis), geel of rood? (onder de slachtoffers bevinden zich natuurlijk ook veel kinderen). Even kijken, de groente- en fruitafdeling (of kinderen die wees zijn geworden; hoe overleef je dat als 3-jarige?), een zak uien (wat een absolute terreur), rode uien (mijn hemel). Nog wat fruit (en de mensen die levend onder het puin liggen), een viertal appels (wat zou er allemaal door hun hoofd gaan?). ‘Grannies’, die vindt Charif lekker (ze denken vast aan hun geliefden, of ze die ooit nog gaan zien), vorige week waren ze gauw verrot (of zou je op zo’n moment ook aan de rotte appels in de politiek denken?). Hier linksaf de gang in (aan alle internationale leiders voor wie dit allemaal een politiek spel lijkt?). „Ho! Sorry!” (die lijken er namelijk weinig om te geven), opletten Nina (je zou er zélf maar liggen). Koffie, koffie, koffie (ik moet meer doen, meer dan de demonstraties, gesprekken, rechtszaken), extra sterk (ik weet soms niet meer hoe). Volgens mij heb ik alles (wat nu?), Bliep, bliep, bliep (volhouden). „Fijne dag, mevrouw!” (het doet me denken aan het Palestijnse begrip ‘soemoed’ dat staat voor standvastigheid). „U ook!”.
Nina Derksen
Utrecht
Levend in grote angst
De situatie voor de gegijzelden in Gaza wordt met de dag slechter. Na met buitengewoon veel geweld vanuit de veilige woonsituatie, of het vredige muziekevenement naar Gaza te zijn gesleept; na getuige te zijn geweest van het bloedig afslachten van geliefden en vrienden; na getuige te zijn geweest van, dan wel zelf slachtoffer te zijn van een wrede massaverkrachting en verminking; na getuige te zijn geweest van het vermoorden van kinderen en baby’s; na al deze feiten nu al vanaf 7 oktober in kommervolle omstandigheden opgesloten te zijn in Gaza, afgesneden van allen die je lief zijn, zelfs kinderen weggerukt van hun ouders, soms zelfs getuige van het vermoorden van hun ouders. Nu levend in grote angst en grote zorgen voor de toekomst. Dit is waar het om gaat in Gaza en met hun vrijlating ligt de weg open naar een oplossing.
J.P. Hollmann
Amsterdam
Harteloos
Gedurende de afgelopen vijf maanden denk ik steeds bij het lezen van het nieuws aan mijn 81-jarige Palestijnse buurman. Voor mijn studie woon ik in Beiroet en ik leerde Samir kennen tijdens de vele keren dat hij mij hielp als er weer eens geen water of stroom was. Dan stond hij op zijn pantoffels in de donkere, vochtige kelder met bibberende handen aan de meterkast te rommelen. Als kleine jongen vluchtte Samir in 1948 met zijn ouders van Palestina naar Libanon en zoals alle gevluchte Palestijnen kon hij nooit meer terug. Nu is hij weduwnaar en wonen zijn kinderen en kleinkinderen in het buitenland. Als Palestijn krijgt hij geen visum om ze te bezoeken. Ik zie telkens voor me hoe hij alleen in zijn woonkamer op de televisie ziet dat een nieuwe generatie kinderen hun huis, land en familie verliest. Het is harteloos hoe wij als wereld dit al 75 jaar laten gebeuren.
Eveline Fijen
Beiroet
Ben ik minderwaardig?
Ik kom uit een Palestijnse, progressieve en hoogopgeleide familie, geboren en getogen in Israël. In 1948 is onze familie in Jaffa uit elkaar gerukt en is meer dan de helft naar Gaza verdreven. Sinds 7 oktober leeft mijn familie in Israël onder de stress van de Hamas-raketten én onder de onderdrukking van de extreem-rechtse regering. Mijn familie in Gaza telt 12 dodelijke slachtoffers door Israëlische bommen, de overlevenden zitten vast in een tentenkamp in Rafah. De onvoorwaardelijke steun van de Nederlandse regering aan Israël maakt mij intens verdrietig. Ben ik als Palestijn in deze wereld en ook in Nederland minderwaardig? Ik voel me ontheemd.
Sliman Abu Amara
Amsterdam
Staakt-het-vuren, nu
Ten diepste beschaamd dat de naam van onze beweging nog altijd actueel is wil ik u vertellen over het Staakt-Het-Vuren Collectief: een eind vorig jaar ontstane groep mensen, verenigd in afschuw over het voortduren van de indirecte Nederlandse steun aan de mogelijke genocide in Gaza. Sinds november hebben wij met het collectief zes sit-ins georganiseerd op het Carnegieplein in Den Haag, aan de voet van het Vredespaleis. Daarbij zitten we anderhalf uur op de grond, zonder leuzen, borden met tekst of vlaggen, maar in stilte, met een lichtje. Dit protest organiseren wij om het kabinet op te roepen onmiddellijk aan te dringen op een blijvend staakt-het-vuren in Gaza en Israël, vrijlating van alle gijzelaars en onrechtmatig gevangenen en wederopbouw in Gaza. Terwijl de wereld voortraast, trams passeren, een ijscoman zich installeert voor het Vredespaleis, iemand toetert en roept „ga eens werken!”, voelt het verbindend samen stil te zijn. Het gedogen van het barbaarse geweld dat Israël op opgesloten mensen loslaat is een schandvlek op ons collectieve geweten en een gotspe in het licht van artikel 90 van de Grondwet, waarin Nederland zich committeert aan de bevordering van de internationale rechtsorde.
Eline Leijten
Heemstede
Vrede verder weg dan ooit
Nir Yitzgak is een agrarische kibboets, vlakbij de grens van Gaza. Samen met mijn echtgenote heb ik begin zeventiger jaren van de vorige eeuw daar vrijwilligerswerk verricht. Een fijne plek om het land Israël vanuit de pindavelden te leren kennen. Inclusief de progressieve mentaliteit van de kibboetsbewoners. Via Gaza konden we zwemmen in de Middellandse Zee. Onder bescherming van een soldaat van het Israëlische leger ‘want als je je rug toekeert steken de Palestijnen je een mes tussen de ribben’. Die ervaring motiveerde ons om de Palestijnen en Arabieren zelf beter te leren kennen via bezoeken aan onder meer Egypte, Algerije en Jordanië. Sinds die tijd proberen we te begrijpen hoe de twee groepen, Israëliërs en Palestijnen met elkaar zouden kunnen samenleven. Terreuraanslagen tegen de inwoners van Israël en misdaden tegen Palestijnen – door kolonisten begaan – verafschuwden ons. De bloederige aanslagen van Hamas op 7 oktober en daarna de moordpartijen van het leger van Israël maken ons zeer verdrietig, omdat een oplossing om te komen tot vrede verder weg is dan ooit. Wat ons hoop doet geven is de gastvrijheid die wij in de kibboets mochten ontvangen. En daarna ook vanuit de open deuren in de Arabische steden en dorpen. Vanuit Nederland moeten we een krachtig geluid laten horen om betrouwbare leiders uit beide kampen het vertrouwen te geven in het besef dat geweld niets oplost.
Giep Hagoort
Utrecht