Torenhoge inflatie, lege schappen: komt Egypte nog uit de economische crisis?

Economische crisis Egypte draait slecht door dure megaprojecten en hoge inflatie. Het IMF verstrekt nog krediet, maar onder strenge voorwaarden. Zo mag president Sisi niet meer investeren in grote bouwprojecten.

Een man verkoopt brood op straat in Nazlet El-Semman.
Een man verkoopt brood op straat in Nazlet El-Semman.

Foto Fadel Dawod/Getty Images

De eigenaar van een bescheiden grillrestaurant in het centrum van Caïro heeft papiertjes over de prijzen op zijn menubord geplakt en daar de verhoogde prijzen op geschreven. Een nieuw bord maken heeft weinig zin: de prijzen van kip, rijst en olie stijgen zo snel dat dit onbegonnen werk is.

Egypte zit in een zware economische crisis. De inflatie is gestegen tot meer dan 20 procent op jaarbasis, en de schappen in de supermarkten worden leger. Geïmporteerde producten zijn steeds moeilijker te vinden, en basale voedingsmiddelen als eieren en belegde broodjes zijn in prijs verdubbeld. In een jaar tijd heeft het Egyptische pond bijna de helft van zijn waarde verloren.

Egyptenaren voelen zich machteloos. „Het land is in vrije val”, zegt een klant in een straatcafé in Caïro. In de privésfeer – waar de geheime dienst niet zomaar naast je aan een tafeltje kan zitten – leggen mensen steeds vaker de schuld bij president Abdel-Fattah al-Sisi. Rijke Egyptenaren proberen manieren te bedenken om hun dollars veilig te stellen in het buitenland, nu banken limieten stellen aan het opnemen en overboeken van buitenlandse valuta.

Om de crisis het hoofd te bieden, sloot Egypte vorige maand een lening van 3 miljard dollar af bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de vierde miljardenlening in zes jaar tijd. Aan de lening hangen voorwaarden, waarvan een flexibele koers voor het pond, privatisering van staatsbedrijven en beperking van investeringen in nationale projecten de belangrijkste zijn. Voor het eerst dringt het IMF bovendien aan op reductie van de grote rol van aan het leger gelieerde bedrijven in de Egyptische economie.

Importrestricties

President Sisi wijt de economische malaise aan de oorlog in Oekraïne en de coronapandemie. Bij het uitbreken van de oorlog verkochten buitenlandse investeerders massaal hun Egyptische staatsobligaties, en vloeide 20 miljard dollar het land uit. Om dollars vast te houden, stelde de overheid importrestricties in. Die brachten de lokale industrie – sterk afhankelijk van import van materialen en componenten – in de problemen.

Analisten wijzen erop dat het economisch model van Egypte – gestoeld op inkomsten uit kortlopende obligaties en aangedreven door met leningen gefinancierde megaprojecten – instabiel en onhoudbaar was. Egypte heeft onder Sisi miljarden gestoken in gigantische bouwprojecten en infrastructuur. Zo werd een deel van het Suezkanaal verbreed (kosten: 8 miljard dollar), bouwt het land een nieuwe bestuurlijke hoofdstad in de woestijn ten oosten van Caïro (geschat op 59 miljard dollar) en worden hypermoderne mono- en lightrail-verbindingen aangelegd. Daarbij heeft Egypte voor miljarden aan wapens gekocht, van onder andere Duitsland en Italië. De staatsschuld van Egypte is in tien jaar tijd verviervoudigd.

„Witte olifanten”, noemt Wael Gamal die projecten. De econoom van het Egyptische Initiatief voor Persoonlijke Rechten, een mensenrechtenorganisatie, bedoelt daarmee dat ze er „glorieus” uitzien, maar weinig waarde toevoegen. „Ze vreten je van binnen op.” Volgens Gamal ontbreken goede haalbaarheidsstudies voor de projecten. „De economische logica is zwak, en ze creëren geen duurzame werkgelegenheid.”


Lees ook: Een nieuwe hoofdstad tot meerdere glorie van Egypte en president Sisi

Bezuinigingen

Het IMF verstrekte Egypte in 2016 al een lening van 12 miljard dollar op voorwaarde van straffe bezuinigingen, zoals terugdringen van subsidies en – ook toen al – devaluatie van het pond. Jarenlang hield het fonds vol dat Egypte een succesverhaal was, wijzend op een economische groei van meer dan 5 procent per jaar.

Daar lijkt het IMF nu van teruggekomen. Voor het eerst zegt het expliciet dat de investeringen met publiek geld in nationale projecten aan banden moeten worden gelegd, en dat staatsbedrijven, inclusief de vele legerbedrijven, zich (deels) uit de economie moeten terugtrekken om ruimte te maken voor de private sector.

Toch valt te betwijfelen of Egypte de megaprojecten echt gaat beperken. Langs een belangrijke hoofdstedelijke verkeersader die naar het Tahrirplein voert, hangen grote portretten van Sisi aan de lantaarnpalen, met daaronder: „Acht jaar prestaties”. En die prestaties zijn nu net Sisi’s megaprojecten, die de bevolking ervan moeten overtuigen dat het land vooruitgaat en vol in ontwikkeling is.

Daarnaast dragen ze bij aan de stabiliteit van het regime. „[De nationale projecten] zijn een manier voor het regime om patronage te verlenen”, zegt analist Timothy Kaldas, verbonden aan het Tahrir Instituut voor Midden-Oostenbeleid. Zo levert de bouw van de nieuwe hoofdstad niet alleen Egyptische en buitenlandse bouwbedrijven megacontracten op, maar ook het leger.

De private sector is de afgelopen jaren juist gekrompen, en Kaldas ziet private investeringen in Egypte niet snel toenemen – deels door de ongunstige omstandigheden in het land zelf, deels door de dreiging van een mondiale recessie.

Geld nodig

De vraag is of Sisi het zich kan veroorloven de megaprojecten te beperken. Daarmee zou hij zijn eigen visie ondermijnen en onrust binnen het regime riskeren. Tegelijk rijst de vraag wat er gebeurt wanneer Egypte op oude voet voortgaat, in weerwil van de IMF-eisen. Kaldas denkt dat het IMF Egypte kan dwingen van koers te veranderen, simpelweg omdat het land geld nodig heeft. Of het fonds zo ver gaat een volgende termijn van de lening aan te houden, durft hij niet te voorspellen.

Gamal ziet weinig heil in de hervormingen die het IMF van Egypte vraagt. „Zes jaar geleden zijn hervormingen doorgevoerd, maar de situatie is alleen maar verergerd”, zegt hij. Verkoop van staatsbedrijven ziet de econoom als een risico. Egypte kan er wat tijd mee winnen, maar het is niet gezegd dat het land er uiteindelijk beter van wordt. Publieke investeringen vindt Gamal wel nodig. Niet in de megaprojecten, maar in initiatieven die werkgelegenheid creëren, de productiecapaciteit vergroten en nieuwe markten openen.