Hongkongers kunnen binnen afzienbare tijd waarschijnlijk levenslang krijgen voor „landverraad”, terwijl „spionage en sabotage” tot twintig jaar cel kunnen leiden. Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd wetsvoorstel van de Hongkongse regering, dat nog een aantal hoge straffen kent. Het Hongkongse parlement telt geen enkel oppositielid meer, waardoor de veiligheidswet naar verwachting begin april zonder problemen wordt goedgekeurd.
De Hongkongse regering publiceerde afgelopen januari al een eerste versie van de vernieuwde veiligheidswet, die voortkomt uit afspraken bij de overdracht van Hongkong van Groot-Brittannië aan China in 1997. In de eerste versie stond al onder meer dat de definitie van nationale veiligheid gelijk wordt getrokken met die van China, dat het begrip breed interpreteert. Ook viel op dat „opstand” en „buitenlandse inmenging” verder worden gecriminaliseerd.
Vrijdag werd duidelijk op welke straffen Hongkongers bij overtredingen kunnen rekenen. Wie de publieke infrastructuur beschadigt – volgens de regering een voorbeeld van sabotage – kan twintig jaar cel krijgen. Spant een Hongkonger daarbij ook nog samen met „externe krachten”, dan wacht mogelijk levenslang. Dat kunnen onder meer buitenlandse politici of internationale organisaties zijn. De maximumstraf voor „opruiing” met inmenging van buitenlandse hulp is tien jaar. Eerder ging het om twee jaar cel.
Driehonderd arrestaties
Mensenrechtenactivisten en journalisten vrezen dat de nieuwe wet de vrijheid in Hongkong verder zal ondermijnen. Zo schrijft Amnesty International dat Hongkong de repressie opvoert. Volgens de organisatie toont de nieuwe wet de „gretigheid van de regering om de bescherming van mensenrechten verder te ontmantelen en haar internationale verplichtingen de rug toe te keren”.
De Hongkongse regering arresteerde sinds de grootschalige demonstraties in 2019 tot eind vorig jaar bijna driehonderd Hongkongers, met name oppositieleden, journalisten en activisten. De nieuwe wet is in feite een aanvulling op een andere in 2020 ingevoerde wet – de directe aanleiding voor de protesten – die de autonomie van de stad al sterk ondermijnde. De aanvulling maakt het mogelijk tegenstanders van de Hongkongse regering versneld te berechten.
De nieuwe wetgeving, ook wel artikel 23, is gebaseerd op Hongkongs mini-grondwet. Die wet verplicht Hongkong nationale veiligheidswetgeving in te voeren. Dat probeerde de regering in 2003 al, maar grootschalige burgerprotesten voorkwamen dit. Protesten worden nu niet verwacht, vanwege de hard neergeslagen demonstraties in 2019 en het sterk ingeperkte demonstratierecht.